De waarde van in Nederland vervaardigde, geëxporteerde goederen is in 2023 met 5,2 procent gedaald. Dat komt neer op een bedrag van 19 miljard euro, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag op basis van nieuwe jaarcijfers. De gehele Nederlandse goederenuitvoer, inclusief wederuitvoer, was vorig jaar bijna 5,9 procent (of 43 miljard euro) minder waard dan in 2022.
De gedaalde inkomsten uit export zijn deels te verklaren door invoer- én uitvoerprijzen die lager lagen dan in 2022. De importprijzen kenden een daling van 2,8 procent, de exportprijzen 6,4 procent. De krimp in invoerwaarde lag nog hoger dan in coronajaar 2020.
Door de oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende sancties tegen Rusland stegen in 2022 de brandstof- en energieprijzen fors. Daarmee werd ook de in- en uitvoerwaarde van tal van goederen opgedreven. Die prijzen daalden in 2023 weer, wat nu terug te zien is in de rode cijfers.
Uitvoer naar België en Duitsland gedaald
Met name de export naar buurlanden België en Duitsland kregen met een min van respectievelijk 6,2 miljard en 3,5 miljard euro een flinke knauw. Ook de uitvoer naar Nigeria en Taiwan daalde flink. China en Zuid-Korea importeerden juist meer Nederlandse waren, zoals machines voor het vervaardigen van halfgeleiders of chips.
Bijna een kwart van de afname van de importwaarde kwam in 2023 op rekening van vier landen: China, Rusland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Bij de drie laatstgenoemde landen lag dat vooral aan de verminderde en goedkopere invoer van olie en aardgas. Uit China werden minder computers, smartphones, chemische producten en meubels geïmporteerd.
Niet het elftal in bloedvorm, dat op het EK in Zwitserland steeds zo prachtig voetbal speelde en zoveel scoorde op dit toernooi, maar juist de ploeg die ploeterde en zo moeizaam het doel wist te vinden. Dus niet Spanje, met wereldster Bonmatí maar Engeland van bondscoach Sarina Wiegman werd zondag Europees kampioen.
Voor de tweede maal op rij – drie jaar geleden wist Wiegman Duitsland te bedwingen. Dit keer was Engeland het enige land dat de vooraf door velen voorspelde winnaar Spanje wist te verslaan. En Wiegman wist de titel voor de derde maal te behalen: in 2017 ook al met Nederland.
De finale in een uitverkocht Sankt Jakob-Park in Bazel was er een van hoog niveau, met twee ploegen die wilden voetballen, strijdlust toonden en aan elkaar gewaagd waren. Het aanvallende spel van beide teams ging in hoog tempo heen en weer, maar werd niet beloond met veel grote kansen, laat staan dat die benut werden.
Penaltyspook verdreven
Niet voor het eerst op dit toernooi waren negentig minuten onvoldoende om de winnaar te bepalen. En zelfs niet de verlenging. Voor de derde maal kwam er een strafschoppenserie aan te pas. En opnieuw bleek Engeland in staat die te winnen – na de krankzinnige reeks tegen Zweden in de kwartfinale waarin ze vooral werden gemist. Het historische penaltyspook van het Engelse voetbal hebben in elk geval de Lionesses nu definitief weten te verdrijven.
Om kwart voor negen schoot Chloe Kelly de winnende strafschop binnen, nadat Spanje – ook de vedettes Bonmatí en Mariona Caldentey – er drie had gemist. Grote ontlading bij de ploeg die in de middencirkel stond opgesteld. En een enorme schreeuw van opluchting bij bondscoach Wiegman voor de dug-out, gevolgd door een krachtige omhelzing met haar assistent Arjan Veurink – twee Nederlandse tintjes bij de kampioenen; zowel de vorige als de volgende bondscoach van het Nederlandse elftal. De KNVB hoopt met Veurink de komende jaren wel om de prijzen te kunnen meespelen, zoals dat met Wiegman ook is gelukt.
Lees ook
Lees ookToeschouwersrecords, meer doelpogingen en soms wonderschoon voetbal
Ook zij zouden na het zien van Spanje in de poulefase hebben gedacht dat de regerend wereldkampioen niet zo gemakkelijk te pakken zou zijn. Het team, dat een lastige voorbereiding op het toernooi had, was al vanaf het begin in bloedvorm – met het recordaantal van 14 doelpunten in de eerste drie wedstrijden in de groepsfase. En Engeland, de titelverdediger, was het toernooi juist zo matig begonnen, met een 2-1 nederlaag tegen Frankrijk.
De dreun die Wiegman een paar dagen later aan haar oude team Nederland uitdeelde – 4-0 in Zürich – deed de ploeg goed. Er volgde een verwachte monsterzege op debutant en buurland Wales: 6-1.
