‘Vier à vijf minuten is genoeg’

Ik was blij dat Janneke Vreugdenhil me het ouderwets Spaans groentegerecht met gestoofde doperwtjes in herinnering bracht. Verse doperwtjes kun je wat mij betreft niet vaak genoeg eten – zoet en kruidig/fris tegelijk. In deze versie, met paprika en chilivlokken, zit er ook een fijne bite aan.

Dit keer waren ze een perfecte primero, met een glas van de Riesling waar ze in gekookt zijn en een beetje brood om de bouillon mee op te deppen.

Als tapa kan het ook goed, ook zonder ei, en natuurlijk in en met een witte Costers del Segre of een andere Spaanse wijn. In Spanje maakte ik vaak de variant met tuinboontjes (en met salie in plaats van peterselie). Het is heel gemakkelijk te bereiden; eigenlijk is het enige waar je op moet letten dat de doperwtjes niet te lang koken. Tien minuten is wel wat lang, vier à vijf minuten is bijna altijd genoeg. Erbij blijven dus, dan kan het niet misgaan.