Voorzitter Gianni Infantino wil met de FIFA vooral méér

Voetbal Gianni Infantino wordt herkozen als FIFA-voorzitter – hij is de enige kandidaat. De steun voor hem is vrijwel unaniem, ook al stuit zijn koers met name in Europa op weerstand.

FIFA-voorzitter Gianni Infantino vorige maand bij de prijsuitreiking van de wereldbeker voor clubs in de Marokkaanse hoofdstad Rabat.
FIFA-voorzitter Gianni Infantino vorige maand bij de prijsuitreiking van de wereldbeker voor clubs in de Marokkaanse hoofdstad Rabat.

Foto Alex Grimm / Getty Images

Een stemronde zal niet nodig zijn, applaus is voldoende. Zonder tegenkandidaten wordt Gianni Infantino donderdagmiddag in de Rwandese hoofdstad Kigali herkozen als voorzitter van de FIFA voor een periode van vier jaar. Hij krijgt steun vanuit vrijwel de hele wereld, ook uit Nederland. Wat zegt dat?

In de eerste plaats dat een groot deel van de 211 landen die lid zijn van de FIFA bijzonder in zijn nopjes is met de 52-jarige Infantino en hoe het internationale voetbal zich onder zijn leiding heeft ontwikkeld. Dat enthousiasme is vooral terug te voeren op de commerciële bloei van de sport. Ondanks de coronapandemie en kritiek van westerse sponsors op het omstreden WK in Qatar, heeft de FIFA de voorbije vier jaar omgerekend ruim 7 miljard euro verdiend, een miljard méér dan voorzien. Ter vergelijking: in de vier jaar voordat Infantino aantrad, begin 2016, bedroeg de omzet net iets minder dan 5,5 miljard euro.

Voor de meeste voetbalbonden, zeker die uit de talloze kleine landen die lid zijn van de FIFA, zijn de financiën van de wereldvoetbalbond waar het uiteindelijk om draait. Zij zijn afhankelijk van de miljoenen die ze jaarlijks ontvangen van de FIFA om hun begrotingen sluitend te krijgen. Daarbij is het prettig dat Infantino’s FIFA niet al te veel eisen stelt aan de besteding van de gelden, een traditie die overigens al decennia bestaat binnen de organisatie.

Wonderlijker is dan ook dat Infantino steun krijgt van westerse voetbalbonden die kort geleden nog met hem overhoop lagen. Vanwege zijn weigering grootschalige misstanden rond de bouw van WK-infrastructuur in Qatar serieus te nemen en te openbaren. Vanwege de bruuske manier waarop hij Europese landen tijdens het WK op het laatste moment verbood met de OneLove-aanvoerdersband te spelen, een statement tegen alle vormen van discriminatie en vóór ‘inclusie’. En vanwege het zichtbare plezier waarmee hij zich omringt met ’s werelds meest omstreden machthebbers, zoals Mohammed bin Salman (Saoedi-Arabië), Vladimir Poetin (Rusland) en, voorheen, Donald Trump (Verenigde Staten).

Botsing met Europese clubs

De vrijwel unanieme support – uitgezonderd Duitsland, Noorwegen en Zweden – is des te opmerkelijker als je bedenkt dat de FIFA onder Infantino een koers vaart die met name in Europa op veel weerstand stuit. Gedreven door commerciële ambities wil de FIFA vooral méér: meer toernooien, meer deelnemers, meer sponsors – ook al komen die uit landen met een kwalijke mensenrechtenreputatie. Dat botst met de belangen van Europese clubs en competities, die steeds meer ruimte op de speelkalender moeten prijsgeven aan de FIFA. Tegelijkertijd waarschuwen spelersvakbonden voor te zware belasting voor voetballers.


Lees ook dit profiel: Gianni Infantino, de machtigste man in het voetbal, gaat z’n eigen gang

Zo stemde de zogeheten FIFA-raad, met 37 leden en voorgezeten door Infantino, tijdens een vergadering in Kigali voor een uitbreiding van de WK-opzet. In 2026, als de VS, Mexico en Canada gastheer zijn, zullen 48 landen deelnemen (tegenover 32 bij de laatste edities). Dat betekent dat er straks 104 wedstrijden gespeeld worden over een periode van bijna zes weken (het WK in Qatar duurde vier weken, met 64 wedstrijden). Daarnaast maakte de FIFA officieel dat vanaf 2025 iedere vier jaar een wereldkampioenschap voor clubs zal plaatsvinden, met 32 deelnemers van over de hele wereld. „Een volledige minachting” van de belangen van Europese competities, zei La Liga-directeur Javier Tebas daarover tegen de BBC.

Invloed uitoefenen

Dat Europese voetbalbonden desondanks vrijwel massaal hun steun zullen betuigen aan Infantino, zegt dan ook vooral iets over zijn machtspositie. En omgekeerd, over de afhankelijkheid en onmacht van zijn critici. „Hij heeft ook geen geloofwaardige tegenkandidaat. Je kunt wel hard nee roepen, maar wat dan? Nu zit je aan tafel, en blijf je invloed uitoefenen. Dat is voor het Nederlandse voetbal het beste”, zei KNVB-bondsvoorzitter Just Spee eerder deze week in het AD. Spee zei na Qatar een „stevig verzoeningsgesprek” te hebben gevoerd met Infantino.

Een verkiezing zonder tegenkandidaat, waarin een omstreden president vrijwel unaniem applaus oogst, het roept de vraag op wat er daadwerkelijk is veranderd bij de FIFA sinds Sepp Blatter gedwongen plaats maakte voor de ‘hervormer’ Gianni Infantino. Miguel Maduro, een voormalige hoge medewerker van de FIFA onder Infantino, was er sceptisch over tegenover The New York Times: „De cultuur is nog hetzelfde”, zei hij. „Stemmingen zijn vrijwel unaniem. Zittende machthebbers worden altijd herkozen en vrijwel nooit uitgedaagd. Voorzitters verlengen hun maximale termijn. Als dit alles in een land gebeurt, is het duidelijk bewijs van een democratisch tekort.”