N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Rob Boswinkel | Directeur Voedselbank Rotterdam Het sluiten van de uitgiftepunten van de Voedselbank Rotterdam stuit op kritiek. De directeur ziet vooral voordelen: „Mensen hoeven niet in een gaarkeuken-achtige rij.”
De uitgiftepunten van de Voedselbank Rotterdam gaan sluiten. Inwoners die een pakket van de voedselbank ontvangen, kunnen vanaf oktober boodschappen doen in één van de drie voedselbanksupermarkten. Er is veel kritiek op het sluiten van de dertig punten in de wijken. Maar Rob Boswinkel (72), directeur van de Voedselbank Rotterdam, vindt het een grote vooruitgang.
Waarom vindt u drie supermarkten beter dan een voedseluitgiftepunt bij mensen in de buurt?
„Daarvoor zijn verschillende redenen. Klanten kunnen kiezen wat ze willen hebben. Nu krijgen ze een kant-en-klaarpakket en daarmee moeten ze het doen. Als ze iets niet lusten, belandt het bij de buurvrouw of in de kliko. We kunnen de drieduizend kratten die we wekelijks volstoppen, niet op de persoon afstemmen.
„Daarnaast zijn de producten sneller bij de mensen. Veel producten van de voedselbank zitten tegen de houdbaarheidsdatum aan. Dan maakt een dag veel uit. Voorgesneden groenten kunnen niet in een krat, maar wel in een supermarkt met koeling. Bovendien is het aanbod breder: maandverband, tampons en luiers komen beschikbaar. Die stop je niet in een krat die misschien door een alleenstaande man wordt opgehaald.
„Mensen hoeven ook niet in een gaarkeukenachtige rij. Soms in de kou of regen. Bij de uitgiftepunten komt niet altijd iedereen opdagen. Dan kennen de mensen bij zo’n punt best wel ánderen die het ook goed kunnen gebruiken, maar dat is niet onze doelgroep. Dat zijn mensen die aan de onderkant van de armoede zitten.”
Hoe weet u dat een voedselbanksupermarkt goed gaat werken?
„Drie jaar geleden zijn we de eerste supermarkt begonnen in Rotterdam-West, voor vijfhonderd gezinnen. We hebben een onderzoek gehouden onder de klanten en de tevredenheid bleek hoog. Een jaar later opende een supermarkt in Rotterdam-Zuid, voor duizend gezinnen. Er waren weinig afhakers. De nieuwe supermarkt in Crooswijk zal zeshonderd gezinnen bedienen, afkomstig van zes uitgiftepunten. Die gaan sluiten.”
Het is voor veel klanten verder reizen. Niet iedereen kan dat.
„Het leeuwendeel van de klanten is in staat om verder te reizen. Ook met een scootmobiel kan dat. Mensen die écht niet zelf kunnen komen, kunnen een ander vragen boodschappen voor hen te doen. En soms zijn er ook buurtinitiatieven, die zorgen dat mensen worden gebracht. Klanten boven de 65 jaar kunnen vrij reizen met het openbaar vervoer in Rotterdam. We pleiten er al jaren voor om het openbaar vervoer gratis te maken voor de allerarmsten, zij die hun eten bij de voedselbank halen. Helaas blijkt dat lastig te realiseren voor de gemeente.”
Klanten moeten vooraf een tijdslot boeken. Niet iedereen kan dat.
„Dat moet nu ook al in de twee supermarkten die we hebben en heeft nergens tot problemen geleid. Het kan gewoon telefonisch. Het geeft juist meer vrijheid. Nu moeten ze het pakket op een vast tijdstip in de week ophalen.”
Een tram- of buskaartje is duur voor mensen die van 50 euro per week moeten rondkomen.
„Die investering is relatief klein als je bedenkt dat ze daarvoor twee volle tassen boodschappen krijgen die misschien wel 50 euro waard zijn.”
De uitgiftepunten zijn belangrijk voor de cohesie in de buurt, mensen zijn gekend.
„Dat klopt. We proberen die functie in stand te houden door een royale ruimte in te richten bij de supermarkt voor een koffie, koekje en praatje. Laatst kwam iemand huilend binnen: ‘Dit is de laatste keer dat ik kom, ik word mijn huis uitgezet.’ Daar was meteen aandacht voor. Dus die functie wordt behouden. In die huiskamer zitten trouwens ook hulpverleners die hulp kunnen bieden. En vragen kunnen beantwoorden. Die zijn er niet bij de uitgiftepunten.”
De punten worden gerund door betrokken buurtbewoners. Neem het echtpaar Kleijweg dat al 21 jaar het uitgiftepunt in Schiebroek bemenst en iedereen bij naam kent.
„Ja natuurlijk. Ik snap dat heel goed. Maar niets staat hen in de weg er een buurtcafé van te maken. Zo kunnen ze die functie van spil en vraagbaak in de buurt behouden.”
Lees ook dit artikel: ‘Binnen valt de schaamte weg, ook door de vriendelijke vrijwilligers’
Lokale winkels doneren voor de mensen in hun wijk, niet voor een supermarkt elders. Het Recreatiepark in Schiebroek geeft gratis kaartjes aan mensen met weinig geld in hun wijk, niet aan de hele stad.
„We gaan proberen die donaties te behouden door te werven in die buurten en contacten te leggen met de lokale ondernemers. En als er een buurtcafé zou komen in plaats van het uitgiftepunt, dan kan het park mooi op die manier de kaartjes verdelen.”
Het is een efficiencymaatregel, zeggen tegenstanders.
„Efficiënter is het zeker, als je kijkt naar het aantal producten waar mensen uit kunnen kiezen. Het is niet goedkoper. Als we geld willen besparen, moeten we die uitgiftepunten in stand houden. Die worden gerund door vrijwilligers en kosten nauwelijks iets. De supermarkten kosten geld, al worden die ook gerund door vrijwilligers. De locatie moet worden gehuurd en onderhouden. Iedereen die voor de voedselbank werkt, doet dat voor niets. Ik ook.”
Had u de sluitingen niet wat eerder kunnen communiceren? Nu moesten de vrijwilligers op Facebook lezen dat hun uitgiftepunt dichtgaat.
„Ik heb het té vroeg gecommuniceerd. Dat was mijn fout. Drie jaar geleden zei ik al dat we toe gaan naar een supermarktketen. En dat weten de vrijwilligers van de uitdeelpunten. Maar als het dan uiteindelijk echt gebeurt, is het toch schrikken.”