Waarom dragen steeds meer mannelijke profvoetballers een sport-bh?

De wedstrijd is gespeeld, de shirts gaat uit, en… hé, wat is dat? Vanwaar opeens al die sport-bh’s bij die mannelijke voetballers? Is het een modegril, vraagt een lezer zich af, of is het om hun ‘borstjes’ te beschermen? En zo ja, is dat dan wetenschappelijk onderbouwd? „Mijn gevoel is dat we hier met gebakken lucht te maken hebben”, schrijft de lezer.

Maar dat is niet zo, weet Michel Brink. Hij is universitair hoofddocent bij de afdeling bewegingswetenschappen van het UMC Groningen. „Deze vestjes zitten vol meetapparatuur”, zegt hij. „Tussen de schouderbladen zitten een gps en een versnellingsmeter. Die meten afstand, snelheid en versnelling. Aan de voorkant zit een hartslagmeter.”

Tijdens trainingen dragen spelers ze al langer, maar sinds 2015 staat de internationale voetbalbond FIFA ze ook in wedstrijden toe. „Kort gezegd geven die metingen inzicht in de fysiologische belasting van individuele spelers”, zegt Brink. „In teamsporten, zoals voetbal, trainen spelers vaak samen in partijtjes. Daarin kan de belasting per persoon behoorlijk verschillen. En die hangt ook af van hoe fit een speler is.”

Heldere grafieken

Het gaat dus niet om metingen voor de ‘leuke feitjes voor het publiek’, benadrukt Brink. Commentatoren vertellen vaak hoe hard spelers lopen, hoeveel kilometer ze afleggen en hoeveel passes ze geven – dat laatste komt uit andere bronnen. „Het doel van deze vestjes is prestaties verbeteren en overbelasting voorkomen”, benadrukt Brink. „De belasting kunnen trainers nu per speler in een dashboard bekijken, met heldere grafieken. Op basis daarvan kunnen ze de trainingsopbouw individualiseren.”

De vraag om deze gegevens komt niet alleen vanuit de wetenschap, maar ook vanuit de sportwereld, benadrukt Brink. „Voetbalclubs willen deze informatie graag hebben”, vertelt hij. „Aanvankelijk riepen ze daarvoor de hulp in van bewegingswetenschappers van buitenaf. Maar nu zie je steeds meer dat die wetenschappers bij clubs in dienst komen om trainers en coaches te helpen hun trainingen slimmer te plannen.”

Brink en zijn academische collega’s blijven wel nauw betrokken: „We werken samen aan nieuwe kennis. Wij leren welke vragen in de praktijk spelen, en andersom helpen wij met onze inzichten de sportwereld vooruit. Ook hockey- en handbalclubs gebruiken deze apparatuur voor het sturen van training.”

Volop in ontwikkeling

En, zijn er dankzij de meetvestjes al verrassende feiten komen bovendrijven? „Jazeker. We dachten bijvoorbeeld dat we op basis van al die data blessures konden voorspellen. Maar dat bleek niet zo simpel te zijn. Blessures zijn multifactorieel. Een gezonde belasting is belangrijk, maar er zijn ook veel andere factoren waar we nog weinig zicht op hebben.”

De techniek is nog volop in ontwikkeling, aldus Brink. „Samen met de voetbalbond testen we bijvoorbeeld de eerste prototypes van een smart sensor-short.” Dat is een slidingbroek (een strak broekje dat spelers dragen onder hun voetbalbroek) met daarin kleine sensoren die de biomechanische belasting rondom knie en heup meten. „Dit geeft een indruk van belasting op spieren, pezen en gewrichten tijdens acties zoals schieten, springen, wenden en keren. Ook die informatie kan sporters helpen optimaal te trainen.”

De onderzoekers zetten deze technologie nu ook in bij de revalidatie van blessures. Ze kunnen er bijvoorbeeld onregelmatigheden in het looppatroon mee meten. „Zo helpen sensoren niet alleen bij het slimmer trainen, maar ook bij het slimmer revalideren.”


Lees ook
Data veranderen het profvoetbal, maar is de macht van cijfers niet te groot geworden?

Jeroen Dieteren (rechts) is fysiotherapeut bij Fortuna Sittard.