Stroeve knock-out fase
Maar in de daaropvolgende afvalrace liep het uitermate stroef. Tot tweemaal toe kwam Engeland met de schrik vrij. Het stond met twee doelpunten achter tegen Zweden in de kwartfinale en wist pas kort voor tijd op 2-2 te komen, na twee late wissels van Wiegman. In de bizarre, en zwakke, strafschoppenserie, won Engeland alsnog.
De halve finale tegen Italië gaf hetzelfde beeld: Engeland stond lang op 1-0 achterstand en wist pas diep in de blessuretijd verlenging af te dwingen, toen het jonge talent Michelle Agyemang de gelijkmaker maakte. Ook zij was pas laat door Wiegman ingebracht. In de verlenging kreeg Engeland een strafschop, die ook toen al door Kelly als winnende goal werd benut.
Opnieuw een finaleplaats voor Wiegman – de vijfde op rij – en de derde op rij voor Engeland maar de kritiek op haar vaste en dus voorspelbare speelstijl zwol in eigen land aan. De Nederlandse coach trok zich er weinig van aan, maar had na die thriller tegen Italië wel gezegd dat haar ploeg in de finale vanaf het begin al met meer tempo en in betere samenhang zou moeten gaan spelen.
Dat lukte in de finale tegen Spanje aanzienlijk beter, al was het niet in staat – zoals Duitsland dat in de halve finale wel had gedaan – de wereldkampioenen te ontregelen. De kritiek op Wiegmans speelwijze of wisselbeleid zal ongetwijfeld verstommen nu ze wederom in staat bleek een achterstand om te buigen in een overwinning. En juist een van haar invallers speelde opnieuw een beslissende rol. Tegen Spanje was de bondscoach gedwongen veel eerder te wisselen dan in haar gebruikelijke slotminuten. Al aan het eind van de eerste helft was vleugelaanvaller Lauren James geblesseerd uitgevallen. Haar vervanger had nauwelijks tijd voor een warming-up, maar ze werd wel en voor de tweede keer dit toernooi de matchwinner, Chloe Kelly.
In het zuidwesten van Duitsland zijn bij een ernstig treinongeval drie mensen omgekomen. Dat meldt de Duitse politie. Ook zijn tientallen mensen gewond geraakt, onder wie zeker drie ernstig.
Het ongeluk gebeurde in een bosrijke omgeving in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. De trein, die rond 18.10 uur was vertrokken en zo’n honderd mensen vervoerde, ontspoorde. Volgens Duitse media was een aardverschuiving, waardoor puin op het spoor terechtkwam, de oorzaak van het ongeluk. In het gebied had het gestormd. Een officieel onderzoek naar het ongeluk volgt nog.
Volgens verslaggevers van de Schwäbische Zeitung werd de voorkant van de trein na de ontsporing zo’n vijf meter omhoog tegen een helling geslingerd en botste vervolgens op bomen. Minstens twee wagons kwamen naast het spoor terecht. Op beelden van de rampplek is te zien hoe reddingswerkers zich naar de geel-witte wagons spoeden, terwijl geschreeuw hoorbaar is en de omgeving van het spoor is bezaaid met omgevallen bomen.
Deutsche Bahn deelt op X zijn medeleven met de slachtoffers en met „iedereen die dit nu moet verwerken”.
De wereld van Donald Trump is er één van vrienden en vijanden, en vrienden zijn degenen die doen wat jij wil. En dus is de handelsdeal tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie niets minder dan een klinkend persoonlijk succes voor de president. „Deze deal gaat ons dichter tot elkaar brengen”, aldus een triomfantelijke Trump op zondagavond. „Het is een partnerschap.”
Op zijn eigen golfbaan aan de Schotse westkust heeft Trump even daarvoor zijn zin gekregen. Al heel lang maakt hij zich boos over de EU, die in Trumps woorden „is opgericht om de VS te naaien” en tot zijn frustratie meer goederen uitvoert naar de VS dan omgekeerd. Maar na een gesprek met Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, is hij in zijn nopjes.
„Dit is een goede deal voor iedereen”, stelt Trump tevreden vast. Von der Leyen, heeft hij eerder al op het golfresort gezegd, „heeft het geweldig gedaan”.
De VS zullen een invoerheffing hanteren van 15 procent voor de meeste goederen uit de EU die het land binnenkomen. Dat is hoger dan de minimale heffingen die de afgelopen decennia golden, maar lager dan de heffingen van 30 procent waar Trump deze maand nog mee dreigde. Het betekent ook een grote verlaging voor de zware heffingen die de Amerikaanse president dit voorjaar oplegde aan auto’s (25 procent). Ook zullen chips en farmaceutica een heffing van 15 procent krijgen en niet de veel hogere heffingen (tot 200 procent) waar Trump eerder mee heeft gedreigd. De heffing van 50 procent op staal en aluminium handhaven de VS wel.
De EU accepteert de hoogte van de nieuwe heffingen en zet daar geen gelijkaardige heffingen tegenover. Voor onder andere sommige landbouwproducten en vliegtuigen en vliegtuigonderdelen gaat een nulheffing aan beide kanten gelden.
