Vrijwillige stikstofreductie levert de natuur gewoon te weinig op, blijkt uit vonnis in Greenpeacezaak

De dag voor de rechtbank uitspraak zou doen in de stikstofzaak publiceerde het ministerie van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur (LVVN) een lijst met alle stikstofmaatregelen die sinds 2019 zijn genomen. Het is een flinke lijst: 29 programma’s, regels en regelingen. Een uitkoopprogramma voor piekbelasters. Een financiële regeling voor boeren die in de buurt van een natuurgebied zijn gevestigd en willen verhuizen. Strengere regels voor de industrie.

En toch besloot de rechtbank Den Haag afgelopen woensdag dat de overheid meer moet doen om de uitstoot van stikstof en de overbelasting van natuurgebieden terug te dringen. Sterker nog, de rechter had zo weinig vertrouwen in de stikstofplannen van het kabinet dat er een dwangsom is opgelegd voor als de uitspraak niet opgevolgd wordt. Dat is uitzonderlijk – normaal gesproken gaat de rechter ervan uit dat de staat zich aan een gerechtelijke uitspraak houdt.

Hoe zit het nu? Is er inderdaad al veel stikstofbeleid, of gebeurt er te weinig?

Van belang is hoeveel stikstof er landt in Natura 2000-gebieden. Sommige vormen van natuur, zoals heide en veen, verslechteren door hoge stikstofniveaus en worden overwoekerd door grassen en bomen die wel goed groeien op stikstof. Natuurgebieden verschillen daardoor in hoeveel stikstof ze aankunnen. Voor elk type natuur is een zogenoemde ‘kritische depositiewaarde’ vastgesteld, de maximale waarde stikstof die de natuur aankan. Als die lager is dan 2.400 mol (een mol is zo’n veertien gram stikstof) per hectare per jaar, is een gebied stikstofgevoelig. Als de waarde hoger is, kan de natuur verslechteren. Sommige gebieden zijn zéér stikstofgevoelig, zoals vochtige heide in laagveengebied. Dat heeft een kritische depositiewaarde van vijfhonderd mol per hectare.

Piekbelasters uitkopen

Uit cijfers van het RIVM en Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat opeenvolgende kabinetten er niet in zijn geslaagd om de stikstofneerslag te verminderen. Nog altijd is de belasting van kwetsbare natuurgebieden gemiddeld een kleine vijfhonderd mol hoger dan de natuur aan kan. Eind dit jaar had 40 procent van de Europees beschermde Natura 2000-gebieden geen last meer moeten hebben van een te hoge stikstofbelasting. Nederland zal blijven steken op nog geen 29 procent, blijkt uit prognoses.

„Deze uitspraak was onvermijdelijk, maar dit kabinet heeft hem wel versneld”, zegt Jan Willem Erisman, hoogleraar Milieu en Duurzaamheid (Universiteit Leiden). „Met een Nationaal Programma Landelijk Gebied, met een transitiefonds met daarin miljarden, was er kans op vooruitgang in het stikstofdossier. Maar die programma’s en fondsen zijn afgeschaft, en dat heeft geleid tot deze uitspraak.”

Beleid dat wel doorgezet werd, leverde minder op dan gehoopt. Neem de uitkoopregeling voor piekbelasters, een van de belangrijkste maatregelen op de lijst van het ministerie. Dat idee kwam in 2022 van Johan Remkes, die voorstelde de uitstoot van vijf- tot zeshonderd grootste piekbelasters tot bijna nul te reduceren door ze bijvoorbeeld uit te kopen. Het zou de stikstofbelasting gemiddeld met zo’n honderd mol per hectare verminderen – een vijfde van wat nodig is. Dat zou binnen een jaar moeten, waarschuwde Remkes. Anders zou het land nog verder op slot gaan.



