N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Videodiensten Streamingplatforms als Netflix moeten 5 procent van hun omzet gaan investeren in Nederlandse producties, is het plan.
Videodiensten zoals Netflix die meer dan 10 miljoen euro omzet behalen in Nederland zullen 5 procent van hun opbrengst moeten investeren in producties van Nederlandse makelij. De vier coalitiepartijen hebben overeenstemming bereikt over percentages en kaders waarbinnen dit geld besteed zou moeten worden, liet VVD-Kamerlid Pim van Strien vrijdagmiddag weten.
De wetswijziging, een aanpassing van de Mediawet uit 2008, is al ruim vier jaar in de maak en moet Nederlandse makers mee laten profiteren van de opbrengst die internationale spelers halen uit de Nederlandse kijkersmarkt. Veel omliggende Europese landen hebben al zo’n investeringsverplichting opgelegd aan videodiensten.
De diensten zouden, met dit nieuwe pakket amendementen, wel meer vrijheid krijgen hóé ze het geld investeren. In het oorspronkelijke wetsvoorstel van staatssecretaris Gunay Uslu (Media, D66) is alleen sprake van series, films en documentaires die een steun in de rug krijgen met deze verplichte investering in content met een Nederlandse signatuur. Een Kamermeerderheid steunt nu het amendement waardoor ook Nederlandse amusementsprogramma’s (realityseries) binnen de criteria vallen. Wel moet een videostreamingdienst nog altijd minimaal de helft, dus 2,5 procent van de omzet, investeren in films, docu’s of series.
Om te kwalificeren als Nederlands ‘audiovisueel cultureel product’ moet voldaan worden aan twee van vier criteria. De taal waarin de belangrijkste personages zich overwegend uiten moet Nederlands zijn, het originele scenario moet in het Nederlands zijn, of is gebaseerd op een Nederlands literair werk, of het hoofdthema houdt verband met de Nederlandse cultuur, geschiedenis, maatschappij of politiek. Nederlands mag in alle gevallen ook Fries zijn.
De investeringsverplichting, die nog door beide Kamers aangenomen moet worden, zou volgens het kabinet ruim 40 miljoen euro moeten opleveren. Dit is niet per se nieuw geld voor de sector, aangezien er ook zonder verplichting momenteel al Nederlandse producties worden gefinancierd door de diensten.
Helft van Netflix
Naar schatting de helft van de door het kabinet te verwachte investering zal van Netflix afkomstig zijn, dat al relatief veel investeert in Nederlandse producties.
‘Roken in films lijkt sexy, maar is achterhaald’
Ten opzichte van het wetsvoorstel koersen de coalitiepartijen af op een half procent extra, nu 5 procent van de Nederlands omzet. Er is in de Kamer al langer onenigheid over de mate waarin diensten als Netflix, Amazon Prime Video en Disney+ zelf mogen bepalen welke producenten ze inschakelen bij het tegemoetkomen aan de verplichting. De coalitiepartijen stellen nu vast dat 60 procent aan onafhankelijke producenten moet worden besteed. Eerder werd dit door VVD nog gezien als „gedwongen winkelnering”. Oppositiepartijen PvdA en GroenLinks wilden 80 procent vastleggen in de wet. Ook Uslu zei in een debat vorig maand voorstander te zijn van „een hoog percentage” voor onafhankelijke producenten. Van Strien gaat er vanuit dat ze met 60 procent akkoord gaat.
De investeringsplichting zou 40 miljoen euro moeten opleveren
Netflix noemde een verplichte 4,5 procent van de omzet al „aanzienlijk” en stelde ook dat „in verband met de huidige krapte in de sector” het „een uitdaging” zal zijn. Of Netflix het omzetdeel van 4,5 dan wel 5 procent momenteel al investeert in Nederlandse producties wilde het Amerikaanse bedrijf, met eeninternationaal hoofdkantoor in Amsterdam, niet bevestigen.
Andere diensten gaven geen reactie toen NRC afgelopen maand vroeg naar de hoogte van hun investeringen in Nederlandse producties. Met name Viaplay heeft veel klanten geworven door uitzending van de Formule 1, maar de investering die ze in registratie daarvan doen telt niet. Sport is uitgezonderd van de genres die voldoen als bestemming onder de investeringsverplichting.
Dutch Directors Guild, een vakvereniging van onafhankelijke filmmakers, stuurde vorige week een brandbrief om te waarschuwen voor verwatering van het wetsvoorstel. „Ook genres waar voldoende geld voor in de markt te vinden is, zoals reality-tv en ‘spelletjes’, mogen volgens de twee coalitiepartijen meedelen uit de toch al schamele ruif.” Dat is nu gebeurd. Ook andere brancheorganisaties van onafhankelijke producenten uitten hun zorgen hierover.
De stemming over het wetsvoorstel is afgelopen weken vier keer uitgesteld. Na het meireces volgt een nieuw debat, werd dinsdag duidelijk.