Vervoersarmoede is veel breder dan de opgeheven bushalte op het platteland

Vervoersongelijkheid Ook het niet kunnen kopen van een fiets valt onder vervoersarmoede. „Goede of slechte mobiliteit bepaalt of je wel of niet die baan krijgt.”

Een vrouw in een scootmobiel wacht op station Rotterdam Centraal op haar trein.
Een vrouw in een scootmobiel wacht op station Rotterdam Centraal op haar trein.

Foto Hans van Rhoon/ANP/Hollandse Hoogte

Een op de vier jongeren in Amsterdam kan niet fietsen. En dat is ook een voorbeeld van vervoersarmoede, vertelde de Amsterdamse wethouder Melanie van der Horst (Verkeer en vervoer, D66) maandag tijdens een congres over vervoersongelijkheid in Amersfoort. Wie niet kan fietsen, kan lang niet zo gemakkelijk naar de school van zijn of haar keuze.

Lang niet iedereen kan zich bovendien een nieuwe fiets veroorloven, aldus Van der Horst. Of zijn fiets laten repareren als die kapot is. En er zijn een hoop Amsterdammers die niet durven te fietsen in de stad vanwege het onveilige verkeer.

De Amsterdamse voorbeelden laten zien dat vervoersarmoede veel breder is dan de opgeheven bushalte op het platteland. „Ik sprak de ouders van een meisje van dertien”, vertelde Van der Horst in Amersfoort, „die hun dochter niet naar haar favoriete school lieten gaan. Want daarheen moest ze fietsen. Ze kozen een andere school. Op een veilige loopafstand.” De gemeente overweegt nu om een maximum snelheid in te voeren op het fietspad vanwege snelrijdende e-bikes.

Betere arbeidsomstandigheden

De conferentie in Amersfoort was een initiatief van staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA). Zij vraagt al langer aandacht voor vervoersarmoede, een thema dat ze liever positiever benadert en vervoersongelijkheid noemt. „Het recht op bereikbaarheid hoort een basisrecht te zijn”, stelde de staatssecretaris maandag. „Net zoals iedereen in Nederland recht heeft op bijvoorbeeld onderwijs.”

Goede of slechte mobiliteit raakt iedereen elke dag, aldus Heijnen. „Het bepaalt of je wel of niet die baan krijgt.” Ze vertelde hoe zij zelf opgroeide in Spaubeek in Zuid-Limburg. „Een klein dorp, maar wel met een treinstation. Dat maakte voor mij de wereld veel groter. Het bood mij de kans om mee te doen in de samenleving.”

Als bereikbaarheid een basisrecht is, dan heeft de overheid ook een zorgplicht, erkende Heijnen na afloop van de overeenkomst. En om die te kunnen waarmaken moet nog wel het een en ander veranderen, bijvoorbeeld op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. „Het aanleggen van wegen en andere infrastructuur was altijd prioriteit. Die komen immers de mobiliteit ten goede. Maar we moeten niet langer alleen kijken of een weg ruimtelijk inpasbaar is, maar ook maatschappelijk wenselijk.”

Een goede of slechte bereikbaarheid bepaalt of je wel of niet die baan krijgt

Vivianne Heijnen staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat

De vervoersongelijkheid kreeg eerder op maandag even een gezicht toen stakende medewerkers van het streekvervoer voor de deur van het Amersfoortse theater aandacht vroegen voor hun wensen. Het streekvervoer staakt opnieuw voor hoger loon en betere arbeidsomstandigheden. „Ik hoop dat de partijen snel tot een akkoord komen”, aldus Heijnen. „Maar het is in de eerste plaats een conflict tussen werkgevers en werknemers. Ons past enige terughoudendheid.” Tijdens de grote staking bij NS vervulde het kabinet wel een bemiddelende rol.

Vervoersongelijkheid is ook kunnen parkeren voor de deur van het theater als je een lichamelijke beperking hebt. Mandy Mienes, ervaringsdeskundige en adviseur van de Patiëntenfederatie, vertelde tijdens de conferentie hoeveel moeite ze had moeten doen om de bijeenkomst te bereiken. Mienes zit in een rolstoel en heeft chronisch pijn. „In Nederland is parkeren voor mensen in een rolstoel erg lastig. De parkeerplekken zijn standaard te klein. Dat is beter geregeld in het buitenland.”

Schoolgaande jongeren

Met de bus is ook lastig, omdat lang niet alle bushaltes in Nederland toegankelijk zijn voor mensen in een rolstoel. „Terwijl dat zo gemakkelijk is”, aldus Mienes. „In Spanje hebben ze simpelweg betonplaten bij de bushaltes geplaatst voor personen in een rolstoel.” In het bestuursakkoord dat staatssecretaris Heijnen vorig jaar sloot met lagere overheden zou aanvankelijk worden opgenomen dat alle bushaltes in Nederland rolstoelvriendelijk moesten zijn, maar dat werd later te duur geacht.

De verschillen in bereikbaarheid van noodzakelijke voorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg en werk zijn groot in Nederland. Jeroen Bastiaanssen, onderzoeker van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), liet in Amersfoort de kaartjes van Nederland zien uit zijn rapport Toegang voor iedereen? Dat verscheen afgelopen najaar en bracht de vervoersarmoede per wijk in kaart.


Lees ook: Het openbaar vervoer in Nederland loopt vast

Wie auto rijdt in Nederland is behoorlijk mobiel. Maar meer dan de helft van de Nederlanders bezit geen auto. Bovendien zijn 1 miljoen Nederlanders afhankelijk van iemand anders voor hun mobiliteit.

Volgens Bastiaanssen kan bijna een derde van de ouderen in Nederland niet binnen een half uur een ziekenhuis of een polikliniek bereiken met het ov. Van de ouderen lukt 16 procent dat zelfs niet binnen 45 minuten. Dat schaadt de volksgezondheid in Nederland, aldus het PBL.

En over de bereikbaarheid van scholen zegt het PBL: 17 procent van de schoolgaande jongeren kan niet binnen 30 minuten op de fiets een havo- of vwo-opleiding bereiken. Eén op de tien fietst evenmin binnen 30 minuten naar een vbo of vmbo. Dat beperkt de keuzevrijheid van het onderwijs.

De werkgelegenheid in Nederland is weliswaar gestegen, stelde Bastiaanssen, maar de bereikbaarheid van werknemers laat nog vaak te wensen over. Los van de distributiecentra die aan de randen van de stad moeten zitten, stelt hij kantoren liever te bouwen in het centrum of dicht bij ov-knooppunten.

Onwetendheid

Vervoersongelijkheid is ook een kwestie van onwetendheid, bleek tijdens het congres. Gemeenten en provincies hebben wel degelijk allerlei oplossingen voor het vervoer van mindervaliden, ouderen, scholieren of mensen in verder weg gelegen plaatsen. Maar die zijn lang niet altijd bekend. Bovendien is vaak digitale vaardigheid nodig om een buurtbus te reserveren, via een app of een website. „Waarom kan ik niet gewoon iemand bellen bij het vervoerbedrijf?”, vroeg een oudere vrouw zich hardop af.

In Amersfoort kwamen oplossingen voor dergelijke problemen aan de orde. Zo kocht een werkgever een tweedehands elektrische fiets voor een geschikte sollicitant die geen rijbewijs had en anders haar nieuwe werk niet kon bereiken. Bedrijven op een industrieterrein regelden samen een busje dat personeel naar het station bracht, omdat de bus niet meer ging. Maar vooralsnog blijven die oplossingen steken in kleinschaligheid.