Voor cruciale grondstoffen heeft Europa de rest van de wereld gewoon nodig

‘Laat ons zo moedig zijn om een autonoom, verenigd en democratisch Europa op te bouwen”, sprak Emmanuel Macron in 2017 toen hij net verkozen was tot president van Frankrijk. Maar niemand luisterde. Zijn toespraak aan de Parijse Sorbonne-universiteit werd afgedaan als bombastisch, een typisch staaltje Frans theater. Zeven jaar later, in 2024, stond Macron er weer. De wereld zag er totaal anders uit, maar zijn boodschap was onveranderd. Dit keer vielen zijn woorden wel in goede aarde.

Inmiddels vinden ze weerklank door heel Europa. Door de geopolitieke onrust die president Donald Trump zaait, weten veel regeringsleiders het nu zeker: de EU moet haar eigen boontjes doppen. Het besef is ingedaald dat Europa op een paar fundamentele terreinen aan het infuus van buitenlandse grootmachten ligt. Door de militaire dreiging uit Rusland ligt de focus vooral op versterking van Europese legers, maar minstens zo urgent is de aanvoer van kritieke grondstoffen. Die zijn onmisbaar voor de energietransitie, gezondheidszorg en de hightech-industrie. Omdat de EU zelf weinig van deze grondstoffen produceert, is zij sterk afhankelijk van import uit andere continenten.

Bepaalde grondstoffen worden kritiek genoemd vanwege hun grote economische en strategische belang. Denk aan lithium en kobalt voor in batterijen, wolfraam en magnesium voor in smartphones, en silicium voor de productie van zonnepanelen. De toelevering van zulke grondstoffen is kwetsbaar; slechts een klein aantal landen wint ze. Zeldzame aardmetalen bijvoorbeeld, essentieel voor de productie van windmolens, komen bijna allemaal uit China. Chili en Australië leveren de grootste hoeveelheid lithium en kobalt komt hoofdzakelijk uit Congo.

Fabriek van de wereld

Maar dan heb je het alleen over de onbewerkte grondstoffen. „Kobalt mag dan vooral in Congo gemijnd worden, het grootste deel van de verwerking gebeurt in China”, vertelt René Kleijn, hoogleraar industriële ecologie aan de Universiteit Leiden. „Als het gaat om winnen en verwerken van kritieke grondstoffen, heeft China een totaal dominante rol in de wereld. Batterijen, zonnecellen, magneten voor windmolens, onderdelen voor elektrische auto’s – China is de fabriek van de wereld.”

De Europese afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen is logisch, vindt Kleijn. „Vroeger was mijnbouw een regionale activiteit, iets wat we alleen op het eigen continent deden. Maar dat is allang niet meer zo.” Door lage lonen elders en de opkomst van betaalbaar internationaal transport is Europa voor zijn grondstoffen steeds meer buiten het continent gaan kijken. Goedkope toevoer van cruciale materialen droeg bij aan de economische voorspoed.

Tegelijk is die afhankelijkheid enorm risicovol gebleken. Door problemen in de aanvoerlijn kunnen belangrijke goederenstromen vastlopen. Zo zette de coronapandemie een rem op de wereldwijde grondstoffenhandel. Of neem de blokkade van het Suezkanaal in 2021, waardoor het zeetransport via deze cruciale route stil kwam te liggen. En ook handelsoorlogen en geopolitieke conflicten kunnen roet in het eten gooien.

Kleine voorraden aanhouden is een prima methode om kosten te besparen, maar het maakt je heel kwetsbaar voor verstoringen in de wereldhandel

René Kleijn
hoogleraar industriële ecologie

Kwetsbaarheid

Nederland is slecht bestand tegen zulke schokken, meent Kleijn. Veel productiebedrijven houden tegenwoordig vanuit financieel oogpunt kleine materiaalvoorraden aan. „Dat is een prima methode om kosten te besparen, maar het maakt je heel kwetsbaar voor verstoringen in de wereldhandel.” Hij verwacht dat veel Nederlandse bedrijven hoogstens enkele weken droge voeten houden als de toevoer van cruciale materialen ineens stopt.

Het kabinet-Schoof wil daarom ‘ongewenste afhankelijkheden’ afbouwen en de eigen voorraden scherper in de gaten houden. In februari werd op initiatief van Economische Zaken het Nederlands Materialen Observatorium (NMO) opgericht, dat is ondergebracht bij onderzoeksorganisatie TNO. Het NMO moet de kritieke grondstoffen die Nederland binnenkomen grondig in kaart brengen en aan de bel trekken wanneer Nederland en Europa te afhankelijk dreigen te worden van één land.

Geen makkelijke klus, weet grondstoffenexpert Ton Bastein, als onderzoeker bij TNO nauw betrokken bij het NMO. Het complex van winning, toelevering en gebruik van grondstoffen is namelijk erg ondoorzichtig.

