N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
WK voetbal Het Nederlands elftal, en aanvoerder Virgil van Dijk (31) in het bijzonder, liggen na het gelijkspel van afgelopen vrijdag tegen Ecuador onder vuur. „Als er opeens van alle kanten kritiek komt, is dat best lastig voor een voetballer.”
Virgil van Dijk is teleurgesteld. Teleurgesteld in zichzelf. Niet zozeer vanwege zijn matige optreden tegen Ecuador – „al weet ik ook wel dat het beter moet.” Maar vanwege zijn reactie op de kritiek die Marco van Basten als analyticus van de NOS vanuit Nederland over hem uitte. De oud-international verweet Van Dijk vooral gebrek aan leiderschap. „Van Basten is volgens mij nooit positief”, verzuchtte de captain van Oranje afgelopen vrijdag in de mixed zone van het Khalifa International-stadium. „Het is makkelijk om vanuit Hilversum een analyse te maken. Ik zou hebben gefaald als aanvoerder. Pff. Ik sta altijd voorop. Ook nu. Dus ik kan er niet zoveel mee.”
Twee dagen later kijkt Van Dijk op een van de vele terrasjes van het St. Regis-hotel in Doha aan een tafeltje met vijf journalisten terug op de roerige vrijdagavond. De 31-jarige verdediger is weer de rust zelve. Hij lacht hoofdschuddend om zijn eigen woorden. „Ik had natuurlijk niet moeten reageren. Ik had erboven moeten staan. Toen ik in het hotel aankwam wist ik al dat dit in het AD zou staan”, legt Van Dijk uit. „Natuurlijk kan ik tegen kritiek. Dat ben ik bij Liverpool en als aanvoerder van Oranje wel gewend. Maar dit voelde als een aanval op mijn persoon. Dat triggerde mij. In combinatie met het slechte gevoel van de wedstrijd was het me net even te veel.” Hij lacht en zegt: „Ja, ik ben ook maar een mens.”
Van Dijk kijkt met gemengde gevoelens terug op het gelijkspel tegen Ecuador (1-1). Ergens probeert hij positief te zijn over het resultaat, maar de nummer 4 van Nederland weet ook wel dat het spel ver onder de maat was. „Het gevoel was niet goed. En dat is frustrerend omdat je weet dat het veel beter kan. Dat hebben we in aanloop naar het WK in een reeks van wedstrijden bewezen”, vertelt de 51-voudig international. „Na zo’n wedstrijd wil je het liefst de volgende dag weer spelen. Om het recht te zetten. Om vertrouwen te kweken.”
Nabespreking op zaterdag
Volgens Van Dijk is het belangrijk om elkaar de waarheid te vertellen. En dat is tijdens de nabespreking door bondscoach Louis van Gaal op zaterdag gebeurd. „Iedereen kon zijn input geven, en dat deden de meesten. Ook spelers die niet eens mee hadden gedaan. Dat was belangrijk. Zo werd duidelijk wat er misging. Het ging met name om een gebrek aan intensiteit. Duels werden niet gewonnen, tegenstanders werden niet uitgeschakeld. Het spel was niet agressief genoeg. Het was al met al één slechte wedstrijd. Maar dat is zeker geen reden voor paniek.”
Het is volgens Van Dijk zaak om na een matig optreden rustig te blijven. „Als er opeens van alle kanten kritiek komt, is dat best lastig voor een voetballer”, zegt hij, terwijl een aantal van zijn ploeggenoten aan andere tafels hun verhaal doen. „Je probeert op iedere training en in iedere wedstrijd 100 procent te geven. Als het dan toch niet loopt zoals je wilt, kan dat in je koppie gaan zitten. Ik probeer alles in perspectief te zetten. Dan denk ik aan mijn gezin, aan mijn kinderen. En zeg ik tegen mezelf dat het maar een spelletje is. Al is het wel een spelletje waar mijn leven om draait.”
