Voorlopig nog geen extra geld voor gemeenten, oppositie vreest voor zorgakkoord

Het is nog onduidelijk of gemeenten extra geld krijgen voor hun zorg- en welzijnstaken, zodat ze weer zouden willen toetreden tot het Integraal Zorgakkoord (IZA). Staatssecretaris Vincent Karremans (Preventie en Jeugdzorg, VVD) zei woensdag in een Kamerdebat „in onderhandeling” te zijn met gemeenten. „Maar we hebben een gezamenlijk probleem dat we gezamenlijk moeten oplossen. Het is niet zo van: ‘Stuur maar een factuur naar het Rijk’.”

Gemeenten besloten vrijdag tijdens een algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om voorlopig uit het IZA te stappen. Ze willen eerst een oplossing voor de grote financiële tekorten waarmee ze kampen.

Oppositiepartijen maken zich grote zorgen en noemden de rol van de gemeenten „cruciaal”. Ze vrezen dat het opstappen van de gemeenten het einde van het akkoord betekent. Harmen Krul (CDA): „De minister heeft een flink probleem.”

Het in 2022 afgesloten IZA tussen het ministerie van VWS, gemeenten en vele partijen in de zorgsector (onder meer huisartsen, ziekenhuizen en patiëntenfederatie) was hét grote plan van het kabinet-Rutte IV om de zorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden. Door de zogeheten dubbele vergrijzing – er komen steeds meer ouderen die ook steeds ouder worden – zou in 2060 een op de drie werkenden in de zorg moeten werken. Dat is onhaalbaar en onbetaalbaar, zeggen deskundigen en politici.


Lees ook

Staatssecretaris Jeugdzorg wil meer weerbaarheid en minder professionele hulp: ‘Het leven zit nu eenmaal vol tegenslagen’

Staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD): „Elke keer geld erbij is uiteindelijk geen oplossing. We zullen harde keuzes moeten maken.”

Ravijnjaar

De VNG zette destijds een handtekening op voorwaarde dat er extra geld zou komen voor preventie, de Wet maatschappelijke ondersteuning en gezondheidsbeleid. Ook moest er een oplossing komen voor het ‘ravijnjaar’ in 2026, zoals gemeenten dat noemen. Ze krijgen dan minder geld uit het Gemeentefonds, waaruit ze twee derde van hun inkomsten ontvangen.

Aan die voorwaarden is niet voldaan, concluderen de gemeenten nu. Sterker nog, het nieuwe kabinet gaat juist bezuinigen op preventie. Het leidde ertoe dat 93 procent van de gemeenten vrijdag een resolutie steunde om uit het IZA te stappen. De VNG staat inhoudelijk nog steeds achter het akkoord, zei VNG-bestuurslid en wethouder in Leeuwarden Nathalie Kramers vrijdag, „maar het moet uitvoerbaar en betaalbaar zijn”. De gemeenten voelen zich „genaaid door de rücksichtslose bezuinigingen”, concludeerde D66-Kamerlid Wieke Paulusma tijdens het debat. „Dan snap ik dat ze zeggen: ‘toedeledokie’.”

Maar de coalitiepartijen voelen niets voor extra geld richting de gemeenten. NSC-Kamerlid Daniëlle Jansen opperde dat gemeenten maar minder taken moeten uitvoeren: „Er zijn ontzettend veel preventieprogramma’s waarvan de effectiviteit nooit is aangetoond. Haal daar maar de bezem doorheen.” Op de vraag wat ze dan wil schrappen, ging ze niet in. De VVD wees naar de gemeenten zelf: „Het is best gek dat je tijdens de looptijd van een akkoord eruit stapt. Dat vind ik niet kunnen”, zei Kamerlid Judith Tielen. De PVV ging nauwelijks in op de problemen met de gemeenten. De partij is nooit enthousiast geweest over het IZA en wil niet nog meer „nieuwe of geüpdatete akkoorden”.

Belangrijk moment

Het besluit van de VNG komt op een belangrijk moment. Het kabinet hoopt in januari een akkoord te bereiken over uitbreiding en verlenging (met vier jaar) van het huidige akkoord, dat eind 2026 afloopt. Gemeenten zouden ook daarin weer een centrale rol moeten spelen.

Tegelijkertijd verandert er in de praktijk vooralsnog weinig. Gemeenten moeten hun wettelijke zorgtaken gewoon blijven uitvoeren. Meest concrete gevolg is dat gemeenten 150 miljoen euro aan extra IZA-gelden dreigen te verliezen. Verder verliezen ze invloed door niet meer aan landelijke overleggen mee te doen en geen landelijke afspraken meer te maken. Ook spreekt de VNG de vrees uit dat „de opgebouwde relaties met IZA-partijen onder druk” komen te staan. „We zetten ook voor onszelf wat op het spel”, zei VNG-bestuurder Kramers vrijdag.

Staatssecretaris Karremans noemde het opstappen van de gemeenten vooral „een belangrijk signaal”. Hij zei goede hoop te hebben er nog uit te kunnen komen. En in antwoord op de ongeruste oppositie: „Ik ben niet laconiek, ik ben wel optimistisch. We doen ons best ze er weer bij te krijgen.”

Opvallend genoeg schoof zorgminister Fleur Agema (PVV) beantwoording van de vragen over de opgestapte gemeenten door naar haar staatssecretaris. „Die wil dat graag doen”, zei ze erbij. De oppositie, maar bijvoorbeeld ook de VVD, vond dat vreemd, omdat Agema als minister eindverantwoordelijk is voor het IZA. Ze drongen bij haar aan om alsnog te vertellen wat ze inhoudelijk van de situatie vindt, maar dat weigerde ze.

Jeugdzorg

De IZA is niet het enige onderwerp waarop gemeenten en het Rijk op ramkoers liggen. Ook de alsmaar uitdijende jeugdzorg, waardoor gemeenten met steeds grotere financiële tekorten kampen, leidt tot ergernis. Vorig jaar ging het om 628 miljoen euro, dit jaar naar schatting om 828 miljoen. „Intensieve jeugdzorg op maat is soms nodig en urgent, maar als gemeente krijg je jaar na jaar een rekening van een half miljoen, een miljoen of zelfs meer”, zei VNG-bestuurder Kramers eerder tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. „Gemeenten kunnen dat niet blijven dragen.”

Als het Rijk niet met extra geld over de brug komt, beginnen de gemeenten een rechtszaak, werd vrijdag eveneens besloten.


Lees ook

Zorgplannen van de nieuwe regering zijn ‘populair, te ondoordacht en te weinig lange termijn’

Zorgplannen van de nieuwe regering zijn ‘populair, te ondoordacht en te weinig lange termijn’