Voor het Groningse dorpje Ter Apel vervloog met de val van Rutte IV weer alle hoop op hulp

Ter Apel Het Groningse dorpje hield zich vast aan alle toegezegde steun van Rutte IV om de asielcrisis te verlichten. Maar toen viel het kabinet.

Burgemeester Jaap Velema (D66) in juni 2022 bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.
Burgemeester Jaap Velema (D66) in juni 2022 bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Foto Kees van de Veen

Begin 2019 zit Jaap Velema, sinds een paar maanden burgemeester van Ter Apel, in de hal van het ministerie van Justitie. Als wethouder in Hoogezand-Sappemeer en daarna in Veendam was de Haagse wereld van de ministeries altijd ver weg. Nu heeft hij de trein genomen met een missie: hij gaat minister Ferdinand Grapperhaus om vijf extra agenten vragen.

De beige marmeren muren en de hoge plafonds doen Velema aan een hotel denken. In de hal waar hij zit te wachten, ziet hij Grapperhaus voorbij lopen, een groep ambtenaren achter zich aan. Net een toneelstuk, denkt Velema.

Hij is ingepland tijdens de lunch van de minister. De CDA’er toont bij een bakje yoghurt met muesli begrip: prima Jaap, vijf extra agenten. Zo simpel blijkt het later niet te liggen.

Ruim twee jaar later, in juni 2022, reist Velema weer naar Den Haag. Dit keer naar de Tweede Kamer, om aandacht te vragen voor de onophoudelijke asielproblemen waar Ter Apel mee kampt. Het bezoek is een initiatief van alle fractievoorzitters uit de gemeenteraad, om de parlementariërs duidelijk te maken dat de veiligheidssituatie in hun dorp onhoudbaar is.

Voor Velema loopt de ontmoeting uit op een deceptie. Weinig Kamerleden lijken doordrongen van de ernst van de situatie. Hij smeekt ze te helpen een einde te maken aan de al maanden durende situatie waarbij asielzoekers in tenten, op stoelen of op de grond moeten slapen. „Dit gaat zo niet langer.” Aan het einde van zijn betoog, waarin hij benadrukt „dat er nu écht iets moet gebeuren”, wordt het hem te veel. „Ik maak mij ernstig zorgen.” Geëmotioneerd drukt hij zijn microfoon uit.

„Het was pure onmacht wat je daar zag,” zegt hij in oktober dat jaar tijdens een lang gesprek met NRC in zijn werkkamer op het gemeentehuis. Dan staat Velema (59) op en pakt zijn tas om te laten zien dat het gele bezoekerslintje van de Tweede Kamer nog altijd aan het hengsel zit. „Als aandenken.”

Zijn aan de Tweede Kamer geuite vrees is dan al uitgekomen. Op het dieptepunt moesten zevenhonderd asielzoekers buiten slapen, onder erbarmelijke omstandigheden. Het gevolg: chaos en spanning in het asielzoekerscentrum en overlast in het dorp. Maar toen de asielzoekers voor de poorten verdwenen, waren de problemen in Ter Apel niet voorbij.

NRC volgde de ontwikkelingen in het dorp sindsdien nauwgezet, dook in de (ontstaans)geschiedenis van het asielcentrum, achterhaalde (vertrouwelijke) documenten en zag hoe Ter Apel telkens in de steek wordt gelaten door de Tweede Kamer en andere gemeenten. En dat een groep van enkele honderden asielzoekers, die nauwelijks kans maakt om te mogen blijven, ondertussen voor steeds meer problemen zorgt en inwoners tot wanhoop drijft. Velema: „Het zou arrogant zijn om te zeggen dat ik de boel in de greep heb.”

Toevallig in Ter Apel

Dat alle asielzoekers die in Nederland aankomen langs Ter Apel moeten, berust op toeval. Het Groningse veendorp raakt in 1994 in grote problemen. De fabriek waar jarenlang puzzels en spelletjes als Dokter Bibber werden gemaakt, sluit de deuren. Kort daarna gaat ook het munitiedepot van de NAVO aan de rand van het dorp dicht. Honderden mensen verliezen hun baan. Een ramp voor een regio waar bijna een kwart van de beroepsbevolking werkloos is.

