Voor iemand die niet van wildplukken houdt, zet Carli een bijzonder fijn vegetarisch menu neer

Het is een euvel van deze tijd dat ambitieuze, getalenteerde koks op steeds jongere leeftijd al chef-kok met een eigen zaak willen zijn. Ik snap het wel. Chefs zijn hot, ze zijn op tv of staan op de cover van Men’s Health. Je bent jong en je wil wat. Of zoals sous-chef Stuart Kepser van Reverie het zegt: „We hebben alle tijd, we hebben geen gezin, we hebben energie. We werken nu toch al twaalf uur per dag, dat kunnen we dan beter voor onszelf doen.” Maar daarin schuilt ook het gevaar: als je zes dagen per week, twaalf uur per dag tussen de vier muren van je eigen keuken staat, ontwikkel je je dan nog genoeg?

Vaak denk ik: zou je niet nog verder komen, nog beter worden, nog meer uit jezelf kunnen halen als je het geduld kan opbrengen om nog een paar leermeesters te zoeken, een paar extra jaren in het buitenland door te brengen? Maar soms hebben jonge koks de intrinsieke drive en inspiratie om het helemaal uit zichzelf te halen. Om zich op eigen kracht te ontwikkelen en zich te blijven vernieuwen. Juist door al vroeg helemaal hun eigen plan te trekken. Chef Luca Carli zou er wel eens zo een kunnen zijn. Time will tell. Maar Carli en zijn beste vriend en sous Kepser maken op hun 24ste met Reverie in Veldhoven wel een veelbelovende start.

Carli weet in ieder geval goed waar zijn eigen krachten liggen. „Ik kook met de seizoenen mee. Dat hoort een chef te doen. Maar al dat biologische… als ik er iemand over hoor vertellen, dan wil ik het bijna ook. Maar ik ben gewoon niet die guy”, vertelt hij in de korte docu-serie New chefs on the Block van horecaplatform Food Reporter, terwijl we hem bij de islamitische slager zien lopen. „Mij zie je niet in een bos wandelen en paddenstoelen plukken. Ik ga liever naar de toko.”

De jonge chef zag in korte tijd flink wat sterrenkeukens van binnen – Zarzo, Geranium, Tribeca en Pure C – maar kreeg de liefde voor koken net zo mee van zijn Indische oma.

Naast het uitgebreidere, chiquere menu is er door de week ook een Indonesian menu van drie of vier gangen te krijgen. Maar ook in het tasting-menu komen zijn Indische roots onmiddellijk naar voren in drie fijne amuses: een beignet met sajoer lodeh, een zwoele perkedel van zoete aardappel en frisse citroengel, en een goede spicy gelakte, Indonesische gefrituurde dumpling die in de vegaversie met spitskool veel sappiger en eigenlijk lekkerder is dan de gehaktvariant. En dat zal niet de laatste keer zijn vanavond.

Echt leuk aan Reverie is dat het niet allemaal Franse keuken is met een laagje Aziatische vernis

Voor iemand die niet van wildplukken houdt, zet Carli een bijzonder fijn vegetarisch menu neer. Zoals de structuren van bosui, met gember, bosui-Hollandaise en jus van gebrande knoflook – een sprankelende viering van alliums; een spel met verschillende tinten van brandsmaak. Of de schorseneren met gebakken oesterzwammen en schuim van witte truffel. Of de gebarbecuede prei, met char siu-lak met tempeh, citroengel en preicrème. De prei heeft exact de juiste garing, heerlijk zacht maar toch nog structuur, maar vooral de zoetzure saus is waanzinnig bevredigend, als de eerste slok ijskoude cola vlak nadat je het blikje hebt opengetrokken – alles waar je naar op zoek bent als je Chinees bestelt, maar op restaurantniveau.

Alleen het vega-hoofdgerecht valt een beetje tegen. Groene asperge met wortel en bloemkool met saus van piccalilly is geen straf om te eten, maar ontstijgt niet helemaal het niveau van ‘wat groenten met saus’. Het hoofdgerecht met lamskotelet en lamsnek in lamsjus met szechuanpeper is ook niet wereldschokkend. Maar zeker niet slecht. Soit.

Sappige mosselen

Echt leuk aan Reverie is dat het niet allemaal Franse keuken is met een laagje Aziatische vernis. Het is echt een mix van stijlen. De mosselen zijn simpelweg een bord hele goede, volupteuze, sappige mosselen in een diepe, smeulend pittige boemboe op basis van gember en gebarbecuede aubergine en courgette. Superlekker. Bij de salade van scheermessen met venkel geven pijnboompitjes een echo van satésaus te midden van dille-jalapeño-vinaigrette – waardoor het gerecht voelt als een Nordic satéetje.

Het enige gerecht dat niet echt klopt is de tartaar van oester met spitskool en jus van strandkrabben met tom yam: die krabbensaus is zó geconcentreerd dat het echt iets te intens is op de vierkante centimeter met de oesters – misschien was het beter geweest met stukjes mildere sepia of garnaal. Het dessert is dan weer briljant in al z’n eenvoud: de lekkerste gebakken banaan met pindakaramel en vanilleijs.

Waar Reverie nog veel kan winnen is de voorkant: een goede maître met schwung en vooral een goede sommelier. Geen enkele wijn was interessant genoeg om te onthouden. „Het moet voelen alsof je bij ons in de woonkamer komt zitten”, zegt Carli in de docu van Food Reporter. Ik mag hopen dat zijn eigen huis niet volledig in antraciet en zwarte lak is geschilderd en zijn meubilair rond een bonzai-naaldboom staat opgesteld. Maar ik begrijp waar hij heen wil: achter de bar staat de albumhoes van The Miseducation of Lauryn Hill gestileerd opgesteld naast het Noma-handboek voor fermenteren. Die stijl mag best wat meer doorgevoerd worden in de hele bedrijfsvoering.

Verder wens ik de mannen toe dat ze zichzelf toestaan om niet altijd maar twaalf uur per dag te werken, maar ook veel te reizen, te eten en samen met andere jonge chefs te freewheelen en te kruisbestuiven. Dan zouden we nog best eens veel van ze kunnen horen de komende jaren.