N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Maria Hopman | onderzoeker Vierdaagse-lopers Voor de vijftiende keer wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen van hitte en inspanning voor het lichaam. „Je moet veel drinken want je zweet veel.”
Bert Bakker is zo fit als een hoentje. Hij stond woensdagochtend om 04.45 uur bij de start van de Nijmeegse Vierdaagse en kwam al om 11.10 uur aan bij het eindpunt. Veertig kilometer gelopen en nergens last van. Bakker, brede grijns, is 75 jaar.
Hij draagt die dag een wit T-shirt en dat is relevant omdat hij deelneemt aan een onderzoek van de afdeling integratieve fysiologie van het RadboudUMC. Vijftig wandelaars dragen dit jaar tijdens de Vierdaagse twee dagen een wit shirt en twee dagen een zwart shirt. Aan het eind van het parcours – de een loopt dertig kilometer per dag, de ander veertig of vijftig – meten studenten geneeskunde hun temperatuur.
Zo kan onderzoekleider Maria Hopman, hoogleraar fysiologie, achterhalen wat de wandelaar koeler houdt: wit of zwart. „We zijn geneigd wit aan te trekken als we vrezen voor hitte. Maar we willen weten of zwart ook afkoelt. Want bijvoorbeeld bedoeïnen in de woestijn dragen vaak donkere kleren.” Bert Bakker vond het in elk geval fijner in het witte shirt dan een dag eerder in het zwarte. „En gisteren was het iets minder warm dan vandaag.”
De gevolgen van hitte zijn erg relevant voor de Vierdaagse. Het wetenschappelijke onderzoek is in 2007 begonnen na de dramatisch verlopen Vierdaagse een jaar eerder. Toen was het zo heet dat twee wandelaars overleden, een aantal in het ziekenhuis belandde en velen onwel werden.
Om te voorkomen dat dat ooit weer zou gebeuren, werd een team opgericht dat elke ochtend van het evenement bijeenkomt en advies uitbrengt. In dat team zit een weerman, een inspanningsfysioloog (Hopman), een psycholoog en het hoofd medische dienst. Vorig jaar adviseerde het team om één dag niet te lopen, omdat het 38 graden zou worden en de luchtvochtigheid hoog zou zijn.
Een natte handdoek in de nek
Ook adviseert het team vaak om extra maatregelen te nemen om risico’s te beperken: veel water verstrekken langs de route, zonnebrandcrème, een pet op, een natte handdoek in de nek en soms een uur eerder beginnen dan normaal voor de hele stoet. Voor blaren, flauw gevallen deelnemers en ander leed zijn vrijwilligers van het Rode Kruis langs de route.
Het team doet ook veel onderzoek naar de gezondheid van de lopers. Want de aantallen wandelaars zijn zo groot, 47.000 dit jaar, dat onderzoek naar hun fysieke gesteldheid voor en na deze enorme inspanning elk jaar mogelijk is én interessant. Er doen ouderen mee, suikerpatiënten, mensen met verhoogde bloeddruk of cholesterol, met hartklachten en zelfs kanker. Iedereen die wil meewerken aan het onderzoek reageert op specifieke oproepen in de nieuwsbrief voor de Vierdaagse.
In de loop van vijftien jaar hebben Hopman en haar collega’s zeker vijftig artikelen in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd, gebaseerd op onderzoek bij de wandelaars van de Nijmeegse Vierdaagse.
Zo bleek in 2018 dat je net zo goed ver kunt wandelen, als je pijn in de spieren hebt van medicijnen die je slikt om je cholesterol te verlagen.
In 2008 bleek dat één op de vijf wandelaars te weinig drinkt onderweg. „Ze zijn soms bang dat ze dan zo vaak moeten stoppen om te plassen”, zegt Hopman. „Maar je moet juist veel drinken want je zweet veel. Zeker als je overgewicht hebt.” Een vijfde van de wandelaars komt dus bij de finish met uitdrogingsverschijnselen. Dan krijgen ze last van hoofdpijn en flauwvallen.
Lees ook: In 2022 werd de Vierdaagse ingekort, maar deze wandelaars liepen de Vierdaagse tóch
Bert Bakker koopt graag onderweg af en toe drinken, vertelt hij. Maar echt niet in de horeca. „Peperduur.” Nee, doe hem maar de standjes van verenigingen langs de weg. Dan kost een beker thee of water maar 1 euro.
Tonny Keizer uit Doetinchem (61) draagt vandaag een zwart shirt. „Het kan tussen mijn oren zitten, maar ik had het veel heter dan gisteren”, zegt ze wanneer ze om 11.45 uur aankomt. Ze laat haar temperatuur meten en haar bloed prikken, voor het onderzoek.
Kleine moeite, zegt ze naderhand, want de Vierdaagse vindt ze een heerlijk sociaal evenement. Ze loopt alleen, maar voelt zich nooit alleen. „Iedereen praat met je en helpt elkaar.” Ze neemt er een week voor vrij van haar werk. Dit jaar loopt ze om geld op te halen voor een stichting die kinderen helpt die thuis een traumatische ervaring hebben gehad. Zij drinkt ongeveer 3,5 liter water per wandeldag.
Hart- en vaatziekten
Een ander onderzoek dat Hopman dit jaar ook uitvoert, gaat over hartschade. Vijfhonderd willekeurige deelnemers hebben zondag hun bloed laten afnemen, daarin wordt het eiwit troponine gemeten. Na vier dagen lopen (tussen 120 en 200 kilometer) wordt bekeken hoe veel troponine er dan in het bloed zit.
„Dat deden we ook in 2009. We hebben die mensen in de jaren daarna gevolgd”, zegt Hopman. „Wandelaars die de meeste troponine in het bloed hadden, bleken later vaker te lijden aan hart- en vaatziekten dan wandelaars met weinig troponine.”
Wat heb je eraan om dat te weten? Hopman: „Als je weet dat je vatbaarder bent voor hart- en vaatziekten kun je allerlei dingen doen om je kansen te verbeteren.” Meer bewegen, minder eten, minder roken, en letten op bloeddruk en cholesterol bijvoorbeeld.