Waar gaan mensen op vakantie? ‘Ik ga met mijn ouders en broertje naar Zuid-Afrika, voor ons plezier’

Bakker Wim Sanders (86) uit Schiebroek-Zuid in Rotterdam zit het grootste deel van de zomer in zijn voortuin, asbak en straalkachel naast zich. Door de longkanker heeft hij het altijd koud en was het reisje met zijn dochter en schoonzoon naar Winterberg eigenlijk al wat veel. Achtstegroepers Pim, Vince, Jonas, Alexander en Maxime uit de Archipelbuurt in Den Haag weten allemaal „veel over vakantie” en vertellen bij een McFlurry Oreo in McDonald’s naar welke verre landen ze deze zomer gaan: Frankrijk, Spanje, Kroatië, Zuid-Afrika, Dubai, Thailand. Student organisatie en management Daphne Nieuwdorp (22) uit het Zeeuwse dorp Kwadendamme is de afgelopen jaren naar Bali geweest, naar de Filippijnen, naar Kenia en Oeganda. Voor dit jaar staat Griekenland op het programma. Toch voelt ze de meeste rust bij haar ouders thuis in Zeeland. Nico en Anita Schreuder, eigenaars van Overbos Recreatiepark bij Vathorst, kijken ook dit jaar weer met veel plezier naar hun vaste gasten, van wie sommige hier al meer dan een halve eeuw komen. Ze wonen bijna allemaal in de buurt. Ja, de A28 gaat nu pal langs het park, de vrachtwagens razen voorbij. Maar daar wen je dus aan. En waar in Nederland is het wel echt stil?

NRC volgt in 2025 drie stadswijken en een dorp die min of meer representatief zijn voor Nederland: een kwetsbare buurt in Rotterdam, een negentiende-eeuwse wijk in Den Haag, een dorp in Zeeland en een vinexwijk in Amersfoort.

In januari vroegen we bewoners naar hun verwachtingen voor het nieuwe jaar, in februari naar hun noodpakket, in maart naar de boodschappen, in april naar de opvoeding, in juni naar hun avondeten. Deze keer vragen we wat ze doen in hun zomervakantie. Gaan ze op reis? Hoe ver? Met wie?

RotterdamSchiebroek-Zuid

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: onbekend
Koopwoningen: 20 procent
Gemiddelde woningwaarde: 276.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 25- tot 45-jarigen (25 procent )

Wim Sanders is net met zijn dochter en schoonzoon vijf dagen naar een pension in Winterberg geweest, in Duitsland. „Alleen slapen, we eten niet veel”. Hij is 86 en heeft longkanker, na een paar happen zit hij vol. Zijn dochter en schoonzoon hebben hun maag laten verkleinen. „We hebben de skiliften bekeken en we hebben een boottochtje gemaakt, heel mooi.” In eerdere jaren vloog hij ’s zomers naar Curaçao, zijn zoon handelt er in koelcellen en airco’s. Zo ver, dat lukt niet meer.

Nu zit hij hele dagen in zijn voortuin met een asbak en een straalkachel naast zich. „De dokter zei: blijf jij maar lekker roken.” Vanuit zijn tuinstoel kijkt hij naar zijn zelf aangelegde vijver met koikarpers en goudvissen. Er hangen gekleurde lampjes boven. Hij kijkt naar zijn zelfgebouwde hokken met kippen, naar de passanten op straat, naar de flat aan de overkant, met op de hoek een uitgebrande scooter. „Ik heb de politie er wel tien keer over gebeld.”

Hij belde de politie ook toen buurtkinderen voor de tweede keer alle koeien, eendjes en kabouters van de rand van zijn vijver in het water hadden gegooid. „De wijkagent zei: daar komen we niet voor.” Nu heeft hij een camera opgehangen. Nieuw is ook het bordje op zijn tuinhek: ‘Verboden toegang’.

Rond zes uur gaat Wim Sanders naar binnen. Overal beeldjes, vijf parkieten, siervissen in drie aquariums. De televisie brult, de verwarming loeit. Hij sluit zijn gordijnen en warmt de maaltijd op die zijn dochter heeft meegebracht. Dan trekt hij een panty aan en een gesmokte zwarte damesjurk. In de kast hangen ook een rode jurk met glitters en een roomwitte. Zo kijkt hij televisie op de bank en zo slaapt hij ook. „Als ik nu jong was geweest had ik mezelf laten ombouwen”, zegt hij. „Die keuze had je toen niet.” Het gezin was gereformeerd. Toen zijn moeder hem zag in de kleren van zijn oudere zus nam ze hem mee naar de dokter en de dominee.

