De Verenigde Naties hebben de humanitaire hulp in de Jemenitische provincie Saada tijdelijk stopgezet. Dat heeft de organisatie maandag bekendgemaakt, een dag voor de organisatie heeft laten weten dat een medewerker van het Wereldvoedselprogramma (WFP) in Jemen in gevangenschap om het leven is gekomen. De pauze moet de VN ruimte bieden voor onderhandelingen met de door Iran gesteunde Houthi-rebellen over de vrijlating van een groot aantal gevangengehouden VN-medewerkers.
De Houthi’s, die in Saada de dienst uitmaken, houden al langere tijd meerdere VN-medewerkers vast. Tot afgelopen januari ging het om zeker 24 medewerkers, afgelopen maand kwamen er daar nog eens acht bij. In reactie daarop kondigden de VN al aan om niet meer te reizen in gebieden die door de Houthi’s worden bezet.
De rebellen, die vooralsnog niet hebben gereageerd op de maatregelen van de VN, zeggen medewerkers van de VN-hulporganisaties te zien als collaborateurs met vijand Israël en westerse inlichtingendiensten. In hoeverre de vastgehouden medewerkers zicht hebben op een spoedige vrijlating is onduidelijk.
Voedselzekerheid
Naast het WFP waren in Saada tot dinsdag ook onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef actief. Door de burgeroorlog in Jemen, die al bijna tien jaar duurt, zijn miljoenen inwoners afhankelijk van hun hulp: 80 procent van de in totaal 24 miljoen mensen. Volgens het WFP ontbreekt het bij 17,6 miljoen Jemenieten aan voedselzekerheid. Volgens VN-organisatie UNHCR sterft daarnaast elke tien minuten een kind onder de vijf jaar aan ziekten die te voorkomen zijn.
Hoeveel Jemenieten de nadelen ondervinden van de tijdelijke pauze is onduidelijk. De VN hebben laten weten „volledig toegewijd” te blijven aan de „miljoenen mensen in nood” In Saada wonen ongeveer een miljoen Jemenieten.
Lees ook
De escalatie van de luchtoorlog met Israël is volgens sommige experts een ‘kerstcadeautje’ voor de Houthi’s
