‘Voor ons begint de dag vaak al om 4 uur ’s nachts’

Susanne: „Ik ben hier opgegroeid op de boerderij. Mijn ouders teelden appels, peren en kersen – elstar, conference en morel. Morellen, dat zijn typisch zure kersen die je goed kunt inmaken voor in vlaai en sap. Mijn broertje, zusje en ik hebben altijd meegeholpen in het bedrijf, maar mijn ouders zeiden ook: zorg dat je goed bent opgeleid en zoveel mogelijk van de wereld ziet. Zelf had ik ook wel het gevoel dat ik me als vrouw in de agrarische mannenwereld extra moest bewijzen. Dus heb ik gezorgd voor een goede basis met een studie bedrijfseconomie in Nijmegen en financieel recht in Rotterdam.”

Lion: „In Nijmegen hebben wij elkaar ontmoet, dat was in 2008. In 2010 zijn we getrouwd en in 2012 zijn we met onze drie maanden oude dochter hiernaartoe verhuisd: het familiebedrijf in Baarlo. In eerste instantie was het niet de bedoeling dat ik een rol zou spelen op de boerderij. Ik heb commerciële en bedrijfseconomie gestudeerd en werkte bij de Rabobank. Al hielp ik Susanne natuurlijk wel eens met klusjes op het bedrijf. Dat vond ik al nooit erg om te doen.”

Susanne: „In de winter van 2017 waren mijn zus en ik bezig met een project: we wilden een grote schuur in de buurt ombouwen tot recreatiewoning. We zaten volop in de verbouwing, toen mijn zus in de winter met zwangerschapsverlof ging – terwijl we de eerste boekingen voor april al hadden staan.”

Lion: „Toen besloot ik mijn baan op te zeggen en die verbouwing over te nemen. Eerst maakte ik als zelfstandig ondernemer ook nog bedrijfsvideo’s, maar ik kwam er al snel achter dat ik niet allebei die banen half wilde doen. Zo kwam het zwaartepunt steeds meer op de boerderij te liggen. Nu werken we er allebei fulltime.”

Susanne: „De fruitteelt is een gekke business. Je hebt met allerlei onzekere factoren te maken waarop je moet anticiperen. Het weer, je personeel, de regelgeving. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld veel problemen met onze kersen gehad, omdat de minister opeens besloot dat we het bestrijdingsmiddel tegen de suzuki-vlieg maar één keer in de drie jaar mogen gebruiken. Terwijl die vlieg er natuurlijk gewoon ieder jaar in zit. Daardoor is de oogst dit jaar compleet verloren gegaan. Dus nu zitten we te kijken of we die kersensoort volgend jaar nog wel gaan aanplanten.”

Lion: „Regelgeving op zich is niet verkeerd. Alleen is het dan wel fijn om te weten wat de regels voor, zeg, de komende tien jaar zijn. Nu is het: opeens mag dit niet meer, en hebben wij enorme stress en risico’s die we nergens op kunnen verhalen.”

Susanne: „Daarom hebben we het bedrijf de afgelopen tien jaar anders ingedeeld. We telen nu zes fruitsoorten in plaats van drie, om de risico’s te spreiden. We zijn er recreatie bij gaan doen: we zijn een vergaderlocatie en ondertussen hebben we drie grote vakantiewoningen die we verhuren. Ook zijn we een camper- en caravanstalling begonnen en hebben we sinds dit jaar een vergunning voor een agrarische kinderopvang. Soms zou je haast denken: waarom kiezen we nog voor de fruitteelt met alle risico’s die erbij horen? Maar die fruitbomen zijn wel de basis van het bedrijf en maken bovendien dat dit de meest magische plek van de wereld is.”

Lion: „Alle gasten komen hier aan en zeggen meteen: wauw, wat een plek, en dat fruit dat hier gewoon groeit! Dan zijn ze helemaal in verwondering.”

Kind op het schoolplein

Susanne: „’s Zomers is het druk. Voor ons begint de dag vaak al om 4 uur ’s nachts, als de eerste vrachtwagen komt laden.”

Lion: „De taken op de boerderij verdelen we. In deze tijd van het jaar gaat een van ons met het oogstteam het veld in om te kijken of het product goed van het land komt. De ander zorgt dat de kinderen ontbijten en op school komen. Dan is er tot twee uur even een periode van relatieve rust waarin we we ons volledig op het bedrijf focussen. Daarna haal ik de kinderen van school. Eerst deden we dat om en om, maar dat was niet zo’n succes. Belde de school op: uw kind staat nog op het schoolplein. Dachten we allebei dat de ander aan de beurt was! Ha, toen hebben we afgesproken dat ik het altijd doe.”

Susanne: „Het spitsuur voor ons is de combinatie van werk, school, sportclubjes en eten. Ik denk wel eens: hoe doen andere ouders dit allemaal? Dat de kinderen op tijd gegeten hebben en dan weer met de juiste spullen bij judo, voetbal of volleybal zijn, terwijl ondertussen het bedrijf ook nog doorgaat – dat is iedere keer toch een hele klus, vind ik.”

Lion: „Tussen twee en acht probeer ik vooral stress te vermijden door de belangrijkste taken af te ronden. Alles wat ik daarnaast voor elkaar krijg, is bonus.”

Susanne: „Als de kinderen op bed liggen, zijn we druk met het voorbereiden van de volgende dag. Alles moet klaarstaan, zodat het team meteen aan de slag kan. Ook doen we de mail, werken de boekingen bij voor de vakantiehuisjes, of ik heb een vergadering. Ik zit in twee raden van toezicht en in het bestuur van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond.”

Lion: „Susannes vader werkt volop mee in het bedrijf en haar moeder is gastouder, maar werkt ook voor ons. Vrijdag komen mijn ouders hier oppassen; dat doen ze al sinds de kinderen klein zijn. Dan staan lunch en avondeten klaar, mijn moeder strijkt en mijn vader repareert alles in en om het huis wat kapot is. Dat is echt heerlijk! Ze helpen ons enorm.”

Susanne: „Een boerderij is hard werken, maar voor onze kids is het een geweldige plek om op te groeien. We organiseren plukdagen voor het grote publiek, en dan runt onze oudste dochter de boel hier. Ze ontvangt de mensen en legt uit wat ze kunnen doen. Melle, de jongste, heeft dan zijn eigen koffiekraampje en zijn broer Floris staat achter een ijskar die we op Marktplaats hebben gekocht. Staan ze onder één parasol hun spulletjes te verkopen! Dat is toch wel heel schattig allemaal.”