Bezuinigingen bij toezichthouders op Amerikaanse geheime diensten als de CIA, FBI en NSA.
De benoeming van Trump-loyalisten als Tulsi Gabbard, John Ratcliffe, en Kash Patel in de top van diezelfde diensten.
Een toezichtscommissie in het Congres die meebuigt met de politieke wensen van de president en zijn staf in het Witte Huis.
Er zijn vertrouwenwekkender signalen geweest over misschien wel de machtigste inlichtingendiensten ter wereld en hun inbedding in democratie en rechtsstaat. De stormachtige ontwikkelingen van het laatste halfjaar roepen ook binnen de Nederlandse inlichtingenwereld vragen op over dé hoeksteen van het werk van de AIVD en de MIVD: de decennialange en vaak zeer intensieve samenwerking met de Amerikaanse collega’s. Wordt die beïnvloed door de Trump-troubles, en zo ja, op welke manier? En hoe gevaarlijk is dat?
Na een kleine reis door de geschiedenis van een sowieso geregeld turbulente relatie, en gesprekken met twee oud-inlichtingenmedewerkers die zelf nauw met de VS samenwerkten, luidt de slotsom: verwijdering tussen Amerikaanse en Nederlandse diensten lijkt onontkoombaar, waardoor de kans navenant groter wordt dat bedreigingen van westerse belangen niet tijdig worden opgemerkt. Nederlandse diensten kunnen intussen slechts doen wat ze volgens de wet altijd al geacht worden te doen: zorgvuldig, en waar nodig omzichtig omgaan met hun Amerikaanse contacten. „Een beetje zoals twee vrijende egeltjes”, zoals Pieter Cobelens het uitdrukt.
Voor de oud-MIVD-chef (2006-2011) staat één ding vast: wat er nu gebeurt in de VS, is anders dan anders en gaat veel verder dan de daar gebruikelijke wisseling van de wacht in ambtenarij en krijgsmacht. „De huidige president van de VS is een beetje bezig de democratie uit te hollen”, zegt Cobelens. „Als dat in Nederland was gebeurd, zou dat voor mij aanleiding zijn geweest om als diensthoofd af te treden. Een democratie heeft, gezien de ingrijpende bevoegdheden van de diensten, fatsoenlijke waarborgen nodig om machtsmisbruik te voorkomen en te zorgen dat er goede informatie komt. Anders kun je als dienst niet werken.”
Professionaliteit en neutraliteit
Hugo Vijver werkte zo’n vijftien jaar samen met Amerikaanse inlichtingenmedewerkers. Vanaf 2005 gebeurde dat in het Caribisch gebied. Voor de AIVD moest hij inschatten hoe serieus de dreiging was van Venezuela en diens dictator Hugo Chávez richting de Antillen. Chávez maakte in die jaren toespelingen op een eventuele aanval op Aruba, Bonaire of Curaçao . Dat wekte niet alleen de zorg van Den Haag maar ook die van Washington. Vijver: „De Antillen zijn de achtertuin van de VS. Die hebben er grote economische belangen en een legerbasis op Curaçao.”
Aan de gewonnen professionaliteit en neutraliteit wordt nu weer afbreuk gedaan
Vijver viel de professionaliteit op van de Amerikanen, en de politieke neutraliteit van de inlichtingenwereld die zowel Democratische als Republikeinse regeringen kon bedienen. De kwaliteiten waren mede het resultaat van ingrijpende hervormingen, volgend op de schandalen rond de CIA. Die was in de jaren zeventig en tachtig betrokken bij coups zoals die in 1973 tegen de democratisch gekozen president Salvador Allende in Chili. Ook waren harde lessen getrokken uit het niet zien aankomen van de verwoestende aanval van Al-Qaida-terroristen op het World Trade Center in New York en het Pentagon nabij Washington.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135484237-e153e4.jpg|https://images.nrc.nl/X7-xrhvx7xcvg0glNrbp6-hoVAU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135484237-e153e4.jpg|https://images.nrc.nl/sco4YfhIFcoaVMVPdeY7vv9fmK8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135484237-e153e4.jpg)
Het hoofdkantoor van de AIVD in Zoetermeer. Foto Remko de Waal/ANP
Aan de gewonnen professionaliteit en neutraliteit „wordt nu weer afbreuk gedaan”, zegt Vijver. „Het kan niet anders dan dat de ontwikkelingen van de laatste tijd gevolgen hebben, of snel gaan hebben voor de samenwerking met onze diensten.”
Sinds 2018 zijn AIVD en MIVD verplicht hun samenwerking met andere diensten te toetsen op belangrijke zaken als professionaliteit en rechtsstatelijke waarborgen. „Dat zal nu gebeuren, of is al gebeurd”, stelt Vijver. In de wet staat immers dat deze weging ‘periodiek’ moet geschieden, én ‘als daar aanleiding toe bestaat’. „Naar buiten toe wordt over het resultaat daarvan niets medegedeeld.”
