‘Vroeger kon ik me geen leven buiten Amsterdam voorstellen’

Wim: „Ik ben niet zozeer druk als wel bezig. Er is altijd veel te doen als je een buitenplaats zoals Huis Landfort bewoont. Ik draag zorg voor de collectie, geef rondleidingen en doe heel veel regeldingen voor rondleidingen, zoals lampen aan en uit doen, deuren openen. Verder ben ik continu bezig de collectie in het landhuis te verfijnen. In de oranjerie bijvoorbeeld bevindt zich een collectie van dertig porseleinen papegaaien. Als ik ergens een mooiere tegenkom, gaat er een minder mooie naar het depot.”

René: „Als je hier over een paar jaar zou komen, ziet het er weer anders uit. Dan zijn er weer objecten aangekocht, geschonken of in bruikleen gegeven. We zijn soms uren bezig met schuiven, passen en meten van interieurstukken. Als we de grote tafel dekken voor een diner, zijn we daar samen wel een dag mee bezig: tafel vergroten met tafelbladen, met damast, serviezen en zilver dekken, kandelaars en vele bloemen. Onze missie is bezoekers te enthousiasmeren voor deze buitenplaats.”

Wim: „René en ik zijn de huurders van Huis Landfort, dat stamt uit 1434. René is ook oprichter en voorzitter van stichting Kastelen, (historische) Buitenplaatsen en Landgoederen [sKBL] en directeur van stichting Erfgoed Landfort, die deze buitenplaats bezit.”

We leiden niet het leven van doorsnee senioren

René: „Ik heb een heel ander dagritme dan Wim. Ik zit om 8.30 uur achter mijn bureau in het koetshuis. Vanaf die plek geef ik leiding aan de hele operatie binnen en buiten, die wordt uitgevoerd door medewerkers en vrijwilligers. Rond 17.30 uur begint mijn privéleven weer in het landhuis.”

Wim: „We leiden niet het leven van doorsnee senioren.”

René: „We houden van de harmonie, schoonheid, natuur hier – en die liefde delen wij met circa 7.500 bezoekers per jaar. Daar leven we voor. We organiseren jaarlijks heel wat evenementen: we doen mee met de Open Monumentendagen, houden Open Tuinendagen, organiseren stinzenwandelingen en rondleidingen, lezingen en huisconcerten.”

Wim: „We zijn passanten in dit huis. Zonder onze bewoning zou het een levenloos decor zijn. Bezoekers vinden het altijd heel bijzonder hoe wij hier leven.”

Ingrijpende renovatie

René: „Toen we hier in 2017 kwamen, is Huis Landfort onder onze leiding ingrijpend gerenoveerd. In 2023 was het klaar. Het huis is nu beter geïsoleerd, het koetshuis is herbouwd en de moestuin is opnieuw aangelegd. Ook het park, ontworpen door architect Johan David Zocher jr., is onder handen genomen.”

Wim: „Eerder woonden we in Amsterdam, later in Broek in Waterland. Toen zijn wij Huis te Manpad in Heemstede gaan bewonen.”

René: „Ook dat huis hebben we gerestaureerd en verfraaid, en ook daar organiseerden we privéconcerten en lezingen.”

Wim: „Maar omdat het daar erg druk werd door vliegtuig-, trein- en autolawaai en er steeds meer bebouwing kwam, zijn we naar de Achterhoek vertrokken. En nu zitten we hier op 50 hectare in the middle of nowhere, op een paar meter van de Duitse grens. Terwijl ik me vroeger geen leven buiten Amsterdam kon voorstellen.”

René: „Voor mij was ons vertrek uit Amsterdam juist een bevrijding. Ik kan niet leven zonder natuur. Hier, op het platteland, word ik minder afgeleid door allerlei prikkels.”

Wim: „In Broek in Waterland bleek ik het ook leuk te vinden, ik begon van het buitenleven te genieten. En naarmate je ouder wordt, taal je ook minder naar dingen als uitgaan tot diep in de nacht.”

René: „Of eindeloos tentoonstellingen en concerten aflopen.”

Wim: „We hebben nog wel een appartement in Zutphen, maar daar zijn we niet veel. Dat houden we aan met oog op later.”

We zijn passanten in dit huis. Zonder onze bewoning zou het een levenloos decor zijn

Met pensioen

René: „In maart volgend jaar ga ik met pensioen, maar we blijven hier wel wonen. Het zal wel gek zijn om niet meer elke dag naar het koetshuis te gaan om er te werken. Al blijft hier genoeg te doen en heb ik voldoende energie om nieuwe initiatieven te bedenken. Je inzetten voor het voortbestaan van de Nederlandse buitenplaatsen blijft werk genereren.”

Wim: „Ik was regisseur en producent van amusementsprogramma’s bij Endemol, en ben al enkele jaren met pensioen. Maar ook ik ben nooit gestopt met werken. Ik heb een documentaire gemaakt over deze buitenplaats en heb ouderen geïnterviewd over hun leven.”

René: „In onze vrije tijd ontvangen we vrienden en gaan we af en toe naar een concert of museum.”

Wim: „Ik golf één keer per week, René iets minder vaak. Ik ben totaal talentloos, maar vind het wel erg leuk.”

René: „We zijn beroeps-beginners.”

Wim: „Elk jaar gaan we met vakantie, dit jaar waren we een paar weken op Sicilië. We blijven meestal in Europa. Toen we nog in Heemstede woonden, was het daar ’s winters in huis zo koud dat we graag naar een warm land gingen. Maar dit huis is sinds de renovatie ook in de winter bewoonbaar.”

René: „We vliegen steeds minder. Enerzijds omdat Schiphol hier ver vandaan is, anderzijds omdat we vliegen tegenwoordig wel een dingetje vinden. Bovendien hebben we al veel van de wereld gezien.”

Wim: „Ik hoop zo lang mogelijk betrokken te blijven bij Landfort.”

René: „Ik denk dat ik de komende tien jaar nog iets ga doen, maar ik weet nog niet wat. Een boek schrijven misschien, of een nieuwe stichting oprichten, er is nog zoveel dat bewaard moet blijven. Maar ooit zullen we uit dit paradijs weggaan.”

Wim: „Niets is blijvend. We zien het wel.”