Agressieve cliënten, nachtwerk en onregelmatige diensten, versleten ruggen en knieën. In veel sectoren hebben werknemers te maken met werk dat fysiek of mentaal zo zwaar is dat ze al voor hun AOW-leeftijd opgebrand zijn. Sinds 2021 bestaat de mogelijkheid eerder te stoppen met werken via de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). Maar niet lang meer. Vanaf 1 januari 2026 kunnen werknemers geen gebruik meer maken van de regeling.
„Het voelt alsof ik de trein voor m’n ogen zie wegrijden”, zegt buschauffeur Robbie Zwaneveld (64). Hij wil per 1 januari 2026, ruim een jaar voor zijn AOW-leeftijd, stoppen met werken. Zwaneveld zou zijn aanvullend pensioen dan eerder laten ingaan, wat hem vanaf zijn AOW-leeftijd ruim honderd euro per maand zou kosten. Maar als de huidige regeling niet wordt vervangen, moet hij door tot maart 2027. Want eerder stoppen is voor hem dan financieel onhaalbaar.
De PVV- en BBB-fracties hebben hun achterban wel wat uit te leggen
Zwaneveld krijgt ook geld van zijn werkgever, ter overbrugging tot de AOW-leeftijd. Maar als de RVU ophoudt, kan dat niet meer. Werkgevers moesten vóór 2021 een boete betalen als ze iemand met vroegpensioen lieten gaan maar die boete is, onder voorwaarden, afgeschaft.
„Dan zou je denken: wat maken die veertien maanden nou uit? Maar vlak voor de eindstreep voelen die lood- en loodzwaar”, zegt Zwaneveld, die bij defensie werkte voor hij 29 jaar geleden begon bij het Amsterdamse vervoersbedrijf GVB.
De onregelmatige diensten zijn Zwaneveld, naarmate de jaren vorderden, gaan opbreken. Laat in bed, en de volgende ochtend weer vroeg op. Als het even kan, slaapt hij tien uur per nacht. Daarnaast heeft hij de samenleving, en het verkeer, zien verharden. „Vroeger kon ik de diensten fluitend rijden, tegenwoordig is het constant opletten: ik heb voorrang, maar krijg ik het ook?”
In het gezicht gespuugd
Net als veel collega’s heeft hij ook met agressie te maken. „Ik ben een keer in m’n gezicht gespuugd, dat is het vernederendste wat je kan overkomen.” En nadat hij werd uitgescholden voor ‘kankerlijer’, werd het zwart voor z’n ogen en vond hij zichzelf terug in het ziekenhuis. „Ik heb die klap niet zien aankomen maar ik weet wel dat het zeer deed. Tja, dat schijn je een keertje tegen te komen in je carrière.”
Niet alleen in het openbaar vervoer, maar ook in onder meer de bouw en bij de politie bestaat onrust over de aflopende regeling. De politiebonden voerden dit jaar meermaals actie voor verlenging ervan. Sinds 7 mei delen agenten in plaats van bekeuringen ‘actiebonnen’ uit bij overtredingen, met daarop de wens voor „een veilige dag” en informatie over de actie. „Als je de politiek ergens kunt raken, is dat in de portemonnee”, zegt rechercheur Elise van de Nationale Politie, die om privacyredenen niet met haar achternaam in de krant wil. Dinsdag kwam er een ‘lawaaiactie’ bij, van de FNV en de Politiebond samen, voor de Tweede Kamer in Den Haag.
Elise heeft veel collega’s die vanwege de fysieke en mentale belasting tegen het eind van hun carrière zijn opgebrand. Dat geldt voor veel mensen die hun werk als zwaar ervaren: zo’n 70 procent van hen verwacht het pensioen niet in goede gezondheid te halen, zo blijkt uit een door I&O Research uitgevoerde enquête in opdracht van vakbond FNV.
Het zwaarst hebben mensen het met minder geld. Van de werkenden die minder dan 29.500 euro bruto per jaar verdienen, geeft 30 procent aan lichamelijk zwaar werk te hebben. En juist deze groep heeft vaak niet genoeg geld gespaard of pensioen opgebouwd om eerder te kunnen stoppen. Want voor veel mensen is het overbruggingsbedrag van de regeling – dit jaar maandelijks maximaal 2.182 euro – niet toereikend; ze moeten het aanvullen met spaargeld of pensioen.
