De politie heeft dinsdag vier verdachten aangehouden in Duitsland voor de dodelijke mishandeling van een 23-jarige Somalische man, afgelopen maand op het Plein in Den Haag. Dat schrijft de politie Den Haag in een verklaring. De aanhoudingen werden gedaan op verzoek van de Nederlandse autoriteiten. Het Openbaar Ministerie heeft de Duitse autoriteiten verzocht om de verdachten over te leveren aan Nederland.
Of de dodelijke mishandeling racistisch gemotiveerd is, wil de politie Den Haag dinsdag desgevraagd niet zeggen. Tegen NRC verwijst een woordvoerder naar het verdere onderzoek dat die vraag, en andere vragen moet beantwoorden. Dat lopende onderzoek, waarvoor de politie eerder mogelijke getuigen opriep om zich te melden, heeft inmiddels geleid tot de arrestatie van de opgepakte verdachten: een man van 19 jaar, een man van 21 jaar en twee mannen van 23 jaar, die allemaal in Duitsland wonen.
Op zondagnacht 21 juli werd de 23-jarige man, tevens bewoner van het asielzoekerscentrum in Heerhugowaard, in het uitgaanscentrum van Den Haag door meerdere mannen mishandeld. Eerder liet de politie weten dat aan het dodelijke geweld vermoedelijk een ruzie voorafging in een zijstraat van het Plein, in de buurt van een horecagelegenheid. Het slachtoffer overleed de volgende dag aan zijn verwondingen.
De politie blijft hopen op nieuwe getuigenverklaringen om de precieze gebeurtenissen van die avond verder te kunnen reconstrueren.
NRC Vandaag is met vakantie, maar we zijn niet helemaal weg. Deze week hoor je de zomerselectie: vijf van onze beste afleveringen van afgelopen jaar. Deze aflevering kwam eerder uit op 16 april.
Het aantal daklozen in Nederland stijgt elk jaar met duizenden mensen. Audioredacteur Iddo Havinga onderzocht in Utrecht hoe dat kan. En wat hij daar op straat zag zegt iets over Nederland.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Ik luister regelmatig naar het nummer ‘Weet je waarom ik huil’ van de Zangeres Zonder Naam. Het nummer is zo schmierend, dat ik ervan geniet. Volume op luid en uit volle borst mee zingen: „Angst en pijn zal altijd bij me zijn”, et cetera.
Op een gegeven moment lig er een briefje van mijn bovenbuurman in de bus. „Beste Fred, weet je waarom ik huil?”
Als ik het nummer nu opzet is het zachtjes, net als mijn meezingen.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Er ligt een baby op de grond. Huilend en alleen. Veel meer dan een rompertje heeft het niet aan. De ruimte om de baby heen is afgezet met een rood-wit lint.
Een menigte verplaatst zich over een druk bezocht plein. Voorbijgangers lopen om het rood-witte lint heen, dat daar is aangebracht door degene die de baby achterliet. Het duurt even voordat er iemand stilstaat bij de vierkante afzetting en kijkt.
De voorbijganger tikt degene naast hem aan en wijst naar het kindje. Ze blijven even staan, kijken naar de baby en dan naar elkaar. Ze concluderen dat iemand anders haar moet helpen. Ze bellen een ambulance, fotograferen de situatie en plaatsen de foto op sociale media.
Op sociale media ontstaat discussie. Is de baby er een van ons, of van de anderen? Is het misschien de baby’s eigen schuld, dat die daar ligt?
Er loopt een journalist langs. Hij wil eerst controleren of de baby wel echt bestaat. Maar dat is moeilijk, zegt hij. Vanwege dat rode lint. Als je niet dichtbij kan komen, kun je ook niet weten wat wel en niet waar is. Ook wil hij weten of degene die de baby daar achterliet daar een goede reden voor heeft. Het perspectief van diegene is immers even belangrijk als dat van de vondeling.
Dan komt de baby op het nieuws. Tijdens het journaal van zes uur meldt de presentator vlak voor het weerbericht nog even dat er op een druk plein een achtergelaten baby ligt. De ambulance is inmiddels aangekomen, maar komt niet verder dan de rand van het plein. De hulpverleners mogen niet naar de baby toe.
Een politicus gaat naar het plein om te kijken. Hij luistert even naar het gehuil. Hij ziet dat hier iets gebeurt dat niet hoort, dat wel. Maar, stelt hij vast, degene die de baby hier achterliet is misschien wel een belangrijke zakenpartner voor mijn land. In gedachten wenst hij de baby sterkte en loopt door.
Sommige voorbijgangers willen de baby oppakken, maar durven dat niet. Ze starten een online geldinzamelactie en halen daarmee eerst honderden, dan duizenden en daarna honderdduizenden euro’s op van over de hele wereld. Vrachtwagens vol met eten, medicijnen en warme kleren voor de baby rijden naar het plein. In een file staan ze stil achter de ambulance.
Een andere politicus roept op om de baby niet nog langer alleen te laten en om actie te ondernemen tegen degene die de baby daar heeft neergelegd. Daarop zeggen een aantal leden van diens politieke partij hun lidmaatschap op.
Om het plein heen verzamelt zich een groeiende groep mensen en ook in andere steden protesteren bezorgde burgers. Ze eisen dat iemand de baby nu echt helpt. De politiek is voornemens aandacht te besteden aan deze eis. Na het zomerreces plannen de partijen een debat in over de vraag of er een onderzoek moet komen naar de baby.
De baby blijft huilen. Net zo lang tot het geluid went en niemand het meer hoort. En dan stopt het huilen.