En dat is niet het enige: om Trump aan boord te krijgen, zou Von der Leyen beloofd hebben dat er de komende jaren vanuit de EU 600 miljard extra zal worden geïnvesteerd. Daarnaast heeft de EU beloofd voor 750 miljard aan energie (vooral LNG) uit de VS in te kopen en miljarden extra steken in de aankoop van wapens uit de VS.
Een scheve uitkomst voor de Europeanen? Von der Leyen wil er na afloop niets van weten. „Dit is een gigantische deal”, zei de voorzitter van de Europese Commissie na afloop. Ze klinkt haast even enthousiast als Trump.
Jubelende woorden
Met de jubelende woorden van beide leiders keert enige rust terug in de grootste handelsrelatie ter wereld. Vier maanden lang is er koortsachtig onderhandeld tussen Brussel en Washington, een race tegen de klok waarin Trump het vuur nu eens oppookte en dan weer uitstel beloofde.
Maar echt vrolijk is aan Europese zijde niemand. Brusselse ambtenaren en diplomaten zijn opgelucht, maar ook beducht voor de toekomst. „Er zullen nog allerlei losse eindjes zijn waar nog geen oplossing voor is”, waarschuwde een diplomaat uit een EU-land eerder al.
En zelfs als die worden opgelost, zo beseft iedereen in Brussel, is de relatie blijvend veranderd. Europese bedrijven die zaken doen in of met de VS kijken voortaan aan tegen fors hogere handelsmuren dan enkele maanden geleden. Voor tal van producten is het tijdperk van vrije handel tussen de twee grootste handelsblokken voorlopig voorbij.
„Deze deal zal niet goed zijn voor de EU en hij zal niet goed zijn voor de VS”, zo temperde een ander diplomaat al vooraf het enthousiasme. „Er zal minder transatlantische handel zijn. Punt.”
Dreigementen
Alle regels gingen overboord, in de gesprekken die Amerikaanse en Europese onderhandelaars de afgelopen maanden voerden. De meeste handelsovereenkomsten zijn jaren in de maak, niet maanden zoals hier het geval was. Ze worden in achterkamertjes tot in detail uitgewerkt, niet gedomineerd door eenzijdige beschuldigingen en dreigementen via sociale media. En doorgaans draaien ze om het openen van markten door heffingen te verlagen, niet om het verhogen ervan.
Maar onderhandelen met het Witte Huis van Donald Trump is nu eenmaal onvergelijkbaar, zo beseften de Europeanen gaandeweg. Ze waren bereid een akkoord op hoofdlijnen te accepteren en realiseerden zich al snel dat Trump niet te overtuigen was met een voorstel om de bestaande Europese invoerheffingen te verlagen. Er zouden heffingen komen, hoe dan ook.
Lastiger was het feit dat de Amerikanen in de onderhandelingen steeds uiteenlopende doelen nastreefden. Het ene moment beklaagde het Witte Huis zich over het ongelijke speelveld. De VS hanteerden tot voor kort lagere invoerheffingen dan de EU, die met name de eigen landbouwsector altijd met hoge heffingen beschermde.
Maar er klonk ook onvrede in het Witte Huis over EU-regelgeving voor Big Tech, veiligheidsregels voor auto’s en voedselstandaarden. Daar wilde de EU de afgelopen maanden niet aan tornen. Tegelijkertijd maakte Trump herhaaldelijk duidelijk dat de heffingen in enige vorm wel moesten blijven. Alleen zo zouden er fabrieken terugkeren naar de VS en met de rest van de wereld kunnen concurreren, en bovendien waren de heffingen inmiddels een inkomstenbron geworden.
In het duister
Het leidde tot een scheve strategie van beide zijden. Voor de EU waren heffingen altijd een ongewenst middel, voor het Witte Huis ten minste deels een doel op zich. De Europese onderhandelaars tastten voortdurend in het duister over de wensen van hun gesprekspartners. Het is elke ochtend maar gissen wat Trump op Truth Social plaatst, zo omschreef een hooggeplaatste ambtenaar het.
De afgelopen weken werden scheurtjes zichtbaar in het gemeenschappelijke front dat de EU wilde tonen. Landen die veel te verliezen hadden als hun bedrijven met grote tariefmuren te maken kregen, zoals Duitsland en Italië, werden zenuwachtig. Andere landen, Frankrijk voorop, waren de dreigementen juist spuugzat en vonden dat de EU het spel harder moest spelen.
Zo bezien was de uitkomst er een waardoor ook Europese diplomaten met enige opluchting ademhaalden. Slechter dan gehoopt, beter dan gevreesd. En nu maar hopen, zo viel al direct na het nieuws van de deal te horen, dat deze afspraak niet over een maand achterhaald is. De komende weken onderhandelen beide partijen nog door om de details in te vullen, zo zei Von der Leyen al.