Met oorlog op het Europees continent en instabiliteit in de wereld is de Nederlandse defensie druk bezig haar capaciteiten op te schroeven. Niet eenvoudig, onder meer omdat de krijgsmacht al kampt met een personeelstekort. Tegelijkertijd hebben ook beveiligingsbedrijven moeite om mensen te vinden en de roosters rond te krijgen. Defensie en de beveiligingssector werken sinds 2021 samen om dit probleem aan te pakken.
Met een speciale regeling kunnen beveiligers naast hun werk ook als reservist, een militair die op oproepbasis werkt, bij defensie actief zijn. Als beveiliger werken als reservist kan al langer, maar de regeling is sinds 2021 expliciet opgenomen in de cao Veiligheidsdomein, waardoor ook praktische zaken die komen kijken bij het uitwisselen van personeel formeel vastgelegd zijn. Ook werven recruiters van beveiligingsbedrijven personeel bij defensie, en andersom. Het doel van de regeling is werknemers binnen het werkgebied ‘veiligheid’ te houden, waar al zoveel krapte is.
Ondanks dat de regeling al enkele jaren in de cao is opgenomen, staat het project nog in de kinderschoenen. De reservistenregeling wordt nog maar door enkele tientallen werknemers bij enkele bedrijven gebruikt. Toch zijn betrokkenen enthousiast, vertellen ze aan NRC.
Volgens Leon Vincken, directeur van beveiligingsbranchevereniging VVNL, biedt de regeling een voordeel voor beveiligers, vanwege de afwisseling van het werk. „Zij krijgen nieuwe ervaringen, dat stimuleert en geeft meer perspectief in hun werk.”
Mensen met hetzelfde profiel
Ook voor werkgevers in de sector ziet Vincken voordelen. „Beveiliging, defensie, politie, dat is allemaal dezelfde arbeidsmarkt. Daar kun je elkaar als werkgever in versterken.” De werknemers in de sector hebben volgens hem veel gemeen. „Het zijn dezelfde profielen, mensen die zich goed voelen in dezelfde omgeving.”
Afspraken waarmee werknemers reservist kunnen worden, bestaan al langer in het bedrijfsleven. Maar dan gaat het om individuele werknemers. De beveiligingssector – met een jaarlijkse omzet van zo’n 1,5 miljard euro, en waarin rond de 30.000 mensen werken – is de eerste branche die het expliciet in een cao vastlegt.
Een kanttekening daarbij is dat niet alle beveiligingsbedrijven zijn aangesloten bij de cao Veiligheidsdomein. Alleen bedrijven die lid zijn van VVNL, oftewel 10 procent van de totale sector, kunnen gebruikmaken van de regeling. Grote beveiligingsbedrijven als G4S, Trigion en Securitas vallen er buiten.
Peter Hoes, voorzitter van VVNL en eigenaar van beveiligingsbedrijf Alpha Security, is al volop bezig met het implementeren van de regeling. Hij vertelt hoe de beveiligingsbranche profiteert van de samenwerking. „De meeste militairen werken gedurende twee contracten van vier jaar bij defensie, vanaf hun achttiende ongeveer. Daarna krijgen ze een gezin of andere plannen en zoeken ze ander werk. Dat zijn ideale kandidaten voor de beveiliging: ze zijn getraind en zijn gewend aan hiërarchie binnen een organisatie.” Via de regeling krijgen ex-militairen de kans om als reservist terug te keren bij defensie. Volgens Hoes hebben zij vaak ‘heimwee’ naar de krijgsmacht. Dat maakt het werk als beveiliger aantrekkelijker voor ex-militairen.
De beveiligingsbedrijven trekken ook samen met defensie op om werknemers te werven. „Op open dagen van de luchtmacht lopen bijvoorbeeld recruiters van de beveiligingssector rond”, legt Vincken uit. „Als geïnteresseerden dan niet worden aangenomen bij de luchtmacht, omdat ze niet aan de eisen voldoen, krijgen ze meteen een aanbod om in de beveiliging te werken. En dan wordt uitgelegd dat ze ook reservist kunnen worden.” Voor reservisten gelden lagere eisen om bij defensie binnen te komen dan voor beroepsmilitairen.
Andersom komen er ook recruiters van defensie langs bij de beveiligingsbedrijven. Ook gaan recruiters van beide sectoren gezamenlijk langs infodagen op middelbare scholen.
Vincken wijst erop dat een gevoel van verbondenheid met de strijdkrachten belangrijk is om het initiatief succesvol te implementeren als bedrijf. „Werkgevers moeten een ‘groen’ hart hebben. Ze moeten een gevoel hebben bij defensie, anders werkt het niet.”
Dat is bijvoorbeeld het geval bij het bedrijf van Hoes. „Alpha Security is voortgekomen uit defensie, de meeste mensen die bij ons werken zijn oud-militair. Ikzelf ook.” Militairen zijn volgens Hoes erg geschikt al beveiliger. „De standaard infanterist doet zelf ook veel beveiligingswerk, die loopt patrouilles en bewaakt de bivak of de kazerne.”