De burgemeester doet in 1994 een beroep op het kabinet om banen te creëren. Het eerste kabinet-Kok overweegt het NAVO-terrein te gebruiken als detentiecentrum voor asielzoekers die uitgezet moeten worden. Uitgeprocedeerde asielzoekers verblijven dan nog in reguliere gevangenissen verspreid door het land. Het kabinetsplan is een reactie op een ambtelijk advies, dat concludeert dat het accent van het asielbeleid meer op „instroombeheersing” en „verwijdering” moet worden gelegd. „Dat zal moeten leiden tot een nieuwe balans in het asielbeleid tussen ontmoediging en humanitaire gastvrijheid.”

Ter Apel zal uitgroeien tot hét asielcentrum van Nederland

In Den Haag bestaan alleen nog twijfels over de ligging van Ter Apel, nabij de Duitse grens, in de hoek van Zuid-Groningen. „Het ligt wel erg decentraal”, staat in een vertrouwelijke nota. Uiteindelijk geven de werkgelegenheid en de structurele financiële vergoeding die de gemeente jaarlijks gaat ontvangen de doorslag. Ter Apel zal in de decennia die volgen, uitgroeien tot hét asielcentrum van Nederland. Met een gevangenis, een opvangplek voor tweeduizend asielzoekers en uiteindelijk het enige aanmeldcentrum van het land. Voor het dorp wegen de voordelen daarvan jarenlang op tegen de nadelen.

Dat verandert in 2015, als er door de oorlog in Syrië steeds meer asielzoekers naar Nederland komen. De honderden mensen die er normaliter per week aankomen, melden zich nu dagelijks aan de poort. Met de Syriërs komt een nieuwe groep asielzoekers mee: mannen uit onder meer Marokko en Algerije. Ze gaan al snel ‘veiligelanders’ heten, omdat ze nauwelijks kans maken op asiel door hun veilige land van herkomst. Maar zo lang hun asielprocedure loopt, hebben ze recht op opvang en veroorzaken ze veel overlast.

De wachtrijen voor de poorten van het aanmeldcentrum zijn verdwenen, op het veld groeit weer gras. Foto Ramon van Flymen/ANP

Sommige bewoners zijn dat al snel zat. Ze richten een burgerwacht op – zeer tegen de zin van de burgemeester. Met succes doen ze een beroep op een gemeentelijke subsidiepot van 5.000 euro. Volgens de afspraken met de gemeente zijn de vrijwilligers „de ogen en oren van de politie”. In de praktijk ontvangt de gemeente al snel „signalen” dat de leden asielzoekers om legitimatiebewijzen vragen en eigenhandig asielzoekers uit winkels zetten. Daarop stopt de samenwerking.

Niet lang daarna steekt een asielzoeker een lid van de burgerwacht met een mes, nadat hij hem betrapte op diefstal. „Dat incident hakte er diep in bij bewoners”, herinnert Velema zich, die een half jaar na de steekpartij aantrad als burgemeester. „Het gevoel van onveiligheid leefde toen al sterk in het dorp. En inwoners vonden dat de problemen werden ontkend door de lokale politiek.”

Geschonden vertrouwen

Veel sollicitaties heeft René Paas, de commissaris van de koning in Groningen, in 2018 niet ontvangen voor de burgemeestersvacature van de nieuwe fusiegemeente Westerwolde, waar Ter Apel onder valt. „Er ligt een mooie, spannende taak voor je”, zegt Paas op 19 december tegen Velema bij diens installatie.

Eén inwoner is die periode minder diplomatiek tegen Velema. Kapper Robert Rep fulmineert over de problemen, die volgens hem zijn te herleiden tot de asielzoekers in het dorp terwijl de politiek daar niets tegen doet. „We worden voor de gek gehouden,” zegt de kapper.

