Voetballen met rubberkorrels op het veld, juridisch is het een achterhoedegevecht

De Zitting Rubbergranulaat is omstreden als opvullaag van kunstgras: het bevat schadelijke stoffen. VV Katwijk zou daarmee te weinig rekening houden. Is er voldaan aan alle verplichtingen?

De Zitting

Ooit speelde staatsraad Jaap Hoekstra (65) nog zelf voetbal op kunstgras, „in m’n nadagen”. Dus hoe het tegenwoordig eraan toegaat rondom de met rubbergranulaat bestrooide kunstgrasvelden wil hij toch wel graag uitgelegd krijgen. Worden weggewaaide korrels na wedstrijden „in het weekend” of „door vrijwilligers” met blazers terug het veld op geblazen? Of gebeurt dat één keer per kwartaal als onderdeel van het onderhoudscontract? Kleven die korrels aan voetbalschoenen, aan sportkleding? Staan er bakken water waar spelers na de wedstrijd instappen om de korrels af te spoelen?

De kwestie speelt zich af op, rondom en ónder de gemeentelijke voetbalvelden van KVV Quick Boys en VV Katwijk. Daar werd in 2019 nieuw kunstgras aangelegd, inclusief een ‘opvullaag’ van rubberkorrels uit autobanden. Die dienen schaafwonden bij slidings of valpartijen te voorkomen. Het gebruik van het rubbergranulaat is omstreden sinds tv-programma Zembla in 2016 en 2017 een verband met milieuschade legde. Het rubbergranulaat bevat zware metalen, ftalaten, benzothiazolen, fenolen, lage concentraties pcb’s, zink, koper en minerale olie. Stoffen die niet alleen de gezondheid schaden , en die door uitspoeling bij regen het grondwater vervuilen.

Dat bracht al veel gemeenten ertoe de rubberen korrels te vervangen door natuurlijke materialen. Andere gemeenten volgen de preventienormen van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op de letter en handhaven hun kunstgras. Gemeenten moeten zich dan nauwgezet houden aan een Zorgplichtdocument waarin de laatste technische kennis is vastgelegd. Zo is drainage vereist, het afgevoerde water moet worden gemonitord op schadelijke stoffen, rondom het veld moeten kantplanken staan, roosters of matten liggen en onder het veld een gecontroleerde zandlaag. Bij vervuiling dient de gemeente nauwgezet omschreven stappen te zetten die eindigen in een last onder dwangsom. Katwijk zou daarbij tekortschieten, volgens de stichting Kom van dat gras af uit Leeuwarden. Milieuadvocaat Rogier Hörchner neemt het vandaag behalve tegen Katwijk nog op tegen vijf andere gemeenten. Daarvan besloten twee thuis te blijven: die lieten al weten te stoppen met rubberkorrels.

‘Gunstige zinkuitslagen’ zijn niet genoeg om het kunstgras te redden

Katwijk, zo blijkt, heeft onder sommige velden geen drainage, terwijl het in een waterwingebied ligt – een zanderig duin, sterk doorlatend met een hoog risico op verontreiniging. Rondom het veld is geen drempel gelegd. Er is sprake van ‘uitloop’ van korrels en uitloging (oplossing) van schadelijke stoffen in de grond. Bij beide clubs zijn de normen voor zink overschreden, wat de vertegenwoordiger van Katwijk overigens ontkent. Aan alles uit het Zorgplichtdocument heeft de gemeente voldaan, zegt de gemachtigde. De verhoogde waarden „passen in het algemene beeld” ter plaatse. En „zink is dus nergens aangetoond”. Behalve dan in de onderste laag van veld vijf en niet in de lagen erboven, wat aangeeft dat sinds 2019 uitspoeling uitbleef. De preventieve zorgplicht is volgens Katwijk niet geschonden. En dat zich ook korrels buiten de velden kunnen bevinden „wil niet zeggen dat er ook verontreiniging is”.

Staatsraad Hoekstra probeert daarna uit te zoeken of drainage nu wel of niet verplicht was. En of destijds wel een goed ‘nul-onderzoek’ is gedaan. Waren de later geconstateerde verontreinigingen wellicht al eerder aanwezig?

Bij de laatste vragenronde verbaast de advocaat van de eiser zich erover dat „gemeenten hun kop in het zand blijven steken” door de velden te handhaven, „wetend dat er al stoffen zijn aangetroffen”. En Katwijk noemt nogmaals de gunstige zinkuitslagen rondom de velden, die als een „groene vlag” mogen gelden voor de belasting door andere stoffen.

Drie maanden later oordeelt de Afdeling Bestuursrechtspraak dat Katwijk een te beperkt onderzoek deed. De gemeente heeft een ‘repressieve zorgplicht’ en mag zich niet beperken tot preventieve maatregelen of een onderzoek alleen naar zink. In dit geval bestond „gerede kans op verontreiniging of aantasting van de bodem”. Katwijk moet de stichting zo’n 2.000 euro proceskosten vergoeden en het onderzoek opnieuw doen, met strengere criteria.