Middel tegen inkakken
Jeroen Hoogland is coördinator beveiliging bij Alpha Security en maakt gebruik van de reservistenregeling. „Alles wat ik leer kan ik bij beide werkgevers toepassen”, vertelt hij. Hoogland vindt de afwisseling die hij zo in zijn werk heeft waardevol. „Ik denk dat het je heel fris en scherp houdt als je af en toe andere dingen doet naast je vaste werk. Als je als beveiliger elke dag hetzelfde object beheert, dan kun je gauw inkakken.”
De beveiliger heeft zelf veertien jaar voor defensie gewerkt en is daar onderofficier, ook als reservist. In die functie geeft hij leiding aan militairen en traint hij ze. In totaal werkt hij zo’n driehonderd uur per jaar als reservist. Volgens Hoogland werken alle reservisten minimaal honderdvijftig uur per jaar bij defensie.
Toch zien beveiligingsbedrijven ook redenen om terughoudend te zijn met de reservistenregeling. Vincken legt uit dat de regeling moeilijkheden kan opleveren, wat bedrijven afschrikt. „Je loopt als beveiligingsbedrijf soms tegen problemen aan als een reservist wordt opgeroepen. Als dat overeenkomt met de planning is het geen probleem, maar als een werknemer acuut word opgeroepen ben je opeens één van je mensen kwijt.”
Een andere factor waardoor beveiligingsbedrijven huiverig zijn voor de regeling is de angst om werknemers permanent kwijt te raken aan defensie. Hoes vindt deze terughoudendheid ongepast. „Bedrijven moeten beseffen dat als je je ervoor openstelt, je een grote instroom krijgt van mensen die heel geschikt zijn als beveiliger.”
Bij defensie is men eveneens enthousiast over de regeling. Defensie werkt toe naar een ‘adaptieve krijgsmacht’, waarin flexibele inzet van personeel en materieel van civiele partners – dus van buiten defensie – belangrijk is. Daarbij wil defensie het aantal reservisten de komende zes jaar van 6.600 naar 20.000 uitbreiden.
Fred, die om veiligheidsredenen niet met zijn achternaam in de krant wil, heeft vanuit de luchtmacht de regeling met VVNL onder zijn hoede. „In oorlogstijd hebben we bijvoorbeeld honderd vrachtwagens nodig, maar in vrede maar tien. Die andere negentig staan dan stil.” Dat kan volgens hem worden opgelost door private partijen in te schakelen. „Het kan ook zijn dat we een deal sluiten met een transportbedrijf waarbij we zeggen: ‘Jullie mogen gebruikmaken van de vrachtwagens, maar als wij ze nodig hebben, willen wij ze terug. Het liefst met chauffeurs’.”
Fred merkt dat er in de maatschappij meer aandacht is voor defensie. „We zien dat door alle crises in de wereld er weer meer wordt geïnvesteerd in defensie, maar je ziet ook dat er bij bedrijven wordt gemerkt: ‘Onze vrijheid is belangrijk. Daar moeten we allemaal bij betrokken zijn.’”
Hij geeft consultancybedrijf Capgemini als voorbeeld. IT-specialisten van het bedrijf worden ingezet als reservist bij defensie, waar ze meewerken aan cybersecurity. „Bij Capgemini hebben ze een zeer actief reservistenbeleid waarbij ze werknemers enthousiasmeren om reservist te worden.”
Met de cao zijn nu vooral praktische zaken geregeld tussen defensie en beveiligingsbedrijven omtrent medewerkers die ook reservist zijn. „De werkgever weet dat de werknemer kan worden opgeroepen, dus de werknemer hoeft niet elke keer met een briefje te komen om vrij te krijgen”, licht Vincken toe.
De beveiliger krijgt voor de dagen of uren dat die voor defensie werkt, betaald door defensie. Voorzitter Hoes legt uit dat potentiële conflicten zo veel mogelijk worden voorkomen met de cao. Bijvoorbeeld: „Als iemand tijdens een oefening z’n voet breekt, wie pakt dan het bonnetje op?” Is het onder defensietijd, dan betaalt defensie en niet het beveiligingsbedrijf, en andersom. Maar ook praktische problemen met betrokken tot pensioenopbouw bij twee verschillende werkgevers worden in de cao geregeld.
Pilot
VVNL werkt samen met met MKB-Nederland om te kijken of de reservistenregeling ook buiten de branche kan worden toegepast, waarbij de ervaringen van de beveiligingsbranche als pilot dienen. „Defensie heeft bijvoorbeeld ook veel monteurs en installateurs nodig”, licht Vincken toe.
Daarnaast wordt er gekeken naar andere mogelijke samenwerkingen tussen publieke- en private sector, vertelt Hoes van VVNL. „Het is mijn einddoel om de samenwerking die er nu is tussen defensie en de branche voor beveiliging uit te breiden met andere partners als de douane, politie, handhaving en marechaussee.”
De bedoeling is dat arbeidskrachten die niet meer tevreden zijn op hun plek zo toch binnen het veiligheidsdomein blijven, legt Hoes uit. „Zo kun je met elkaar de beperkte arbeidscapaciteit delen. We moeten heel zuinig zijn op die mensen.”