VS en Iran gaan praten, met de wapens in de aanslag

Tussen alle mondiale opwinding over de invoerheffingen door had president Trump maandag nog een verrassende mededeling: komende zaterdag zullen de Verenigde Staten en Iran met elkaar onderhandelen „op zeer hoog niveau”, zei hij. Als dit onverhoopt niet tot een akkoord leidt over de inperking van Irans nucleaire programma, zo voegde Trump er aan toe, is Iran „in groot gevaar” . Een toespeling van de president op zware Amerikaanse bombardementen op Iran, waarmee hij eerder al had gedreigd. Washington heeft ook al versterkingen naar het Midden-Oosten gestuurd.

De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araghchi bevestigde de ontmoeting . Die zal in Oman plaatsvinden, dat al vaker heeft bemiddeld tussen Iran en de VS. Araghchi zelf, die veel ervaring heeft met het nucleaire dossier, leidt de Iraanse delegatie. Trump stuurt zijn Midden-Oosten-gezant Steve Witkoff. Niet helder is of de twee zijden elkaar direct of indirect spreken. Dat laatste was bij zulke contacten de laatste jaren gebruikelijk. Bemiddelaars traden dan op als boodschappers over en weer.

Schaduw over Midden-Oosten

Door deze aankondiging lijkt een brandende internationale kwestie, die al meer dan een decennium een schaduw over het Midden-Oosten werpt, na jaren van stagnatie in een stroomversnelling te raken. Vooral voor Iran, maar ook voor de VS, Israël en andere landen in de regio zoals Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, staat er daarbij veel op het spel.

Hoewel Iran tot op de dag van vandaag volhoudt dat zijn nucleaire programma louter vreedzame doeleinden dient, vrezen de Amerikanen en hun bondgenoten dat Teheran in werkelijkheid aast op de productie van kernwapens. Juist omdat Irans positie in het Midden-Oosten het afgelopen jaar aanzienlijk is verzwakt, dringen sommige aanhangers van de harde lijn in Teheran de laatste maanden aan op ontwikkeling van een eigen kernwapen.

De zorgen om het Iraanse programma leidden in 2015 na lange onderhandelingen tot een internationaal akkoord, waarbij Iran beloofde zijn nucleaire programma fors te beperken in ruil voor de opheffing van economische sancties.

Het was echter Trump die tijdens zijn eerste termijn als president de VS in 2018 eenzijdig terugtrok uit dit volgens hem voor Iran veel te vriendelijke akkoord, ook al hadden de Iraniërs dat tot dan toe strikt nageleefd. In plaats daarvan legde hij in het kader van zijn beleid van ‘maximale druk’ op Iran juist veel extra sancties op, waaronder de Iraanse economie fors had te lijden.

Kwade trouw

De Iraniërs beschuldigden de VS van kwade trouw en begonnen vervolgens aanzienlijke hoeveelheden uranium te verrijken. Een deel daarvan is tot 60 procent verrijkt, een hoog niveau dat voor vreedzame doeleinden helemaal niet is vereist. Volgens deskundigen zou Iran desgewenst inmiddels binnen enkele maanden over een kernwapen kunnen beschikken.

Sinds zijn rentree in het Witte Huis heeft Trump Iran al herhaaldelijk met geweld gedreigd als het zijn nucleaire programma niet opgeeft. Ook maandag, met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu aan zijn zijde in het Witte Huis, zei hij dat de VS en Israël „verenigd in hun doel zijn dat Iran geen kernwapens krijgt”. Netanyahu pleit al jaren voor bombardementen op Iran om zijn nucleaire faciliteiten te vernietigen.

Het Iraanse regime verkeert ditmaal in een veel zwakkere positie dan in 2018. Toen was zijn zogenoemde ‘as van verzet’, een los samenwerkingsverband van sterke sjiitische milities in het Midden-Oosten zoals het Libanese Hezbollah, het Palestijnse Hamas, de Jemenitische Houthi’s en groepen in Irak en Syrië, nog intact. Het Syrische bewind kwam echter vorig jaar ten val en Hamas en Hezbollah kregen zware klappen van Israël. Ook wist Israël bij een directe gewapende confrontatie met Iran de luchtverdediging rond belangrijke Iraanse nucleaire faciliteiten goeddeels te verwoesten.

Moreel gezag geslonken

Bovendien is de Iraanse economie verder verzwakt en is het morele gezag van de regering – na het meedogenloos neerslaan van een protestbeweging voor meer vrijheid voor de vrouw in de herfst van 2022 – bij de eigen bevolking verder geslonken.

De grote vraag is nu of Iran bereid is om door de knieën te gaan voor de Amerikanen. Tot dusverre heeft opperste leider Ali Khamenei categorisch uitgesloten dat Iran onder druk van Trumps dreigementen met de Amerikanen om de tafel zou gaan zitten. De Iraanse president Masoud Pezeshkian daarentegen heeft wel interesse in een nieuw akkoord met de VS getoond.

In het verleden hebben de Iraanse leiders nooit vanuit een positie van zwakte willen onderhandelen. Waarom Teheran nu dan alsnog overstag is gegaan, is niet direct duidelijk. Toch zal Iran zijn nucleaire programma, waarin het veel heeft geïnvesteerd, niet zomaar willen opgeven als het daar niets substantieels voor terugkrijgt, met name opheffing van economische sancties.

In het verleden heeft Trump er ook vaak op aangedrongen dat Iran niet alleen zijn nucleaire programma opgeeft, maar tevens zijn ballistische raketten ontmantelt. Bij gebrek aan een moderne luchtmacht vertrouwt Iran voor zijn veiligheid echter juist in hoge mate op zijn geavanceerde raketten. „Over ons raketprogramma gaan we in elk geval niet onderhandelen”, zei Araghchi al in 2019 in een gesprek met deze krant.

Mochten de onderhandelingen in Oman mislukken, dan neemt de kans op een nieuw gewapend conflict in het Midden-Oosten snel toe. Of Trump, die ondanks zijn agressieve retoriek niet bekend staat als een liefhebber van buitenlandse oorlogen, dit al met al aandurft is onzeker. Iran, dat nauwe betrekkingen met zowel Rusland als China heeft, zou ondanks de Amerikaanse militaire superioriteit vrijwel zeker hard proberen terug te slaan. Tegen Amerikaanse bases in het Midden-Oosten, maar mogelijk ook tegen doelen in met de VS bevriende buurlanden als Saoedi-Arabië en de Emiraten. Daarmee zou de wereld weer een groot en gevaarlijk conflict rijker zijn.