Rep is een oude bekende van Velema, wiens ouders in de jaren zestig een stel- en wagenmakerij hadden in de Hoofdstraat in Ter Apel. Een deur verder zat een kapsalon. Toen daar op een dag de baldadige zoon van één van de kapsters voor straf werd opgesloten in het schuurtje achter de winkel, ging de kleine Velema naast het schuurtje zitten om hem gezelschap te houden. Velema: „Dat kereltje was de boze man die daar tegenover me stond.”

Na zijn installatie heeft Velema intensief contact met Den Haag. Er worden allerlei maatregelen tegen de overlast genomen. Zo komen er naar Rotterdams voorbeeld ‘ketenmariniers’, die de samenwerking tussen alle betrokken organisaties moet verbeteren. Er komt een speciale, beveiligde buslijn voor asielzoekers tussen Emmen en Ter Apel. En om gedupeerde ondernemers te compenseren, wordt een financiële regeling opgetuigd. Tot teleurstelling van Velema blijken extra agenten niet voorhanden in de regio Groningen.

Wat blijft, is de onvrede onder een deel van de bewoners, al wordt het even rustig als er in 2020 door corona minder asielzoekers naar Nederland komen. Als de pandemie voorbij is, belandt het dorp al snel weer in de oude situatie.

De onrust in met name het centrum van het dorp leidt, met hulp van leden van de burgerwacht, tot de oprichting van de PVV. Bij de verkiezingen in maart 2022 behaalt de partij drie van de 21 raadszetels. Hun lijsttrekker: Robert Rep. „De cirkel was rond”, zegt Velema grappend. Dan, serieus: „Ik zei na zijn installatie als raadslid: ‘Welkom.’ En dat meen ik, want uiteindelijk moeten we er hier samen uit zien te komen.” Maar Velema heeft „Robert” ook gewezen op artikel 1 van de grondwet, zegt hij: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.

Al een paar maanden later blijkt dat lastig te zijn, als het aantal asielzoekers dat zich meldt Ter Apel te veel wordt door een chronisch gebrek aan opvangplekken elders in het land. De beelden van het volle grasveld zijn dagelijks in het nieuws. Het verkleint de animo bij andere gemeentes om te hulp te schieten, wat Van der Burg ook probeert.

Zo heeft de provincie Flevoland het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) op een perceel in het dorp Bant gewezen als mogelijke locatie voor een extra aanmeldcentrum, ter ontlasting van Ter Apel. Maar wat het COA ook probeert na aankoop van de kavel richting de gemeente („Hiermee doet zich een unieke kans voor”), Bant gaat niet akkoord. Geen enkele andere gemeente durft het aan, niemand wil een tweede Ter Apel worden.

Begin september zet Velema zijn frustratie en „grote zorgen” over het gebruik van het veld voor het asielcentrum als „wachtkamer” op papier. „Een vertrapt veld is te repareren”, schrijft hij aan minister van Justitie Dilan Yesilgöz en staatssecretaris Van der Burg. „Het vertrouwen van onze inwoners in de overheid is zo ver gedaald dat het nog jaren zal duren om dat te herstellen.” Hij vraagt de twee VVD’ers „nu een keer door te pakken”. „Voor onze gemeente, maar zeker ook voor de mensen die hier naartoe komen in de hoop op een beter leven.” Om zijn brief te besluiten met de zin: „U laat ons beiden in de kou staan.”

In een schriftelijke reactie toont Van der Burg „het volste begrip” voor Velema’s zorgen. „Het belang van Ter Apel kan niet worden onderschat,” schrijft hij. „Waar sprake is van geschaad vertrouwen, zal ik mijn uiterste best doen om dit te herstellen.”

Ingeslagen autoramen

Aan het plafond in de huiskamer van Wesley Vroom hangt een beveiligingscamera. De lens is naar buiten gericht, op de parkeerplaats van het winkelcentrum. Elke keer als er iemand in de buurt van zijn auto komt, trilt zijn telefoon. „Als een soort bejaarde loop ik dan naar het raam, om te kijken wat er is.”

In Ter Apel zijn „vrijwel wekelijks” auto-inbraken, zegt Vroom, die als zelfstandig ondernemer veel vanuit huis werkt. „Veel mensen hier in de buurt hebben camera’s opgehangen.”

