Waarom de Russen hun regime niet omverwerpen

Rusland Oorzaak van de passiviteit van de Russische burgers is een oud wantrouwen jegens het Westen. Maar een open brief van dissidenten kan dat veranderen, denkt .

In Orechovo-Zoejevo, regio Moskou, bevindt zich deze muurschildering van Ilja Demtsjinko, die de Russische soldaat Aleksej Osokin portretteerde nadat hij was gesneuveld in de oorlog.
In Orechovo-Zoejevo, regio Moskou, bevindt zich deze muurschildering van Ilja Demtsjinko, die de Russische soldaat Aleksej Osokin portretteerde nadat hij was gesneuveld in de oorlog.

Foto Maxim Sjipenkov/EPA

Het lijkt onbegrijpelijk: waarom verzet het Russische volk zich niet tegen een oorlog die het is opgedrongen door een meedogenloze leider, een zinloze oorlog die inmiddels tienduizenden slachtoffers heeft geëist?

Er zijn verschillende verklaringen. Vaak wordt gezegd dat de Russen bang zijn hun nek uit te steken omdat de almachtige staat onmiddellijk en zonder pardon zal ingrijpen, zodat iemand die zich verzet zijn baan, bezit en vrijheid kwijt raakt. Bescherming is er niet, want de rechterlijke macht is geheel onderworpen aan die van de staat. Zie de tegen ieder rechtsgevoel indruisende veroordeling van de belangrijkste oppositiepoliticus Aleksej Navalny en de krankzinnige manier waarop hij in het strafkamp wordt behandeld.

Er is in de persoon van Navalny tenminste één Rus die zich openlijk verzet, maar waarom zijn het er niet veel meer? In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was er een groot aantal dissidenten: schrijvers, kunstenaars, geleerden, zelfs ook arbeiders, die zich keerden tegen de almacht van de staat en het gebrek aan vrijheid in hun land. Zij moesten dat vaak bekopen met jaren strafkamp. Hun strijd werd breed uitgemeten in de westerse pers – denk aan de schrijver Aleksandr Solzjenitsyn. Die aandacht bood voor de bekendsten onder hen nog enige bescherming, aangezien de Sovjetregering niet erg gebrand was op antireclame tegen de heilstaat. Solzjenitsyn kreeg daarom niet de zwaarste straf, werd niet afgevoerd naar de goelag, maar het land uitgezet.

Flinke uittocht

De Russische president Vladimir Poetin, die geen communistische ideologie hoeft te verdedigen, trekt zich minder aan van wat de westerse pers over Rusland schrijft.

Nu kun je aanvoeren dat wie vroeger dissident zou zijn, in deze tijd Rusland toch allang heeft verlaten. Dat is voor een deel zeker waar. Er heeft de afgelopen jaren een flinke uittocht van intellectuelen plaatsgevonden en de groep die recent op de vlucht is geslagen voor de dreigende mobilisatie is ook niet onaanzienlijk. In de tijd van de dissidenten was dit allemaal niet mogelijk, want de Sovjet-Unie was een gesloten land en je kon niet zomaar een paspoort krijgen.

Toch moeten er onder de 140 miljoen Russen die zijn gebleven tallozen zijn die zullen voelen hoe de kort geleden verworven vrijheid wordt beknot. Ze weten exact wat er aan de hand is en zien met lede ogen aan hoe Rusland de paria van de wereld wordt. Maar ook de jongste generatie, geboren na de val van de Sovjet-Unie en inmiddels in de dertig, laat niets van zich horen. „Het volk zwijgt”, luidt een beroemde zin uit Poesjkins historische tragedie Boris Godoenov. Dat doet het nog steeds.

Opnieuw: vanwaar dit nagenoeg ontbreken van protest? Is angst, bezorgdheid voor de verworven positie, de eigen vrijheid, de enige reden? Misschien moeten we dieper kijken. In Rusland wordt een periode van vrijheid altijd weer gevolgd door een terugkeer van de totalitaire staat.

We hebben dat gezien na de Revolutie, toen Stalin een bewind creëerde dat vele malen strenger was dan het tsaristische. We zien het nu ook weer onder Poetin, die de democratisering na de val van de Sovjet-Unie geheel de nek heeft omgedraaid.


Lees ook: Reconstructie. Hoe Vladimir Poetin langzaam maar zeker een despoot werd

Het verdwijnen van de vrijheid, het gevoel rechteloos en hulpeloos te staan tegenover een almachtige staat leidt volgens een door velen gedeelde theorie tot wrok en een gevoel van onbeduidendheid. Tegelijkertijd is er jaloezie jegens het Westen, dat die vrijheid wel heeft weten te handhaven.

Dat opzien tegen het Westen dateert al uit de negentiende eeuw, toen er een uitgebreid debat plaatsvond tussen de progressieve westerlingen en de conservatieve slavofielen. De eersten wilden dat Rusland mee zou doen met de ontwikkeling zoals die in het Westen plaatsvond. De slavofielen wilden daar niets van weten, beroemden zich op Ruslands eigen traditie en waren van mening dat Rusland zijn eigen weg had te gaan, die hoogstaander was dan de westerse. Ook de schrijver Dostojevski geloofde in een eigen missie van Rusland.

Een bekend verdedigingsmechanisme tegen jaloezie en gevoel van minderwaardigheid is het projecteren van de eigen negatieve gevoelens op de ander

Een bekend verdedigingsmechanisme tegen jaloezie en gevoel van minderwaardigheid is het projecteren van de eigen negatieve gevoelens op de ander. Wijd verbreid in het Russische volk is het idee dat het Westen geen rekening houdt met de Russische belangen, Rusland in feite niet zich zitten en zich agressief tegenover dit land opstelt.

Hoe Poetin stoppen?

Dat idee wordt door Poetins propaganda uitgebuit en nog aanzienlijk versterkt. Het komt ook geheel overeen met Poetins eigen wereldbeeld: het Westen is gevaarlijk, wil Rusland eronder krijgen en Rusland kan niet anders dan zich daartegen verzetten, onder meer door zijn macht te doen gelden en uit te breiden.

Hoe valt Poetin te stoppen? Het verbaast me dat er tot nu toe niet één Rus is opgestaan, niet in Rusland zelf, maar ook niet in het Westen, waar inmiddels zoveel Russen wonen, die in een open brief aan Poetin een vlammend protest houdt tegen hem en diens oorlog. Zo’n open brief, onderschreven door veel Russen en gepubliceerd op internet en door de belangrijkste kranten in de wereld, zal wellicht een protestbeweging op gang brengen.

Solzjenitsyn had er in zijn tijd succes mee, ook de dissidente atoomgeleerde Sacharov was een voorbeeld. Misschien zijn er op dit moment geen vlastiteli doem (‘beheersers der gedachten’) van een dergelijke statuur, maar dat zou toch geen belemmering moeten zijn voor in het Westen verblijvende Russen een poging te doen. Ik denk bijvoorbeeld aan de in Zwitserland wonende schrijver Michail Sjisjkin, een verklaard tegenstander van de oorlog in Oekraïne of aan de bekende theatermaker Kirill Serebrennikov. Of zo’n open, liefst door veel prominente Russen ondertekende brief enige invloed op Poetin zal hebben staat te bezien, maar wie weet, hij zet misschien zijn omgeving aan het denken. En er gebeurt tenminste iets. De stilte aan Russische kant is nu wel erg oorverdovend.