Vreugde over vrijlating van drie gijzelaars in Israël maakt snel plaats voor zorgen om het vervolg

Het Gijzelaarsplein, zoals de ruimte voor het kunstmuseum in het centrum van Tel Aviv is gedoopt, ligt er op maandagochtend stil bij. Een grote digitale klok geeft met rode cijfers aan dat het 471 dagen, 4 uur en 10 minuten geleden is dat 251 mensen in het zuiden van Israël door Hamas werden gegijzeld. Van hen zitten er nog 94 vast. Ruim een derde zou al zijn overleden of gedood. Rond een jongeman, die op een piano een melancholieke melodie ten gehore brengt, staat een klein groepje. Er worden plastic stoelen opgeruimd.

Het voelt als de ‘morning after’ na een feestje. Daags tevoren vielen duizenden mensen elkaar hier nog geëmotioneerd in de armen, nadat in het kader van een wapenstilstand drie gegijzelde vrouwen waren vrijgelaten en veilig naar Israël waren teruggebracht, in ruil voor de vrijlating van negentig Palestijnse gevangen vrouwen en tieners. Shyra Sadeh, een 75-jarige vrouw die al ruim een jaar als vrijwilliger in een stalletje op het plein helpt met de verkoop van t-shirts, ‘bring them home’-stickers en andere artikelen, ontbrak. „Ik bleef liever thuis en heb daar in mijn eentje gehuild”, vertelt ze.

In Tel Aviv reageren mensen zondag op de vrijlating van de gijzelaars.
Foto Itai Ron/Reuters

Maar een dag later overheerst het enigszins katerige gevoel dat het weer een volle week duurt voor er weer vier vrijkomen en dat het nog vele maanden kan duren voor ook de lijdensweg van de anderen voorbij is. Van ganser harte hoopt Sadeh dat het lukt. Niet dat ze persoonlijk verwanten onder hen heeft, maar ze voelt een diepe solidariteit. Ook haar heeft de Gaza-oorlog hevig aangegrepen. „Vier familieleden hebben gediend in Gaza, mijn zoon en kleinzoon zelfs een poos tegelijkertijd. Dat was een zware tijd.”

Zoals velen in Israël vreest ze dat het bestand, dat in drie fasen tot een einde moet leiden aan de oorlog met Hamas, niet verder dan de eerste zes weken durende fase zal komen. Tegen die tijd zouden er 33 gijzelaars moeten zijn vrijgelaten en honderden Palestijnse gevangenen. „Maar ik vertrouw onze eigen regering volstrekt niet en ben bang dat die wil doorvechten”, zegt Sadeh.

Dit is precies wat de extreemrechtse minister van Financiën, Bezalel Smotrich, deze maandag bevestigde in een interview met de Israëlische legerradio. „We moeten de hele strook veroveren en daar een militair bestuur vestigen”, stelde hij. De minister heeft ook al duidelijk gemaakt dat hij uit de regering wil stappen met zijn partij, als de oorlog na de eerste fase niet zou worden hervat.

Gewichtige toon

Ook jonge militairen zijn niet optimistisch dat het huidige bestand werkelijk tot de vrijlating van alle gijzelaars en een einde aan de Gaza-oorlog leidt. Op gewichtige toon vertelt de 21-jarige Gal, die in uniform voor een militair trainingscentrum in een verre buitenwijk van Tel Aviv op de bus wacht, dat hij van vrienden bij de inlichtingendienst heeft gehoord dat Hamas hoe dan ook wil doorvechten in de Gazastrook, ook zonder gijzelaars. Zoals ook andere militairen wil hij niet met zijn achternaam in de krant, uit vrees voor onplezierige gevolgen.

„Ik denk dat de oorlog nog een tijd doorgaat”, vertelt Gal, die werktuigbouwkunde heeft gestudeerd en een vlassig baardje heeft. „Zelf wil ik ook best naar Gaza. Ik dien per slot van rekening mijn land en we vechten voor een rechtvaardige zaak. De andere partij niet. Bang ben ik niet. Ik vertrouw erop dat onze God me zal beschermen omdat we voor een goede zaak strijden.”

De 19-jarige Noam („bijna twintig”), een vriendelijke jongen met een bril, heeft iets meer vertrouwen in een goede afloop. Niet zozeer wegens zijn eigen regering, maar vooral wegens Donald Trump, die al voor zijn inhuldiging als Amerikaans president maandag hielp het bestand te realiseren. „Ik denk dat hij onze regering zal proberen te dwingen zich aan het akkoord te houden. Ons hele volk wil ook dat alle gijzelaars weer worden vrijgelaten.” Maar van een duurzame vrede ziet ook Noam het niet gauw komen. „Steeds weer zijn er nieuwe oorlogen over de Gazastrook uitgebroken. Dit is vast niet het laatste hoofdstuk.”

Ik denk dat Trump onze regering zal proberen te dwingen zich aan het akkoord te houden

Noam
19-jarige Israëliër

Bushokjes

Juist in Tel Aviv zijn, meer nog dan in Jeruzalem, overal portretten van de gijzelaars te vinden. Niet alleen op het Gijzelaarsplein, maar ook in bushokjes, parken, op gebouwen en auto’s, overal kijken de gijzelaars voorbijgangers aan met de tekst ‘bring him home’, ‘bring her home’ of ‘bring them home’. Tekenen van solidariteit met de zwaar beproefde Gazaanse burgerbevolking zijn echter ook in het liberale Tel Aviv met een lantaarntje te zoeken.

Een muurschildering met de oproep ‘Bring them home’ in Kfar Saba.
Foto Abir Sultan/EPA

Voor het grote Sheba-ziekenhuis in de verre buitenwijk Tel Hashomer, waarheen ook de drie vrijgelaten gijzelaars zondag ter controle werden gestuurd, zit op een getrapt terras van gras de 35-jarige Eran in de milde januari-zon een broodje te eten. Hij werkt op een afdeling voor innovatie van chirurgische operaties. Ook hij hoopt het beste voor de gijzelaars, maar hij vermoedt dat de oorlog toch weer zal oplaaien.

En hoewel deze regering hem, als seculiere liberaal, op zichzelf kan worden gestolen, heeft hij wel begrip voor voortzetting van de strijd. „Het is makkelijk voor jullie Europeanen om daar kritiek op te hebben, maar wat zouden jullie doen na een aanval als wij op 7 oktober 2023 kregen te verduren, met 1.200 doden? Dan zouden jullie toch ook alle wapens inzetten die je hebt om een einde aan die bedreiging te maken? En dan wil je toch niet dat diezelfde groep gewoon in de Gazastrook blijft?”

Eran, die als ambtenaar niet met volledige naam in de krant wil, is in het algemeen somber over de ontwikkelingen in Israël. „Het land wordt steeds religieuzer, blijkt bij elke verkiezing. Voor mensen zoals ik is er steeds minder plaats, afgezien van een bubbel als hier in Tel Aviv. Als ik een goede baan in het buitenland zou kunnen vinden, bij voorbeeld in Nederland, zou ik hem zo aannemen.”

Wachten op de vrijgelaten zus. ‘Het is een geweldig gevoel dat ze vrijkomt