Het bordje met Verboden toegang hing Wim Sanders op toen buurtkinderen voor de tweede keer alle koeien, eendjes en kabouters van de rand van zijn vijver in het water hadden gegooid.

Foto’s Hedayatullah Amid

Wim Sanders deed de ambachtsschool, haalde zijn middenstandsdiploma, een bakkersdiploma voor banket en voor brood. Zijn vader had een bakkerij in Rotterdam waar hij al jong werkte. Voor hij trouwde, vertelde hij zijn vrouw over de jurken en pruiken. „Oh, zei ze, laat eens zien dan.” Ze kochten een bakkerij in Amersfoort, met een lening van zijn vader. Elke week reed hij in zijn oude Volvo naar zijn vader om 65 gulden af te betalen. Later had hij zelf een bakkerij in Rotterdam. Eens in de maand ontmoette hij andere mannen in dameskledij, „advocaten, dokters”. In 2004 verhuisden hij en zijn vrouw naar Schiebroek-Zuid. Zij overleed eind 2016 aan „zware suiker”.

Tot december vorig jaar werkte hij nog, als koerier voor een bedrijf dat voor de overheid identiteitsbewijzen vervoert. Dat veel jonge mannen in de flat tegenover hem niet werken, irriteert hem mateloos. Hij rijdt nog altijd auto, maar lange ritten maakt hij niet meer. Twee keer raakte hij in zijn huis buiten bewustzijn, sindsdien draagt hij een noodknop. Hij weet niet hoe ziek hij is of hoe lang hij nog zal leven. Hij wil geen operaties „of wat dan ook”. Elke avond voor het slapen bidt hij. Elke ochtend is hij dankbaar dat hij er nog is. „Ik zoek nog een lieve vrouw”, zegt hij. „Wil je dat opschrijven?”

Den Haag Archipelbuurt

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 72.400 euro
Koopwoningen: 54 procent
Gemiddelde woningwaarde: 639.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 64-jarigen (30 procent)

Jongetjes waren ze nog in april, bijna jongens, en jongetjes zijn ze nog steeds, Pim, Vince, Jonas en Alexander. En toch: alweer meer bijna jongens dan de vorige keer. Cooler in hun uitstraling, stoerder in hun gedrag. Toen waren ze aan het voetballen op het speelplein achter hun school in de Atjehstraat en vertelden ze – voor deze serie verhalen – over de vrijheid die ze van hun ouders kregen, de regels. Nu racen ze op hun fietsen naar de McDonald’s op het Buitenhof om „met de krant” te praten over hun vakantie. Vriend en klasgenoot Maxime is mee, want: „Maxime weet veel over vakantie.” Bij de bestelzuilen vragen ze of de „cameraman” zo ook nog komt. En mogen ze echt bestellen wat ze willen? Wow, zoiets hebben ze nog nooit meegemaakt. „Heel erg dankjewel.” Dat wordt dan drie keer de McFlurry Oreo, één keer de Oreo Frappé en één keer de aardbeienmilkshake met deluxe chocoladedrizzle.

Het zijn de laatste dagen voor ze de basisschool voorgoed gaan verlaten. Ze hebben net de laatste generale repetitie van de afscheidsmusical gehad. Pim: „Het was niet onze beste uitvoering.” Jonas: „Het publiek was heel enthousiast, maar toen we gingen zingen, klapten ze in de verkeerde maat mee. En toen zongen wij ook in de verkeerde maat.” Morgen is de finale en ja, dan moet alles goed gaan. „Het schijnt”, zegt Pim, „dat je pas daarna beseft dat het echt voorbij is. En dan moet je huilen.”

„Nu niet”, zegt Jonas. „Nu heb ik er geen gevoelens bij.”

„Morgen wel”, zegt Pim.


Zoom in

Behalve op vakantie met hun ouders gaan Maxime, Vince, Alexander, Jonas en Pim deze zomer ook op surfkamp, naar Duinrell, voetballen en naar de film.

Foto’s Bart Maat

Oké, ze hadden dus gezegd dat Maxime veel over vakantie weet. Maar dat was een beetje voor de grap. „Sorry daarvoor.” Ze waren aan het afspreken en toen wilden ze hem niet alleen achterlaten. „We weten allemaal veel over vakantie”, zegt Pim.

Maxime knikt en zegt: „Ik ga met mijn ouders en mijn broertje naar Zuid-Afrika, voor ons plezier.”

Vince: „Wij gaan naar Dubai en Thailand, ook voor ons plezier.”