In sneltreinvaart somt de oud-analist, nu publicist, de meest zorgelijke ontwikkelingen op. Qua professionaliteit en kwaliteit noemt Vijver de invloed van het aanbod van de regering-Trump aan alle medewerkers van de CIA om met een premie te vertrekken. Het aanbod was bedoeld als bezuiniging én zuivering. „Voor wie de lijn van Trump niet bevalt, is het nú tijd om te vertrekken”, zei CIA-baas John Ratcliffe. Wie precies van het aanbod gebruik maakte, weet Vijver niet. „Maar de ervaring leert dat de besten daarvan gebruik maken, en dat dit dus een braindrain tot gevolg heeft.”
Dan de onzorgvuldigheid waarmee Trump en de zijnen omgingen met staatsgeheim materiaal, of geheime gesprekken. De president nam na zijn vertrek uit het Witte Huis in 2021 veel staatsgeheim materiaal mee naar zijn privé-domein in Mar-a-Lago en werd daarvoor aangeklaagd. Tulsi Gabbard, de huidige inlichtingenchef (Director of National Intelligence) sprak in januari 2017 privé met de Syrische leider Bashar al-Assad waarbij alleen een Russische tolk in de buurt was. Defensieminister Pete Hegseth liet in maart van dit jaar een journalist van The Atlantic en familieleden meekijken in een appgroep waar een Amerikaanse luchtaanval op de Houthi’s in Jemen werd voorbereid.
En tot slot: de neutraliteit van de diensten, of liever, het gebrek eraan, aldus Vijver. „Tulsi Gabbard die eerst had gezegd dat het Iraans atoomprogramma geen dreiging voor Amerikaanse belangen inhield, maar dat inslikte toen Trump haar openlijk corrigeerde.” Maar ook: de manier waarop de FBI nu wordt betrokken bij het aanklagen van iedereen bij het overheidsapparaat die betrokken was bij de rechtsvervolging van de mensen die het Capitool bestormden, op 6 januari 2021. En ook oud-president Barack Obama is inmiddels in het vizier van de Trump-getrouwen. Volgens Gabbard en minister van Justitie Pam Bondi zouden de Democraten onwettige acties hebben opgezet om Trump in verband te brengen met Rusland. „Dat heeft alles heeft veel weg”, zegt Vijver „van een heksenjacht waarbij de neutraliteit van de diensten verdwijnt. Medewerkers van Nederlandse diensten zullen een en ander ongetwijfeld opmerken en volgen.”
De diepgewortelde instelling van AIVD- en MIVD-medewerkers is sowieso altijd: ‘We vertrouwen eigenlijk niemand’
Continuïteit
Zorgen genoeg dus. Maar wat dit betekent voor het dagelijks werk van de Nederlandse inlichtingendiensten en hun samenwerking met de VS, is veel moeilijker te achterhalen. Sinds de toezichthouder op de Nederlandse diensten (CTIVD) over die samenwerking begon te schrijven (vanaf 2006), kwam één thema vaak terug: dat van grote continuïteit in de relatie. Dat kwam niet alleen door de voor de hand liggende, enorme gezamenlijke veiligheidsbelangen. Het is nu eenmaal veel gemakkelijker, schreef de CTIVD, om nieuwe kandidaten voor samenwerking met AIVD en MIVD te toetsen op criteria zoals professionaliteit en rechtsstatelijkheid, dan samenwerking met oude vertrouwde bondgenoten op andere leest te schoeien. „Het toetsen van een dienst bij aanvang van een samenwerking is relatief overzichtelijk”, schreef de toezichthouder in 2018. „Het is echter lastiger om bestaande samenwerkingen periodiek te herijken, mede doordat er sprake is van vertrouwensrelaties, afhankelijkheden en operationele verwevenheid.”
Daar komt nog iets anders bij, vertelt oud-MIVD-chef Cobelens. De diepgewortelde instelling van AIVD- en MIVD-medewerkers is sowieso altijd: „We vertrouwen eigenlijk niemand.” Gegevens, tips, inlichtingen: er wordt informatie gedeeld als dat strikt noodzakelijk is (het need to know-principe). Dat geldt binnen het gebouw van de AIVD in Zoetermeer en de Frederikkazerne in Den Haag (MIVD), en al helemaal in het contact met medewerkers van andere landen, zegt hij. „Ook die van de VS.”