Bastein: „De wereldhandel wordt vaak onderverdeeld in slechts 5.800 productgroepen. Dan gaat veel detail verloren. Van bijvoorbeeld een bril wordt niet bijgehouden dat er polycarbonaat in zit; dat moet je maar net weten als je de importcijfers bekijkt.”

Nog ingewikkelder is dat bij een motor voor elektrische auto’s. Dat daar koper, kobalt en allerlei andere kritieke grondstoffen in verdwijnen, en hoeveel dan precies, houdt geen overheid bij. Zomin als uit welke landen die materialen komen.

Onafhankelijker worden

Toch is die kennis voor de EU van belang. Vorig jaar kwam de Unie met de Critical Raw Materials Act, bedoeld om voor kritieke grondstoffen onafhankelijker te worden van andere landen en er meer uit eigen bodem te winnen. Het streven is in 2030 maximaal 65 procent van een specifieke kritieke grondstof uit één land te importeren.

„Een flinke uitdaging”, zegt Peter Paul van ’t Veen, directeur van het NMO. „Er zijn een paar gevallen waarbij we echt extreem afhankelijk zijn van een enkel land.” China dus, maar ook bijvoorbeeld Zuid-Afrika, hoofdleverancier van het schaarse metaal platina.

In Nederland valt er weinig te mijnen, maar in andere Europese landen is de bodem rijk aan (met name) lithium, mangaan, koper en nikkel. Daarmee kan een flink deel van de productie van elektrische auto’s worden gedekt. De EU wil in 2030 minstens 10 procent van de benodigde kritieke grondstoffen uit eigen bodem halen.

Makkelijk wordt dat niet. De Europese winning bedraagt nu zo’n 3 procent. „Om het Europese doel te halen, moeten we dus ruim drie keer zo veel grondstoffen gaan winnen”, zegt Van ’t Veen. „Het bouwen van een mijn duurt al gauw vijftien jaar. Je ziet dus al: dat gaat wrijven.”

De benodigde investeringen en hoge kwaliteitseisen maken mijnbouw in Europa, met ook nog hoge loonkosten, relatief duur. Volgens de onderzoekers van het NMO moet Europa zich daarom afvragen: accepteren we de hoge prijs van strategische autonomie?

Strategische autonomie

Hoogleraar Kleijn denkt dat de EU onmogelijk zelfvoorzienend kan worden. „Dat is een illusie. Maar strategische autonomie is een ander verhaal. Dat houdt in dat je op zoek gaat naar de grootste risico’s en die probeert te verkleinen.” Bijvoorbeeld door bepaalde grondstoffen niet uit één, maar uit meer landen te halen.

Ook is het belangrijk grondstoffen langer ‘in het systeem’ te houden, bijvoorbeeld door ze terug te winnen uit afgedankte producten. Op dat gebied gaat het in Nederland nog helemaal mis, concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving in een recent rapport. Recycling komt moeizaam van de grond; vaak zitten er maar kleine hoeveelheden kritieke materialen in een product, en zijn die er bovendien lastig uit te peuteren. Maar het gebeurt nu te weinig, vindt het Planbureau. Kritieke grondstoffen zijn eindeloos opnieuw te gebruiken.

Dat recycling maar spaarzaam plaatsheeft, komt doordat het onvoldoende loont. Arbeid is duur, nieuwe grondstoffen relatief goedkoop. Daarom kiezen productiebedrijven liever voor nieuwe materialen en verdwijnen kostbare grondstoffen in de verbrandingsoven. Dat verandert pas als het verdienmodel voor recyclers gunstiger wordt, bijvoorbeeld met subsidies of door verplicht gebruik van gerecyclede materialen.

Dat gaat Nederland in zijn eentje niet lukken, denkt TNO-expert Bastein. „De technologie om te recyclen bestaat, het laaghangende fruit is geplukt. Blijkbaar ligt hier de grens van de markt. Om op grote schaal grondstoffen te recyclen, hebben we Europese regels en investeringen nodig.”

Minder verbruik

Mogelijkheden daartoe gaat het NMO de komende tijd in kaart brengen. Maar het is onvermijdelijk dat de samenleving ook gewoon minder grondstoffen gaat gebruiken. Kritieke grondstoffen mogen recyclebaar zijn, de voorraad is ook eindig.

Bastein: „In de discussie over materialen voor de energietransitie gaat het vooral over productiviteit en behoud van werkgelegenheid. Niet over vermindering van ons grondstoffenverbruik. Dat is best dubbel. Wil je nu de wereld redden of vooral Europese banen?”


Lees ook

Lees ook: In de handelsoorlog tussen de VS en China springt de strijd om aardmetalen eruit

De Anjihai Grand Canyon in het noordwesten van China. Dat land is de dominante leverancier van zeldzame aardmetalen. Foto Getty Images