Alexander: „Wij gaan twee weken naar Kroatië. Vorig jaar waren we daar ook en toen gingen we een week zeilen en een week in een huisje. Maar bij dat huisje waren echt vieze beesten, heel grote rupsen en zo, met heel veel poten. Dus dat doen we dit jaar niet weer.”

„Wij waren op Bali vorig jaar”, zegt Jonas. „Dat was in de meivakantie. En toen zag mijn zus een gespleten tong door een kier van de badkamerdeur. Die deur was doorzichtig, wazig doorzichtig, en daarachter zag ze een enorme salamander. We hebben er een filmpje van. Zal ik vragen of ze het opstuurt?”

Voor Jonas en zijn familie wordt het dit jaar ook Kroatië. En Pim? „Ik geloof dat we eerst naar Zuid-Frankrijk gaan, naar een villa, met de hele familie. En daarna naar Baskenland, een beetje rondtrekken, van hotel naar hotel. Maar het kan ook zijn dat we eerst naar Baskenland gaan.”

En verder in die eindeloos veel vrije weken die voor hen liggen: surfkamp, Duinrell, chillen op de camping, voetballen, naar de film. Ze hebben alle vijf een havo- of vwo-advies. Ze gaan naar het VCL of het Maerlant. En daarna? Jonas, Pim en Vince: profvoetballer. Alexander: ondernemer. Maxime: straaljagerpiloot. „Rusland is aan het dreigen”, zegt hij. „We willen een groter leger. Dus automatisch meer straaljagerpiloten.” Ja, ja, ja, zeggen Jonas, Pim en Vince. Rusland is aan het dreigen. Als profvoetballer niet lukt, gaan zij ook bij het leger.

Borsele Kwadendamme

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 36.400 euro
Koopwoningen: 72 procent
Gemiddelde woningwaarde: 317.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 65-jarigen (30 procent)

De Zak van Zuid-Beveland kleurt rood. De eigenaresse van kiosk De Fruitsalon in Kwadendamme draagt haar kersenshirt en kersenketting. Geïmproviseerde kraampjes langs de weg verkopen bakjes vol rode vruchten. De kersentijd is aangebroken in het grootste fruitteeltgebied van Nederland. Ook de bessen worden geplukt. De seizoenen tekenen zich in deze streek scherp af, in een duidelijk kleurenschema. In september is het tijd voor groen: appels en peren.

Het Zeeuwse dorp met nog geen duizend inwoners is in juli tegelijk leeg en vol. Wie hier woont is met vakantie, toeristen zoeven in groten getale op hun elektrische fietsen door het plaatsje. Ze komen naar dit gebied voor de slingerende bloemdijken, de kleinschalige, kneuterige landbouw, de strandjes en het fruit. Ze houden pauze op de minicampings of in café René, een bruine kroeg met vijf biljarttafels. In de zomer vullen de stoelen zich met in lycra gestoken fietsers.

Het is kersentijd in Kwadendamme, Zeeland.

Foto’s Wouter Van Vooren

Daphne Nieuwdorp (22) staat achter de bar en heeft vandaag de leiding. Dit is haar vakantiebaan, ze werkt soms wel zes dagen in de week. Ze is geboren en getogen in het naastgelegen Oudelande. Hoewel ze een kamer heeft in studiestad Tilburg, brengt ze weekenden en vakanties met vrienden en familie in Zeeland door. „Hier ben ik thuis. Ik kom altijd weer terug.”

Deze zomer markeert voor haar een overgangsfase, de tijd tussen het ‘lossere’ leven en het ‘volwassen’ bestaan, zo voelt het voor haar. Ze begint binnenkort aan een master in Tilburg, met een stage bij Philips die veel van haar zal vragen.

Daphne is inmiddels achter de bar vandaan gekomen en gaat op een stoeltje aan een cafétafel zitten. Om haar pols draagt ze een rood-wit-zwarte armband van gedraaide wol. „Van de moedertempel in Bali”, zegt ze. In januari haalde Daphne haar bachelordiploma in organisatie en management. Daarna maakte ze een reis door Indonesië en de Filippijnen. In Bali zocht ze een vriendin op die ze nog kent van de middelbare school en daar is gaan wonen om huisjes te verhuren. „Niks voor mij,” zegt Daphne. „Ik ben veel te gehecht aan hier.”

