Vind je de prins op het paard, galoppeert hij de andere kant op

Recensie Boeken

Anna Woltz In het filmische De spin en de sleutel, over de 14-jarige Elena die in een apocalyptische online-brand belandt, laat Anna Woltz zien dat je met een beetje vertrouwen in de wereld ver kunt komen.

Foto Media Whalestock
Foto Media Whalestock

‘De wereld is gemaakt voor bereik.’ Dus wat doe je dan als je als dertienjarige op een zomermorgen op een verlaten treinstation arriveert waar je tante bij wie je gaat logeren niet komt opdagen, en de enige voorbijganger – een jongen op een paard – je totaal negeert als je vraagt of je zijn telefoon kan lenen, omdat je de jouwe net hebt ‘geditched’? Het antwoord is, niet zo veel. Cynisme lijkt de enige reddingsboei: ‘Het is niet alsof Google Maps opeens vanuit de hemel in mijn hersens gedownload zal worden’, denkt Elena, de dertienjarige in kwestie. Ook haar gedachte over de paardrijder in de ochtendmist spreekt boekdelen: ‘Heb je één keer in je leven een prins nodig, galoppeert hij gewoon keihard de andere kant op.’

Anna Woltz begint haar nieuwe jeugdboek De spin en de sleutel zoals we van haar gewend zijn: filmisch, prikkelend, origineel, geestig en vol bravoure. Zo trekt ze je direct het eigentijdse verhaal in dat draait om de clash tussen Elena en Atlas (de paardenjongen), die zich beiden verraden voelen door het leven en hun moeders, maar verder elkaars tegenpolen zijn. De een stads en goedgebekt, maar diep vanbinnen onzeker; de ander provinciaals en teruggetrokken, worstelend met ‘De Pijn’ die hem doet beseffen ‘dat er elk moment een einde kan komen aan de wereld zoals we die kennen, en dat je dus maar beter voorbereid kan zijn’.

Lees ook: Adembenemend magisch-realistisch verhaal over een jongen die er nog niet echt is

Supercreepy

Elena blijkt dat sowieso niet: de apocalyptische online-brand die uitsloeg nadat een van haar ‘Leentje-fixt-alles’-adviezen viral ging, heeft haar zomervakantie verwoest. Noodgedwongen moet ze die nu in anonimiteit doorbrengen bij haar tante Loes die met haar nieuwe vriend en diens kinderen Atlas (14) en Kennedy (11) op een (hobby)boerderij woont. ‘Supercreepy’, vindt Elena: Loes’ bebaarde vriend is het prototype woesteling. En wie geeft zijn kinderen nou zulke idiote namen? Maar ook Atlas baalt. Hij dacht dat hij op alle rampen was voorbereid, maar ‘zonnestorm Elena’ die ‘alles volledig verstoort’ had hij niet zien aankomen.

Woltz kiest haar beelden zorgvuldig, en altijd staan ze onnadrukkelijk in dienst van de verhaalgebeurtenissen en personages. Veelzeggend bijvoorbeeld is Elena’s digitale referentiekader. Wanneer ze met een duivelsvork de aarde moet bewerken, denkt ze: ‘Het is anders dan elke boerderijgame. Ik bedoel: wat ik zie bestaat niet uit pixels.’ Dit is echt: ‘Vork in de grond. Voet erop. Zon op mijn hoofd. Zweet op mijn rug’. Ja, Woltz zet de plattelandsromantiek dik aan, maar het werkt: gaandeweg ontdekt Elena dat de wereld groter is dan die van haarzelf en kantelt haar beeld van Atlas en zijn familieleden.

En in een echte Woltz gaat dat niet zonder slag of stoot. Elena moet heel wat spannende acties ondernemen om te achterhalen wat Atlas’ geheim is, waarom hij iedere nacht bepakt en bezakt het huis uit glipt. Daarbij strooit Woltz met fraaie sfeertaferelen. Het beeld van Atlas die met zijn rugzak en takkenbosverzameling tegen de donkerblauwe sterrenlucht eruitziet ‘alsof hij met een pen is doorgekrast’, kan zo op het witte doek. En dat geldt ook voor het letterlijk en figuurlijk knetterende slot waarin Elena en Atlas uiteindelijk ervaren dat zolang je maar vertrouwen in jezelf en de ander houdt, de wereld niet zomaar zal vergaan. ‘Ik vind de meeste mensen maar niks’, zegt Atlas veelbetekenend. ‘Maar soms vallen ze dus mee.’ Mooi.