Afspraken in ruim 300 cao’s
De huidige regeling komt voort uit het pensioenakkoord van 2019. Toen kwamen het kabinet-Rutte III, werkgevers- en werknemersorganisaties tot deze afspraken over zware beroepen. Werknemers kunnen maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd stoppen met werken. Ze krijgen dan een bedrag om de tijd tot hun AOW-leeftijd te overbruggen. Waar de partijen het niet over eens werden, en dat is belangrijk, was wat ‘zware beroepen’ precies zijn. Niet alleen oudere werknemers met fysiek zwaar werk kunnen eerder stoppen, de regeling is breder toegankelijk. In meer dan driehonderd cao’s zijn afspraken over vervroegde uittreding gemaakt.
Het idee was dat de werkgevers en werknemers voordat de regeling eind 2025 zou aflopen, een nieuw plan zouden bedenken om werknemers gezond de AOW-leeftijd te laten halen. Maar de gesprekken liepen eind vorig jaar vast. Werkgevers zijn vanwege de krapte op de arbeidsmarkt niet echt happig op een vervangende regeling, terwijl de vakbonden juist een permanente regeling met meer geld willen, zodat meer werknemers met lagere inkomens er gebruik van kunnen maken. De onduidelijkheid van destijds over wat zware beroepen precies zijn, is vijf jaar na het compromis nog altijd niet opgelost.
De bonden bereiden stakingen voor om de regeling vervroegd uittreden in stand te houden
De verschillen tussen wat de sociale partners precies wensen zijn groot. Werkgeversorganisatie AWVN vindt dat de regeling alleen „een nooduitgang” mag zijn voor mensen die hun pensioen écht niet kunnen halen. Op de arbeidsmarkt heerst krapte en de regeling wordt nu te breed ingezet, redeneren de werkgevers.
VNO-NCW en MKB-Nederland willen mensen langer gezond aan het werk houden, en spreken van „duurzame inzetbaarheid”. Werk moet, indien mogelijk, minder zwaar gemaakt worden of mensen moeten tijdig aan ander werk geholpen worden. Als werk echt niet vol te houden is, moet het wel mogelijk zijn tijdig te stoppen. De werkgevers zijn expliciet tegen een structurele regeling, die het voor bepaalde beroepen „tot het einde der tijden” mogelijk maakt om vroeger te stoppen, aldus een woordvoerder van VNO-NCW.
Ongezond nachtwerk
FNV-pensioenbestuurder Piet Rietman vindt dat die argumenten voorbijgaan aan de realiteit. „Wij werken graag mee aan een gezonde werkomgeving en duurzame inzetbaarheid, maar in de praktijk zijn die mogelijkheden gewoon beperkt.”
Volgens Rietman hebben werkgevers zelf jarenlang te weinig gedaan aan preventie en is er bovendien veel werk dat altijd ongezond zal zijn. „Denk aan mensen die nachtwerk doen. Zij hebben een kortere levensverwachting, waardoor ze eerder willen stoppen. Daar kun je met geen beleid tegenop boksen.”
En, zeggen de bonden, de toenemende uitval van werknemers die toch doorwerken, kost de samenleving ook geld. Uitkeringsorganisatie UWV constateerde in april dat steeds meer 60-plussers arbeidsongeschikt raken. In 2023 ontvingen 14 procent meer 60-plussers een WIA-uitkering dan een jaar ervoor. Voor 65-plussers ging die stijging dubbel zo hard. „Hoe langer je doorwerkt, hoe groter de kans dat je arbeidsongeschikt wordt”, vatte UWV-bestuursvoorzitter Maarten Camp het samen in het AD.
Nu een nieuw kabinet aanstaande is, leek er even hoop voor een nieuwe regeling. PVV, VVD, NSC en BBB namen geen pensioenafspraken op in het coalitie-akkoord, waardoor het een ‘vrije kwestie’ is geworden: Kamerleden van de aanstaande coalitiepartijen kunnen vrij van gemaakte afspraken nieuwe plannen indienen. Maar de PVV- en BBB-fracties lieten vorige week verstek gaan bij het debat over pensioenen. Opmerkelijk, omdat uit het I&O-onderzoek blijkt dat hun kiezers in meerderheid voor een hogere vervangende regeling zijn. Rietman: „Zij hebben hun achterban wel wat uit te leggen.”
Lees ook
Werken bij tankstation of wasstraat gaat gelden als ‘zwaar beroep’
De hoop op een doorbraak bleek dinsdag ijdel, want de Tweede Kamer stemde tegen een motie die het demissionaire kabinet opriep met een voorstel voor verlenging en verruiming van de regeling te komen. Demissionair minister Carola Schouten (Pensioenen, ChristenUnie) toonde zich al niet enthousiast over de motie en zei dat het aan haar opvolger is een besluit te nemen over een regeling ná 2025.
De vakbonden willen niet daarop wachten en bereiden stakingen voor.