N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Durf te vragen Er begint altijd wel iemand te hoesten tijdens een concert. Is het een sociaal verschijnsel?
Daar begint die gevoelige pianopassage, je kunt een speld horen vallen – en dan klinkt er ineens een blafhoest uit de zaal. En nog een. Waarom uitgerekend dán?
Hoesten is taboe tijdens klassieke concerten – nog meer dan tijdens toneelstukken of lezingen. Muisstil moet het zijn. Iedere verstoring is een teken van gebrek aan fatsoen en respect voor kunst en musicus. „Óf u stopt met hoesten, óf ik stop met spelen”, schijnt de pianist Alfred Brendel ooit te hebben uitgeroepen.
Kranten, tijdschriften en bloggers schrijven hier graag over. Maar wat zegt de wetenschap? Een gezond persoon, zo schrijft hoogleraar Andreas Wagener van de Universiteit van Hannover in een working paper, hoest gemiddeld zestien keer per dag. Hij citeert daarbij onder meer het European Respiratory Journal. Dat levert een hoestfrequentie van 0,01 keer per minuut (dus eens per 100 minuten). De kans dat je hoest tijdens een muziekstuk van 5 minuten, is dan 5 procent. En de kans dat er in een concertzaal met 200 bezoekers tijdens dat stuk niemand hoest, is 0,0015 procent: verwaarloosbaar klein.
Populaire colleges
Maar dan de realiteit. „Er is substantieel bewijs dat hoesten tijdens concerten excessief en niet-random plaatsvindt”, schrijft Wagener, namelijk gemiddeld 0,025 keer per minuut: tweeënhalf keer vaker dan normaal. Vervolgens citeert hij de Amerikaanse sociaal-psycholoog James Pennebaker. Die ontdekte dat mensen vaker hoesten naarmate ze in een groter gezelschap zijn. En: horen hoesten doet hoesten (oftewel: hoesten is besmettelijk, net als gapen); en studenten hoesten minder tijdens populaire colleges. Daaruit concludeert Pennebaker, en Wagener met hem, dat hoesten óók een sociaal verschijnsel is.
Wagener gaat nog een stapje verder. Hij is gedragseconoom: hij onderzoekt hoe het gedrag van mensen varieert met hun belangen. Zijn conclusie is: mensen hoesten expres tijdens een concert. Ze laten bewust weten dat ze erbij horen, dat ze belangrijk zijn, en dat ze de muziek saai vinden.
Maar… komt het concerthoesten dan niet doordat je juist niet wilt hoesten? Is het geen zenuwtrekje? We bellen met longarts José de Kluijver van ziekenhuis Reinier de Graaf in Delft. Daar runt zij een multidisciplinaire hoestpoli voor mensen met chronische hoest. „Ruim 10 procent van de volwassenen kampt daarmee”, vertelt zij. „Zij hoesten elke dag veelvuldig, al minstens twee maanden. Onze patiënten zelfs gemiddeld al 7 jaar.”
Extra veel gevoelszenuwen
Naast de longarts werken op de poli twee KNO-artsen, een maag-darm-leverarts en – „het allerbelangrijkste” – twee hoestlogopedisten. Hoesten is namelijk een fenomeen met vele aspecten, benadrukt de longarts. Het keelgebied heeft extra veel gevoelszenuwen, om je meteen te kunnen waarschuwen tegen verslikken. „Die gevoeligheid is heel nuttig”, zegt De Kluijver, „maar bij sommige mensen gaat er iets fout. Onder meer in die zenuwen: we zien bij hen dat daarin bepaalde receptoren zijn veranderd. En daarnaast hebben zij een verminderde onderdrukking van de hoestreflex.”
Iederéén ervaart steeds hoestprikkels, maar bij gezonde mensen weten de hersenen die te filteren. Bij chronische hoesters werkt die remming minder goed. „We weten niet goed waarom. Maar we weten wel dat je die onderdrukking bewust kunt trainen. Onze logopedisten helpen mensen onder meer zich bewust te worden van hun reactie op de hoestprikkel. Bij 80 procent zien we dan een sterke verbetering.”
Wanneer concertgangers een hoestprikkel voelen, gaan ze er juist vaak tegen ‘strijden’: ze gaan de keel aanspannen, vermoedt De Kluijver. „Het keelgebied ontspannen is dan de kunst. Dan kun je hoestprikkels vaak gewoon laten verdwijnen.”