N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Warme herfst Sinds 1901 kwam de temperatuur slechts vier keer eerder boven de 20 graden in de laatste oktoberweek. Is de warmte van nu toeval of klimaatverandering?
De stranden lopen vol. Egels stellen hun winterslaap uit. Bladeren twijfelen of ze zullen vallen. De magnolia heeft weer knoppen. In Nederland zweeft de gemiddelde temperatuur dezer dagen ongeveer 6 graden Celsius boven het gemiddelde van de afgelopen dertig jaar. Vrijdag was de warmste 28 oktober ooit gemeten. De zomerse temperaturen zijn te danken aan een zuidelijke stroming die vanuit Spanje over de Golf van Biskaje naar de Lage Landen trekt.
Meteorologen en klimatologen van het KNMI slaan er desgevraagd niet steil van achterover maar bijzonder is het natuurlijk wel: sinds het begin van de metingen in 1901 kwam de temperatuur slechts vier keer eerder boven de 20 graden in de laatste week van oktober, althans in De Bilt. In Maastricht gebeurde dat twintig keer. Vooral in 2005 was het ook warm. De wintertijd gaat deze zaterdagnacht in, met zomerse temperaturen, zonder gure storm en koude regen, en zonder dat de gedachten alvast uitgaan naar handschoenen en schaatspret. Zwetend vieren scholieren Halloween.
Rapportcijfers
De verleiding is groot het milde najaar op te vatten als nieuw bewijs dat de mensheid de planeet naar de verdoemenis aan het helpen is – it’s climate change, stupid. Dan zou de najaarshitte kunnen worden opgevat als symbolische bekroning van een week waarin de slechte rapportcijfers ons weer om de oren vlogen; het milieubureau van de Verenigde Naties signaleert dat regeringen wereldwijd veel te weinig doen tegen klimaatverandering en dat de wereld afstevent op een opwarming tot gemiddeld bijna drie graden aan het einde van deze eeuw; de Wereld Meteorologische Organisatie meldt dat er vorig jaar mondiaal recordhoeveelheden koolstofdioxide, methaan en lachgas in de lucht zijn gemeten.
Lees ook: Opwarming aarde iets minder desastreus
In deze constellatie past een stranddag in oktober precies, zou je denken. Maar zo gemakkelijk laten de meteorologen en klimatologen van het KNMI zich niet vermurwen. Klimaatonderzoeker Peter Siegmund: „De hele wereld warmt op, alle seizoenen worden warmer, ook in Nederland. Maar de huidige warmte berust toch vooral op toeval en een beetje op klimaatverandering.
„De huidige temperaturen zijn een gevolg van een zuidelijke wind die ontstaat tussen een lagedrukgebied ten westen van ons land en hogedrukgebied in het oosten. Klimaatverandering heeft daar geen invloed op. Wel vergroot klimaatverandering de kans op temperatuurrecords, de kans op extremen.” Hoe groot die kans is, weet het KNMI niet.
In heel Europa is het beduidend warmer dan normaal. In delen van Frankrijk en Spanje is het zelfs meer dan tien graden warmer dan gemiddeld. „Leve de klimaatverandering”, juicht een vriend vanaf het strand in Barcelona.
„De natuur kan best tegen een stootje, maar als we niet oppassen loopt het systeem in het honderd”
Daar niet zo heel ver vandaan ligt Zaragoza, een stad waarover klimatoloog Siegmund de statistieken even heeft opgezocht. Daar bedraagt de maximumtemperatuur nu ongeveer 27 graden Celsius, iets wat sinds 1951 daar slechts vijf keer eerder gebeurde in de laatste week van oktober. Siegmund: „Dus ja, ook daar is het nu zeer warm voor de tijd van het jaar.” Naar de temperaturen op Groenland durven we nauwelijks te kijken, daar is het ruim 10 graden Celsius warmer dan normaal. Als het ijs daar maar niet versneld gaat smelten. Wat een troost om dan deze week óók te vernemen dat uit een studie van onder meer de Universiteit Utrecht blijkt dat in het ergste geval over tweehonderd jaar een zeespiegelstijging van negen tot tien meter weliswaar niet kan worden uitgesloten maar dat als de aarde sterk opwarmt, aan het einde van deze eeuw de zeespiegel wereldwijd niet met gemiddeld maximaal 1,6 meter maar met ‘slechts’ 1,3 meter zal zijn gestegen. Een meevallertje.
Korte broek
Intussen lopen in Nederland durfallen in korte broek. Onkruid kruipt weer uit de tegels omhoog. Er worden weer bermen gemaaid. Er worden weer horren geplaatst want er vliegen veel meer insecten dan gebruikelijk in oktober; zweefvliegen en steekmuggen, bijen en libellen, vlinders.
De meningen over het hoe en waarom lopen bij ecologen en boswachters uiteen. Sommigen stellen dat hogere temperaturen insecten meer kans bieden zich voort te planten, anderen wijzen er op dat de insecten vervolgens ook niet meer worden opgegeten door de vogels, vandaar het overschot. De vogeltrek was immers al begonnen, de zwaluwen zijn weg.
Anderen stellen weer dat er als gevolg van de hoge temperaturen juist weer andere vogels bij zijn gekomen. „Een deel van de roodborstjes en koolmeesjes die we nu zien komen uit Scandinavië en Oost-Europa”, zegt bioloog Arnold van Vliet van Wageningen University. Er is verder een dikke kans dat wandelaars langs beken en rivieren veel ijsvogeltjes treffen; niet alleen de ouderparen maar ook jonge ijsvogeltjes, die met deze temperaturen veel gemakkelijker overleven dan gebruikelijk. „Let er maar eens op”, zegt ecoloog Arnout-Jan Rossenaar van Staatsbosbeheer.
Eveneens niet duidelijk is hoe de warmte gaat uitpakken voor dieren die hun winterslaap uitstellen. „Komen ze wellicht verzwakt uit de winterslaap?” vraagt boswachter Mathiska Lont van Natuurmonumenten zich af. Of bouwen egels en muizen nu zo veel reserves op dat ze straks welgemoed aan het voorjaar kunnen beginnen?
Hoe dan ook, lekker zitten de hoge temperaturen van het afgelopen jaar de meeste ecologen niet. „De natuur kan best tegen een stootje, maar als we niet oppassen loopt het systeem in het honderd”, zegt boswachter Mathiska Lont. Bioloog Arnold van Vliet: „Het was dit jaar extreem warm, zeer droog en zeer zonnig. Het gaat maar door. De natuur krijgt geen adempauze meer. Dit is niet goed.”