Zien plassen doet plassen, althans bij chimpansees: als één chimpansee in een groep plast, beginnen vaak ook andere chimps uit die groep te wateren. Dat zagen onderzoekers van de universiteiten van Kyoto en Nagoya in Kumamoto Sanctuary, het enige onderzoekscentrum in Japan waar chimpansees en bonobo’s worden gehouden – (deels) gepensioneerde dieren die vroeger voor biomedisch onderzoek zijn gebruikt. De Japanners hebben hun plasonderzoek gepubliceerd in Current Biology.
Plassen was echt besmettelijk; het was niet zo dat de chimps elkaar leken aan te steken omdat de onderzoekers daar inmiddels op gefocust waren. Dat stelden de ze vast door eerst vier groepen van vijf chimpansees (drie mannengroepen en één groep van vier vrouwtjes en een mannetje) in totaal 604 uur lang te observeren in hun buitenverblijven en onder meer bij te houden wanneer ze plasten. Er werd alleen geobserveerd als het niet regende, anders zagen de onderzoekers het plassen niet goed.
Plasbesmettelijkheid
Vervolgens toetsten ze of het percentage keren dat chimps binnen zestig seconden van elkaar plasten statistisch significant verschilde van dat in grootschalige computersimulaties met random geprogrammeerde plasmomenten. Dat bleek inderdaad zo. En plassen was besmettelijker naarmate de chimp die ermee begon dichterbij zat.
Het deed er wel toe welke chimp er met plassen begon. Chimpansees die elkaar vaak vlooiden (dus die bevriend waren), namen het plassen niet van elkaar over. Maar chimps met een lagere status volgden wel vaker het piesen van chimps hoger op de apenrots na. De plasbesmettelijkheid heeft dus met macht te maken, maar hoe dat precies zit is nog niet duidelijk. Daarvoor is meer onderzoek nodig, liefst in het wild en in diversere chimpgroepen. De chimps in dit onderzoek waren tussen de 28 en 53 jaar oud en overwegend mannetjes.
Bronzen fontein
En, schrijven de onderzoekers, meer onderzoek bij andere diersoorten is ook nodig. Want bij allerlei soorten wordt de beslissing om te gaan plassen niet alleen beïnvloed door een volle blaas, maar ook door sociale factoren. Het kan bijvoorbeeld dienen om een territorium te markeren of om relaties te verstevigen – dat laatste ook bij mensen. En ook bij mensen is er niet veel over bekend. De onderzoekers noemen wel diverse kunstwerken waarin je mensen gezamenlijk ziet plassen, zoals een Japanse prent van Utagawa Kuniyoshi (1831) en de Staffelbrunserbrunnen (2016) in het Duitse Miltenberg, een bronzen fontein met drie plassende mannen, van beeldhouwer Helmut Kunkel („kein Trinkwasser” staat erbij).
Tegelijk plassen kan ook handig zijn, voor mens en dier, als je met zijn allen op stap gaat. Dan hoef je de groep niet op te houden als je onderweg ineens nodig moet. „Ik ga ook nog maar even”, hoor je mensen daarom wel zeggen, „ook al hoef ik nog niet.”