Voor een akkoord over vroegpensioen hebben de vakbonden veel concessies moeten doen

Treinen, bussen en trams zijn ervoor stilgelegd. Voetbalwedstrijden werden geannuleerd omdat politieagenten staakten. Maar nu hebben de vakbonden wat ze zo graag wilden. Vrijdag bereikten zij een voorlopig akkoord met het kabinet en werkgevers over het permanent maken van de vroegpensioenregeling voor zwaar werk. Anders zou die na volgend jaar stoppen. De regeling wordt ook ruimer.

Dat kun je winst noemen voor de vakbonden. Maar uit het onderhandelaarsakkoord blijkt ook dat de vakbonden veel concessies hebben moeten doen. De plannen lijken sterk op een eerder voorstel van minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC), dat de vakbonden vorige maand nog fel van de hand wezen.

Het gaat allemaal om de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). In het pensioenakkoord van 2019 constateerden het kabinet-Rutte III, werkgevers en vakbonden dat de AOW-leeftijd te snel stijgt voor oudere werknemers in zware beroepen.

Er kwam een tijdelijke oplossing, tot en met 2025. Via de RVU-regeling kunnen werkgevers hun werknemers geld meegeven om drie jaar eerder te stoppen met werken. Daar zit wel een maximum aan: 2.182 euro bruto per maand. Netto houden werknemers daar een kleine 1.200 euro aan over, vergelijkbaar met de AOW-uitkering. Wie een hoger inkomen nodig heeft, moet de eigen aanvullende pensioenuitkering naar voren halen.

Vakbonden eisten dat dit bedrag veel hoger zou worden: ze wilden het meer dan verdubbelen. Dan zouden ook mensen die anderhalf keer modaal verdienen er gebruik van kunnen maken, zónder hun eigen pensioenpot te hoeven aanspreken.

300 euro extra per maand

Van Hijum wilde lang niet zo ver gaan. Hij stelde vorige maand een bescheiden verhoging van 250 euro bruto per maand voor. Niet voor iedereen, maar alleen voor individuele gevallen. „Volstrekt onvoldoende”, schreef vakbond FNV daarover, in een brief aan de Tweede Kamer.

Nu zijn de vakbonden akkoord gegaan met 50 euro meer. Vanaf 2026 mogen werkgevers 300 euro per maand extra geven. Waarbij is afgesproken dat het uitdelen van dit hogere bedrag „geen vanzelfsprekendheid” is. Het is bedoeld voor „knellende situaties”.

Het kabinet en werkgeversorganisaties wilden vooral afspreken dat straks alleen mensen met een écht zwaar beroep deze regeling gebruiken. De personeelstekorten zijn groot en zij willen dat veel Nederlanders blijven werken.

De tijdelijke regeling wordt niet alleen gebruikt door mensen met zwaar werk. Werkgevers en vakbonden mogen per bedrijfstak afspreken wie ervoor in aanmerking komt. Bij de verzekeraars Aegon of Achmea en de bank ABN Amro is dat bijvoorbeeld iedereen die tien jaar in dienst is én drie jaar voor de AOW-leeftijd zit. Je functie maakt niet uit.

De nieuwe regeling wordt beter afgebakend, is nu afgesproken. Daar waren de vakbonden ook nooit op tegen. De nieuwe RVU-regeling is alleen nog voor mensen met „belastende functies en werkzaamheden”.

Wie er precies in aanmerking komt, blijft een beslissing voor de bedrijfstakken zelf. Maar straks moeten zij hun keuzes voorleggen aan een extern bureau, dat in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken controleert of de afbakening goed genoeg is.

15.000 mensen

Vakbond FNV verzette zich vooraf vooral fel tegen afspraken over het totale aantal mensen dat gebruik zou moeten maken van de regeling. Minister Van Hijum wilde een ‘signaalwaarde’ van 15.000 mensen per jaar. Zodra meer mensen met vroegpensioen gaan, wilde hij met werkgevers en vakbonden bespreken hoe de afbakening beter kan.

Vakbond FNV noemde dat een „willekeurig aantal” en zag dit als onnodige inperking van de regeling. Van Hijum ontkende dat, in een Tweede Kamerdebat. Bij dit aantal zou een op de vijf werkenden met deze leeftijd er gebruik van maken, zei hij. En dan is het geen regeling meer voor „bijzondere gevallen”.

Van Hijum heeft zijn zin gekregen: als meer dan 15.000 mensen per jaar de RVU-regeling gebruiken, gaan het kabinet, werkgevers en vakbonden bespreken of ze moeten „bijsturen”.


Lees ook

Vakbonden, werkgevers en kabinet eindelijk eens over vroegpensioen

Leden van vakbonden FNV en CNV demonstreren voor vroegpensioen.

Wat de vakbonden wel voor elkaar hebben gekregen: er komt geen inkomensgrens. Van Hijum wilde afspreken dat hogere inkomens vanaf 2026 geen toegang meer krijgen tot de vroegpensioenregeling. In het uiteindelijke akkoord komt zo’n landelijke inkomensgrens niet terug. Al mogen bedrijfstakken daar wel afspraken over maken.

Komende weken moet blijken of ook de leden van de vakbonden en werkgeversorganisaties instemmen met dit akkoord.