Visa zijn voor de aardbevingsslachtoffers geen oplossing

Aylin Bilic

Minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken, CDA) zei zondag bij WNL op Zondag onverwacht dat Nederland Turkse en Syrische slachtoffers overweegt tijdelijk een visum te geven. Hij verwees naar recente visumversoepelingen voor aardbevingsslachtoffers in Duitsland en België.

Momenteel kunnen Turken die ‘diensten verrichten’ in Nederland zonder een visum naar Nederland afreizen. Als je als particulier familieleden of vrienden uit Turkije wil laten overkomen, moeten die zich melden bij de Nederlandse ambassade in Ankara of het consulaat in Istanbul. Een uitreisvisum krijg je bij een geldige medische reisverzekering. Zo zie ik bij mijn expatburen oppasoma’s een of twee keer per jaar een tijdje in Amsterdam bivakkeren.

Er zijn ook Turkse asielzoekers in Nederland. Na de Syriërs en Afghanen vormen zij de grootste groep (2.685 in 2022). Het gaat om politieke vluchtelingen. Turken of Koerden die regeringskritisch zijn, zoals advocaten of journalisten, of aanhangers van de Koerdische partij HDP. Ook Gülen-aanhangers die vervolging willen ontlopen, kunnen aankloppen voor asiel.

Ook werken veel Turken tegenwoordig als expat in Europa. Zij willen een betere toekomst voor hun kinderen en kiezen vaak voor een westers en vrij land. Een Turkse ingenieur kan eenvoudig een vast arbeidscontract krijgen in veel Europese landen en daarmee een hypotheek voor een woning afsluiten.

Turkije is niet alleen een land waaruit mensen vertrekken. Het land herbergt verreweg de meeste vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan, door de ‘Turkijedeal’. Diverse landen in Europa willen graag met meer landen vergelijkbare ‘deals’ sluiten om vluchtelingen dichtbij hun oorspronkelijke habitat op te vangen.

Er zouden zo’n vijf miljoen vluchtelingen leven in Turkije. Tot de aardbeving was dat een groot politiek thema. Veel Turken vinden dat de grote groep vluchtelingen de maatschappij ontwricht, zeker in de grotere steden. Ook in het rampgebied leven veel vluchtelingen. In getroffen steden als Hatay, Gaziantep en Sanliurfa zouden volgens Turkse statistieken bij elkaar 1,7 miljoen Syriërs wonen. Voor hen hebben Europese landen, juist door die Turkijedeal, een extra verantwoordelijkheid.

De vraag is of je mensen uit het rampgebied naar Nederland, België of Duitsland moet laten komen. Ten eerste is opvang in de regio het beste, omdat kinderen daar les kunnen krijgen in hun eigen taal en volwassenen weer veel sneller aan het werk kunnen dan bij ons. Hun taal, diploma’s, contacten en kennis sluiten daar veel beter aan op de arbeidsmarkt dan bij ons.

Ten tweede heeft Turkije decennialang zwaar geïnvesteerd in toerisme. De bouwwoede onder Erdogan heeft ertoe geleid dat de hele Turkse zuidkust versteend is. In de vele grote hotels kunnen ongetwijfeld veel ontheemden worden opgevangen. Ten derde kent Noordwest-Europa sinds de Oekraïne-oorlog al een grote stroom vluchtelingen en een ongekend woningtekort. Waar moeten we honderdduizenden nieuwe aardbevingvluchtelingen laten?

Het allerbelangrijkste: de getroffen landen hebben de Turken, Koerden, Arabieren en Syriërs in de vernietigde steden zelf keihard nodig om er weer bovenop te komen. Mensen die huis en haard hebben verloren, zijn vooral geholpen met ruimhartige financiële hulp uit binnen- en buitenland en psychologische steun, niet met een verblijf van drie maanden of langer in een vreemd land. Erdogan heeft beloofd dat het land binnen een jaar weer is opgebouwd. Los van de vraag of dat mogelijk is: laten we de wederopbouw en de sociale cohesie niet frustreren door ondoordachte visapardons in te voeren. Opvang en (nood)hulp in andere delen van Turkije is voor iedereen het beste.

Aylin Bilic is headhunter en publicist.