Waarom A.L. Snijders bang was voor 35-jarige mannen

Recensie

Boeken

A.L. Snijders De wereld van discipline en orde was zijn doembeeld, maar de twee jaar geleden overleden schrijver liet zich nooit kisten. Zijn nagelaten zkv’s geven inzicht in zijn weerbaarheid.

Schrijver A.L. Snijders in 2019.
Schrijver A.L. Snijders in 2019.

Foto Annabel Oosteweeghel

Omdat er zoveel verschillende mensen in de zkv’s van A.L. Snijders voorkomen, wekt de schrijver niet bepaald de indruk mensenschuw te zijn. En toch had hij die kant wel degelijk. In een stukje uit 1997 schreef hij op wie het precies waren die hij zo vreesde: 35-jarige mannen. Een opmerkelijke leeftijd. Je zou eerder verwachten dat hij bang was voor de iets jongere mannen, mannen die aan een gammele argumentatie genoeg hebben om zich een overzeese oorlog in te laten sturen bijvoorbeeld, of die je met een slok op zonder omhaal het ziekenhuis in slaan, maar Snijders was dus bang voor de al wat oudere jongeren. Wel moesten deze ‘gekwalificeerd zijn’: ‘Ze lopen tussen half een en half twee in de buurt van hun kantoor. De zon schijnt, ze lopen in groepjes van vier of vijf.’ Na enig zelfonderzoek werd het Snijders duidelijk dat de angst voor wandelende dertigers met een vaste betrekking neerkwam op zijn eigen angst voor het ‘getemde, avontuurloze leven’. ‘Van negen tot vijf achter een bureau in de Rijksverzekeringsbank, en van een tot half twee uitgelaten worden.’ En weer een zelfonderzoek later kwam hij er achter dat hij zelf gewoon angst voor de toekomst had en zelf in zo’n geperste broek terecht te komen.

A.L. Snijders, de twee jaar geleden op 83-jarige leeftijd overleden uitvinder en keizer van het Zeer Korte Verhaal, is nooit een planner geweest en als je zijn levensavontuur zou willen samenvatten, dan komt dat neer op het leiden van een leven dat hem goeddeels overkwam. Ergens in Oh the world Ah the world, dat behalve 53 voorheen ongebundelde zkv’s ook een aantal aanstekelijke, geestige brieven bevat, benadrukt Snijders dat het avontuur zich sowieso voor een groot deel tussen de oren bevindt. Op de politieschool in Lochem werkte hij samen met Albert Buitenhuis, eveneens schrijver. ‘Omdat wij beiden ‘schrijvers’ waren, dwz eenzaam maar niet alleen, namen wij in de schoolgemeenschap een aparte plaats in. Naast de aardse wereld van discipline, orde en recht leefden wij met ons hoofd ook in de wolken van de verbeelding. Een avontuur dat je in je eentje beleeft.’

Wie erop let zal zien dat de realiteit in Snijders’ zkv’s dikwijls als een soort hondenfluitje fungeert: je dagdroomt erop los en opeens is daar, in welke gedaante dan ook, de wereld van discipline, orde en recht die je herinnert aan je plek in een gestructureerde en soms ook gepolariseerde gemeenschap met doelstellingen en een moraal. Zo vind je in Oh the world onder andere een campingbaas die komt waarschuwen voor rondreizende zigeuners met vermeend kwade bedoelingen, een onschuldig wandelingetje dat ontaardt in een discussie over de besteding van Europees subsidiegeld en een (best empathische) ontslagbrief waarmee een anonieme hoge piet van de krant de column van Snijders de nek om draait.


Lees ook de necrologie van A.L. Snijders: Montere dwarsdenker was meester van het kortebaanschrijven

Als er iets is wat het schrijverschap van A.L. Snijders typeerde was het wel zijn onuitputtelijke vermogen om dit soort irritaties of zelfs tegenslag het hoofd te bieden en mild te blijven (schrijven). Misschien overspeel ik met de volgende stelling mijn hand, maar een deel van de menselijke weerbaarheid zit hem in de mogelijkheid om de tegenslagen van het nu te laten verwateren in een geest die wat minder tijdgebonden in elkaar steekt. Wie ook zo’n geest wil, moet daar wel moeite voor doen.

Ik wist het al, maar ik mis deze man. Iemand die op sommigen misschien wat gelaten overkwam, die als een soort kwispelende labrador met lange wenkbrauwen in de media verscheen, maar die de belichaming was van een fundamentele kwaliteit waarvan je kunt denken dat we hem aan het kwijtraken zijn: er nooit helemaal zijn, nooit helemaal tot uw dienst.


Lees ook de recensie van Snijders’ laatste grote boek Tat tvam asi: Dit boek bevat een fontein aan eigenzinnigheid (●●●●●)