De observatie van Cobelens sluit aan bij wat historicus Cees Wiebes in 2016 schreef in zijn boek Samen met de CIA (2016): „Er is zelden sprake van bevriende diensten. (…) De Nederlandse diensten moeten zich omzichtig begeven in het internationale speelveld.” Daarbij kwamen de Nederlanders ook regelmatig tegenover de VS te staan. Al in de jaren vijftig werd de CIA ervan beschuldigd activiteiten op Nederlandse bodem uit te voeren, dit buiten medeweten van Nederlandse diensten om.
Een halve eeuw later, in 2005, kwam het om die reden zelfs tot de uitwijzing door Nederland van de CIA-chef in ons land, nota bene op aandringen van de AIVD. CIA-agenten hadden buiten de dienst om geprobeerd afluisterapparatuur te plaatsen in het huis van een Nederlandse zakenman die ook al afgeluisterd werd door de AIVD.
Zodra Amerikanen merken dat Nederlanders minder scheutig worden met delen van belangrijke inlichtingen – wat voor de hand ligt – gaan er meteen telefoontjes naar Den Haag
Harde les van 9/11
Ook in tijden van botsingen waren de gemeenschappelijke belangen van CIA en AIVD om het Westen gezamenlijk te beschermen tegen bijvoorbeeld Russische invloed of jihadistische dreigingen veel zwaarwegender, stelt Vijver. Daardoor zullen volgens hem (nog) geen grote veranderingen optreden. Bovendien zijn de Amerikaanse diensten niet de gemakkelijkste in de omgang, zegt hij uit eigen ervaring, wat intimiderend werkt op bondgenoten en daarmee snelle veranderingen afremt. „Amerikaanse diensten gaan, meer nog dan andere, uit van het principe: Voor wat, hoort wat. Zodra ze merken dat Nederlanders minder scheutig worden met het delen van belangrijke inlichtingen – wat voor de hand ligt – gaan er meteen telefoontjes naar Den Haag. De Amerikanen zullen sterk reageren en zelf ook minder delen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135484295-e68e4d.jpg|https://images.nrc.nl/nZA1zfffGQGnnjRvM8bgvfT8WK4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135484295-e68e4d.jpg|https://images.nrc.nl/H8W07Jk11EN_nwEz8hFpYizx5eE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135484295-e68e4d.jpg)
Het hoofdkwartier van de MIVD op het terrein van de Frederikkazerne in Den Haag. Foto Laurens van Putten/ANP
Daar wordt niemand beter van, concludeert Vijver. „Want dan krijg je een gevaarlijke spiraal naar beneden. De kern van het inlichtingenwerk is juist om te proberen de juiste puzzelstukjes naast elkaar te leggen. Dat was bijvoorbeeld de harde les van 11 september. Toen bleek dat allerlei diensten in de aanloop naar de aanslagen langs elkaar heen hadden gewerkt.”
Ondanks de historische kracht van de samenwerking zit er onmiskenbaar verandering in de lucht, denken oud-MIVD-chef Cobelens en voormalig AIVD-analist Vijver. Het kan bijvoorbeeld gaan om het voorzichtiger worden bij het delen van informatie over politiek gevoelige onderwerpen als het atoomprogramma van Iran of kennis over Rusland en Oekraïne, landen waar Nederlandse diensten vanouds ook bronnen hebben.
Eigen satellieten
Beide inlichtingenexperts noemen daarnaast technologie als domein waar de veranderingen in de relatie tussen de diensten zichtbaar zullen worden. Ze wijzen op de investeringen die de krijgsmacht van Nederland op dit moment doet in eigen satellieten, drones en andere verkenningsmiddelen. „Dit is cruciaal voor het verwerven van eigen inlichtingen, los van de VS”, zegt Vijver.
Daarnaast is Cobelens al acht jaar bezig met een commercieel programma voor Nederland en Europese partners om data op eigen servers en andere digitale opslagruimtes op te slaan. Aanvankelijk gebeurde dat onder de vlag van betere beveiliging tegen Russische hackers en criminele bendes.
Inmiddels is daar ook het politieke doel van ‘strategische autonomie’ bijgekomen, zegt Cobelens. Met andere woorden, minder afhankelijkheid van Amerikaanse clouddiensten. „Het streven naar versteviging van de eigen digitale infrastructuur stond in het vorige verkiezingsprogramma van de VVD uit 2023”, zegt Cobelens; hij schreef er zelf aan mee. De betreffende paragraaf is in het nieuwe verkiezingsprogramma aangescherpt, bleek afgelopen zaterdag. De VVD wil „dat Nederland en Europa minder afhankelijk worden van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra”. Ook bepleit de partij „een sterke Europese samenwerking op het gebied van cyberveiligheid en inlichtingen”. De liberalen streven naar een Europese hoogwaardige inlichtingengemeenschap (Europese ‘Five Eyes’) zonder de VS.
Lees ook
MIVD: overheid en bedrijven moeten meer data delen om Nederland te verdedigen tegen cyberdreiging