De camera kwam goed van pas toen een asielzoeker uit Eritrea afgelopen september op de parkeerplaats 24 autoramen insloeg uit frustratie na een fout in zijn asielprocedure. De volgende dag bezocht de burgemeester alle gedupeerden. „Hij zei direct: ‘Wij vergoeden dit’”, zegt Vroom. „Dat potje is er speciaal om mensen tevreden te houden.” Uit datzelfde potje werd na eerdere incidenten een schutting bij de Jumbo betaald en een hek om de camping Moekesgat.

Een ‘burger- wacht’ treedt eigenhandig op

Op het Marktplein waar Vroom op uitkijkt, zit Harry Siemers op een middag in juli op een betonnen bankje. Door zijn spiegelende wielerbril houdt hij de Jumbo in de gaten. „Het is alsof hier een gevangenis in Noord-Afrika is opengetrokken”, zegt hij. Siemers is de voorman van de burgerwacht, die als het ‘buurtpreventieteam’ nog altijd actief is. „Geweld beantwoorden wij met geweld.” Op de vraag of hij betrokken was bij het recente incident waarbij een asielzoeker in het kanaal belandde, begint Siemers te lachen. „Daar doe ik geen uitspraken over.” Alles wat ze doen, zegt hij, „is onder de radar”. Voor verdachte situaties rukken ze niet uit, alleen nog als er echt iets aan de hand is – inbraken, autokraken, bedreigingen, overvallen. Zulke situaties worden meteen gedeeld in de appgroep. „Bijna elke dag wel een keer.”

Wim Vroom, die in 2018 werd gestoken door een asielzoeker, staat naast Siemers. Hij laat zijn arm zien. Een litteken over zijn hele arm. Siemers: „We vechten hier met elkaar en we lachen hier met elkaar.”

Iets verderop in Ter Apel, bij een broodje kip, zegt VVD-fractievoorzitter Klaas Buigel: „De sfeer in het dorp is aan het kenteren.” Mensen die twee jaar geleden nog heel redelijk waren, schuiven steeds verder op, vertelt hij. „En dat is niet gek.” Als raadslid kent hij de verhalen van gemeenten die overlastgevende asielzoekers terugsturen naar Ter Apel.

Velema knikt wanneer hij er naar wordt gevraagd. Hij sprak zijn collega uit Wijk bij Duurstede erop aan. „Ik heb haar duidelijk gemaakt wat het effect was van haar besluit, waarna zij mij uitlegde dat ze iets moest doen om nog íéts van crisisopvang overeind te houden in haar gemeente.” Hij zucht. „Daar moet je ook begrip voor hebben.”

Wachtrijen verdwenen

Hoe anders dan een jaar eerder is de situatie voor de poort van het aanmeldcentrum nu. De wachtrijen voor de poorten zijn verdwenen, op het veld groeit weer gras. „Ja, het is ogenschijnlijk veel beter dan toen”, zegt Velema op donderdag 6 juli bij een kop koffie op zijn werkkamer. De instroom is lager dan voorspeld, duizenden asielzoekers verblijven in ‘crisisnoodopvang’-locaties. „Het grootste probleem nu is de belabberde kwaliteit van die opvang.” Hij vertelt over gezinnen die al maanden in sporthallen verblijven. „Is dat het humane gezicht van Nederland?”

Het contrast met het eerste gesprek negen maanden eerder is opvallend. Velema is niet langer de beginnend burgemeester die zich geconfronteerd ziet met zijn eerste crisis en naar houvast zoekt. Hij is resoluter, stelliger in zijn woordkeuze. Bijvoorbeeld over de steun die Ter Apel kreeg sinds de crisis van vorig jaar. Die kwam opnieuw vooral van noordelijke gemeenten. „Die stonden gelijk wéér bokje.” In tegenstelling tot gemeenten elders in het land. „Schandalig. Dit is een gezamenlijk probleem.”

Wat alleen maar erger is geworden in Ter Apel, is de spanning in het centrum van het dorp door de overlast van een harde kern veiligelanders. Wie het Marktplein bezoekt, weet zich omringd door een zwerm surveillerende politieagenten, boa’s en particuliere beveiligers. Velema: „We hebben niet alleen meer last van gelegenheidscriminaliteit, het is deels professioneel georganiseerd.”