In de zomervakantie voelt Daphne zich rustig. Dan is ze in Zeeland en hoeft ze niet voortdurend heen en weer te reizen tussen familie, vrienden en studie. „De zomer is voor mij de tijd om op één plek te zijn. Ik heb een grote sociale batterij, maar soms heb ik rust nodig.” Vanavond eet ze bij haar ouders. Haar vader is fruitteler, haar moeder praktijkondersteuner bij een huisarts. „Mijn broer van 24 is lasser en woont nog thuis, maar misschien is dit wel de laatste zomer waarin we zo gemakkelijk met z’n vieren aan tafel zitten.” In augustus gaat ze nog een week naar Griekenland met haar vriendinnengroep. Vorig jaar was ze in Oeganda en Kenia, de komende jaren wil ze nog wel wat verre reizen maken. „Maar op een gegeven moment – misschien als ik een gezin heb – blijf ik dichterbij.”

Student Daphne Nieuwdorp (22) werkt de hele zomer in Café René in Zeeland, waar ze vandaan komt en haar familie woont.

Foto Wouter Van Vooren

Amersfoort Vathorst-De Laak

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 52.200 euro
Koopwoningen: 64 procent
Gemiddelde woningwaarde: 491.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 30- tot 39-jarigen (29 procent)

„De meeste bezoekers ken ik”, zegt Anita Schreuder turend over de waterplas. De meneer die het water in duikt, komt vrijwel elke dag. „Even een rondje zwemmen en weer naar huis.” Het theekransje van vier dames aan de overkant is de visite van mevrouw Van Barlingen. „Zij staat hier al 54 jaar.” Het groepje jongemannen dat ligt te zonnen op het strandje: „Kwamen hier al met hun ouders”.

Overbos Recreatiepark is een natuurbad omringd door stacaravans en chalets met weelderige tuinen. Een verborgen vakantieparadijs tussen Landgoed Hoevelaken, het riviertje de Laak en nieuwbouwwijk Amersfoort-Vathorst. Te vinden pal aan de A28, vanaf station Vathorst over het fietspad net aan de andere kant van het viaduct.

Een idylle, en dat willen eigenaren Nico en Anita Schreuder graag zo houden. Vandaar het hek met pasjessysteem en geen losse verkoop. Alleen toegang voor abonnementhouders. Van de 125 plaatsen is 90 procent seizoenplaats, van 1 april tot 1 oktober. Een deel van de recreanten komt al vele jaren.

Op Overbos Recreatiepark geen anonimiteit en geen jongens en meisjes die rotzooi trappen. Hier draait het om de „dorpse” sfeer, zegt Schreuder. Mensen die elkaar nog kennen. Groeten. Een praatje maken. De camping als plek van rust in een snelle wereld. Haar schoonouders begonnen Overbos Recreatiepark in 1969 en eind jaren tachtig haakte Anita Schreuder aan. De waterplas is – zoals in heel Nederland – ontstaan uit een zandafgraving voor de aanleg van wegen en woningbouw. De eerste recreanten kwamen met vouwwagens. Daarna werden het caravans. Campers. Toen stacaravans. En nu vind je rondom het water ruime chalets met serres en weelderige tuinen, compleet met keuken, wasmachine en tv.

Anita Schreuder kent de meeste bezoekers die te gast zijn bij Overbos Recreatiepark bij Vathorst, waar ze eigenaar van is.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Een groot deel komt uit de directe omgeving. Amersfoort, Hoevelaken, Nijkerk, Utrecht, Bilthoven. En ja, Schreuder kent ook chaleteigenaren uit nieuwbouwwijk Vathorst, pal aan de andere kant van het viaduct. Genoeg wonen er op amper tien minuten rijden. In grote huizen. Met ruime tuinen. Alle luxe die je wenst. En toch zitten zij liever de hele zomer hier op de camping.

„Ik denk dat mensen optimaal willen genieten van hun vrije tijd”, zegt Schreuder. „Voor de prijs waarvoor je drie weken in Kroatië op vakantie kunt, zit je zes maanden op de camping.” En thuis, zegt ze, voelt toch anders. „Dan heb je altijd het idee dat je nog iets moet doen. Stofzuigen. Werk. Hier laten mensen dat los.”

Overbos Recreatiepark kende een dipje in de jaren negentig, toen veel Nederlanders liever naar het buitenland op vakantie gingen. Maar inmiddels is er voor de seizoensplekken een wachtlijst. Vooral sinds corona zijn mensen zo’n eigen plekje meer gaan waarderen. En ook de hitte in het buitenland speelt volgens Schreuder een rol. En dan maakt het de vakantiegangers niet eens meer uit dat je hier pal aan de snelweg zit en de vrachtwagens voorbij ziet razen. „Je went eraan”, zegt Schreuder. „En waar in Nederland is het nou nog wel echt stil?”

Overbos Recreatiepark bij Vathorst.

Foto Dieuwertje Bravenboer