Het ministerie besloot inderdaad piekbelasters uit te kopen, maar de regelingen kregen een sterk vrijwillig karakter en werden opengesteld voor de drieduizend grootste belasters, waardoor ook wat kleinere piekbelasters mochten meedoen. Twee jaar na het advies van Remkes sloot de regeling: ruim zeshonderd boeren laten zich uitkopen. Helemaal zeker is dat nog niet, want boeren kunnen zich nog terugtrekken.

De uitkoop levert een stikstofreductie van ongeveer 32 mol per hectare op, stelt het ministerie. „Met een reductie van 32 mol bescherm je de natuur natuurlijk niet”, zegt Erisman. „Terwijl die twee uitkoopregelingen gezamenlijk bijna drie miljard euro kosten, dat is best veel per mol.” Een andere uitkoopregeling, waaraan ook een kleine zeshonderd boeren meedoen, levert naar verwachting zo’n twee mol reductie per hectare op.

Andere regelingen zijn vrij beperkt in schaal. Zo maakten 36 boeren gebruik van financiële ondersteuning voor nieuwe technische oplossingen om hun uitstoot te verminderen. En 27 van een subsidie om minder intensief vee te houden rond Natura 2000-gebieden.

Wegverkeer

De rechters houden de overheid nu aan de doelen die het zelf heeft opgesteld. De ‘stikstofwet’ uit 2021 moest laten zien dat het de Nederlandse overheid ernst was om de stikstofuitstoot te reduceren. Het natuurdoel voor dit jaar is echter inmiddels zo ver uit beeld, dat de rechter bepaalde dat het onhaalbaar is geworden.

In 2030 moet volgens die wet de stikstofneerslag in de helft van de kwetsbare natuur binnen de norm vallen. Dat kan en moet – zo bepaalde de rechter – de overheid halen, op straffe dus van een dwangsom. Het kabinet moet daarvoor flink aan de bak. Volgens de meest recente prognoses van het RIVM zal in 2030 in 31,3 procent van de natuurgebieden de norm gehaald worden.

Het is niet vreemd dat direct naar landbouw wordt gekeken. In ongeveer een op de vijf beschermde natuurgebieden is alleen de uitstoot van de landbouw al genoeg om een stikstofoverschot te veroorzaken, blijkt uit cijfers van het RIVM. De sector is verantwoordelijk voor zo’n 75 procent van de binnenlandse stikstofbelasting van kwetsbare natuur. Het wegverkeer is verantwoordelijk voor zo’n 15 procent; de industrie draagt 3 procent bij, de bouw ongeveer 1 procent.

We kunnen niet meer volstaan met vrijwillige maatregelen, maar moeten normen opleggen die boeren duidelijkheid geven

Jan Willem Erisman
hoogleraar Milieu en Duurzaamheid

Het PBL verwacht dat de stikstofuitstoot van de landbouw de komende jaren gaat dalen met zo’n 20 procent. De helft van die reductie komt door het einde van de uitzondering die Nederland had op Europese mestregels. Nederlandse boeren mochten door die ‘derogatie’ meer mest uitrijden over akkers. Dat die uitzondering afloopt, zal leiden tot minder mest op akkers en een kleinere veestapel. Mest die niet langer uitgereden mag worden, moet tegen hoge kosten afgevoerd worden en die kan niet iedere veehouder dragen. Het kabinet probeert echter in Brussel een nieuwe uitzondering op de mestregels te krijgen – de daling is daardoor onzeker.

Om het natuurdoel voor 2030 te halen, zal de stikstofuitstoot met 30 à 40 procent moeten dalen. Dat is „zeker haalbaar”, zegt Erisman. „Hoewel je nog harder moet werken, omdat de rechter óók oplegde dat de meest kwetsbare natuurgebieden prioriteit moeten krijgen. Dan kun je niet volstaan met vrijwillige maatregelen, je zal normen moeten opleggen die duidelijk maken waar de boer aan moet voldoen. Als het de boeren zelf niet lukt die normen te halen, moet de overheid ingrijpen: vergunningen intrekken, of bedrijven zelf opkopen en weghalen. Het animo in de politiek daarvoor is er niet.”