Het leidt tot incidenten waarbij de burgerwacht eigenhandig optreedt. Voor het eerst tijdens het gesprek zoekt Velema naar zijn woorden, als hem wordt gevraagd wat hij van de burgerwacht vindt. „Ongemakkelijk”, zegt hij. „Ik zie het als een teken dat een deel van mijn inwoners weinig vertrouwen heeft in dé overheid. Dat ben ik in deze, samen met de politie.”

Maar, haast hij zich te zeggen, het is óók ongemakkelijk vanwege het gevaar van eigenrichting. Zo belandde er onlangs een asielzoeker na een schermutseling met de burgerwacht in het kanaal in het dorp. „De toedracht is niet helemaal duidelijk maar laat ik het zo zeggen: hij is er niet zelf in gesprongen.”

De spanning in de dorpskern van Ter Apel is alleen maar erger geworden door de overlast van een harde kern veiligelanders. Foto: Ramon van Flymen/ANP

Zijn oplossing voor het al jaren slepende probleem met de veiligelanders: sneller onderscheid maken tussen kansrijke en kansarme aanvragen voor asiel. Die ochtend is er een proef met die insteek begonnen in Ter Apel. Mensen met een kansarm verzoek moeten „permanent beschikbaar zijn” tijdens de behandeling van hun aanvraag, die versneld wordt afgehandeld. „Het is een droom als dit blijkt te werken”, zegt Velema. „En het zal enorm helpen om het draagvlak voor échte asielzoekers te behouden.”

De doorgebroken zon verlicht inmiddels zijn werkkamer. Ook voor Velema lonkt de zomervakantie. Vorig jaar dacht hij naar Berlijn te gaan met zijn man, tot hij bij aankomst in Duitsland het bericht ontving dat er een baby was gestorven in het asielzoekerscentrum. „We zijn meteen teruggegaan.”

Op de dag van het gesprek hangt er ander onheil in de lucht: in Den Haag dreigt het kabinet te vallen over een door de VVD afgedwongen asielakkoord. En dat terwijl de spreidingswet van staatssecretaris Van der Burg die gemeenten dwingt om een bijdrage te leveren aan de opvang nog altijd niet is aangenomen door de Kamer. „Voor het land zou een val dramatisch zijn”, zegt Velema. „Dan worden de grote problemen weer niet opgelost.” Over de gevolgen voor Ter Apel maakt hij zich minder zorgen. Het maximum van tweeduizend asielzoekers zal sowieso niet meer worden overschreden, zegt hij stellig. „Ik heb het woord van deze staatssecretaris op dat punt.”

Een dag later, op vrijdagavond 7 juli, hoort Velema thuis live op televisie dat het kabinet is gevallen. Net na middernacht verschijnt een zichtbaar vermoeide Van der Burg in beeld. Op de vraag van journalisten waar hij voor vreest in Ter Apel in de zomer, zegt de staatssecretaris: „In Ter Apel gaan we niks zien, want ik heb beloofd, en ik blijf beloven, en ik zal ook gewoon uitvoeren, dat er geen asielzoekers meer in het gras slapen in Ter Apel.” Geëmotioneerd: „Die mensen hebben al zo veel voor hun kiezen gehad. Die verdienen steun van iedere gemeente, iedere provincie en iedere politicus in Nederland.”

Velema hoort het en pakt zijn telefoon. Hij appt Van der Burg om hem te bedanken voor zijn niet-aflatende inzet. „Ik ben blij dat je daar maandag gewoon mee doorgaat.”

Maar op maandag torpedeert VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans de laatste hoop van Ter Apel op verlichting. In het Kamerdebat over de val van het kabinet zegt ze: „Het is geen geheim dat wij grote moeite hadden met die spreidingswet.” De kans dat „dat ding” nog wordt behandeld in de Kamer voor de verkiezingen in november acht ze „klein”. Velema, een dag later aan de telefoon: „Ze maken het ons wederom niet makkelijk.”