Nederlaag in Napels
De gedachten van Van Dijk gaan even terug naar Napoli-Liverpool FC afgelopen september. Het elftal van The Reds werd in de groepsfase van de Champions League in Zuid-Italië met 4-1 volledig van de mat gespeeld. Zelden of nooit had Van Dijk zich zo vernederd gevoeld. „Dat was echt een vreselijk slechte wedstrijd, die zwaar verloren ging. Wat dat betreft is het geen vergelijking met nu”, stelt Van Dijk. „Maar het proces dat volgde om het vertrouwen terug te winnen, misschien wel. We sliepen na de wedstrijd nog een nacht in Napels. Ik deed geen oog dicht. Daarna volgden er een paar heel zware dagen waarin harde woorden vielen. Het was zaak het vertrouwen terug te krijgen. Dat lukte tegen Ajax.”
Waar Van Dijk met Liverpool via een zege op Ajax (2-1) de weg terugvond, moet Oranje dat dinsdag met een klinkende overwinning op het reeds uitgeschakelde Qatar doen. Dat is ook nodig om het imago van het Nederlandse voetbal te verbeteren. Want de wereld heeft het huidige Oranje zeker nog niet in de armen gesloten. Het is niet iets waar Van Dijk zich zorgen over maakt. „Het resultaat is heilig”, meent Van Dijk. „Winnen is het belangrijkste. En als dat met goed voetbal kan, is dat mooi meegenomen. We konden verliezen tegen Ecuador, maar dat is niet gebeurd. We staan na twee duels bovenaan in de groep. We zouden blij moeten zijn, maar dat zijn we niet.”
Van Dijk voelt zich als aanvoerder verantwoordelijk voor de groep, maar hij heeft niet alles in eigen hand. Zo had hij tijdens de wedstrijd tegen Senegal de OneLove-band willen dragen, maar toen de FIFA dat met geel wilde bestraffen, ging de actie niet door. Vooralsnog bleven andere initiatieven van Oranje om een statement te maken naar het regime van Qatar uit. Het Nederlands elftal wil zich in Doha op het voetbal richten en laat politieke kwesties over aan de bestuurders van de KNVB. „Iedereen weet dondersgoed dat we tegen Qatar iets op het veld recht te zetten hebben. Dáár zijn we nu mee bezig.”
‘Systeem geen probleem’
Aan het einde van het vraaggesprek dat zo’n 25 minuten duurt, komt de kritiek van Van Basten opnieuw ter sprake. Maar nu gaat het over de inhoud van de kritiek. Had de oud-international niet een punt dat Van Dijk het elftal meer naar zijn hand moet zetten, zijn ploeggenoten meer moet sturen, meer crosspasses moet geven? Van Dijk schudt weer zijn hoofd. „Natuurlijk had ik misschien meer druk moeten zetten om te voorkomen dat Ecuador kon scoren. Dat zijn bepaalde momenten in een wedstrijd. Maar ik ben achterin het slot op de deur. Ik kom vaak met mijn neus tegen een spits van de tegenstander te staan. Het is de bedoeling dat Nathan Aké en Jurriën Timber op links en rechts naast mij meer aan de bal komen. Dat zij van daaruit de opbouw verzorgen. Dat zijn tactische keuzes die de bondscoach maakt. En daar voelen we ons goed bij.”
Van Dijk vindt dan ook niet dat er in tactisch opzicht veel dient te veranderen tegen Qatar. „Het systeem is het probleem niet. Iedereen voelt zich er goed bij. Het gaat om de energie die we erin stoppen. Ik begrijp best dat sommigen naar andere spelers kijken. Naar een jonge jongen als Xavi Simons. Die doet het heel goed op de trainingen. Hij verrast mij ook. Maar trainingen zijn heel anders dan wedstrijden.”
Van Dijk is in ieder geval nog lang niet van plan naar huis te gaan. Het veroveren van de wereldtitel blijft nog steeds zijn missie. En die van Oranje. „Ik vind dat niet irreëel. Hadden we dan moeten zeggen dat we de kwartfinale willen halen? In het voetbal is het vaak heel goed of het is heel slecht. Er zijn echt wel jongens als Marten de Roon, Steven Berghuis, Memphis Depay en Andries Noppert die opstaan en hun mond opendoen. En dat doe ik ook. We hebben elkaar de waarheid verteld. Het is aan ons om tegen Qatar aan de wereld te laten zien waartoe deze groep in staat is.”