Vertrekkend premier Li had gelijk over China’s zerocovidbeleid maar doet er het zwijgen toe

Analyse

Werkrapport China Dat de Chinezen en de economie in 2022 het heel zwaar hadden door het stringente zerocovidbeleid, daarover repte vertrekkend premier Li Keqiang niet. Wel was hij opvallend terughoudend over de verwachte groei van de Chinese economie.

De Chinese premier Li Keqiang sprak zondag voor het Chinese Volkscongres.
De Chinese premier Li Keqiang sprak zondag voor het Chinese Volkscongres.

Foto Thomas Peter/Reuters

China’s beruchte zerocovidbeleid? Daarover repte China’s premier Li Keqiang met geen woord meer. Hij legde deze zondag ten overstaan van de 2.948 aanwezige afgevaardigden van het Chinese Volkscongres verantwoording af over wat de Chinese regering in 2022 heeft gedaan, zonder iets te zeggen over het gevoerde strenge, voor de economie en de bevolking rampzalige, beleid.

Li kwam ’s ochtends rond negen uur de enorme zaal in lopen terwijl de afgevaardigden staande meeklapten op marsmuziek. Hij las daar het zogeheten werkrapport voor, waarin ook staat wat de plannen zijn voor het komende jaar.

Maar bij de uitvoering van die plannen speelt Li geen rol meer. Hij treedt tegen het einde van dit Volkscongres na tien jaar af als premier, en verdwijnt daarna waarschijnlijk net als zijn voorgangers vrijwel volledig uit het publieke zicht. Hij zal de geschiedenis vooral ingaan als de man die niet uit de slagschaduw van de steeds almachtiger president en partijleider Xi Jinping wist te treden.


Lees ook deze reportage: Jongeren die China willen verlaten: ‘Ik moet nu mijn kans pakken, anders kom ik hier misschien nooit meer weg’

Loyaal aan Xi

Li heeft geprobeerd om de groei en de liberalisering van de Chinese economie centraal te stellen. Hij wilde dat China aantrekkelijk bleef voor buitenlandse investeerders en bedrijven. Hij wilde ook dat Chinese private ondernemers de ruimte zouden houden om een belangrijke motor voor China’s economische groei konden zijn. Dat is hem niet gelukt: het zerocovidbeleid van Xi Jinping was drie jaar lang belangrijker dan economische groei, en ideologie domineerde over pragmatisme.

Wrang is dat Li uiteindelijk gelijk kreeg in zijn inschatting dat China zich een al te streng zerocovidbeleid op den duur niet zou kunnen veroorloven. Maar dat gelijk zal hij nu niet meer kunnen halen. Xi heeft nooit toegegeven dat zijn beleid rampzalig was voor de economie. Hij noemt de Chinese aanpak van corona nog steeds superieur en absoluut juist.

Zelfs de term zerocovidbeleid bleek deze zondag totaal uit de speech van Li weggegumd, misschien in de hoop dat de herinnering eraan dan ook snel uit het publieke geheugen zal wegzakken. Li zei nog wel dat de coronapandemie en andere binnenlandse en internationale factoren China’s economie hebben geraakt, en wel „veel sterker dan we hadden verwacht”.

Li is ondanks verschillen van inzicht altijd loyaal gebleven aan Xi. Dat is opvallend, want Li had in 2012 zelf de hoogste leider van de CPC en president van China kunnen worden. Uiteindelijk bleek de steun in de top van de Partij voor Xi Jinping net iets groter.

‘Inhaalgroei’

Li, die als premier vooral over het economisch beleid van het land gaat, zei zondag dat China streeft naar een groei van rond de 5 procent voor 2023. Dat is minder dan de 5,5 procent van 2022. Toen kwam de groei uiteindelijk uit op maar 3 procent. Ongekend, want vrijwel altijd wordt de voorspelde groei ook echt gehaald.

Dit jaar is een groei van 5 procent volgens veel analisten zeker haalbaar: het zerocovidbeleid is opgeheven, en de verwachting is dat de „inhaalgroei” in 2023 in werkelijkheid misschien nog wel hoger uitkomt. Maar daarmee is China op den duur niet gered: de uitdaging zit hem erin om een hogere groei ook voor de langere termijn vast te houden.

De defensie-uitgaven stijgen dit jaar met 7,2 procent. Op een persconferentie voorafgaand aan het Nationale Volkscongres verdedigde Wang Chao als woordvoerder van het Congres een verhoging alvast als „passend en redelijk” en als noodzakelijk om China’s complexe veiligheidsdreigingen het hoofd te kunnen bieden.

De defensie-uitgaven lopen steeds verder uit de pas met de economische groei. In 2022 stegen ze officieel met 7,1 procent, in 2021 met 6,8 procent en in 2020 met 6,6 procent. Maar volgens Wang hoeft niemand daar een bedreiging in te zien. „Integendeel, het [leger] zal alleen maar een positieve kracht vormen voor het bewaken van regionale stabiliteit en wereldvrede”, aldus Wang.

Over Taiwan zei Li onder meer dat China „resolute maatregelen” moet nemen om de zogenaamde ‘onafhankelijkheid van Taiwan’ tegen te gaan en om hereniging te bevorderen. Daarmee zei hij weinig nieuws.

Li verdedigde ook het uitsluiten van pro-democratische krachten van deelname aan de parlementsverkiezingen in Hongkong. Volgens Li is er strak vastgehouden aan het principe dat „vaderlandslievende krachten Hongkong besturen”, en is dat een goede zaak, vindt Li.

Voorgekauwde benoemingen

Het Volkscongres, dat nog tot 13 maart duurt, gaat formeel ook over een hele serie benoemingen van ministers, hoofden van departementen, de premier en de president. Die benoemingen zijn al voorgekauwd door de Communistische Partij van China, onder meer tijdens het 20ste Partijcongres in oktober vorig jaar. Ze moeten nog wel door het Volkscongres, het officiële parlement van China, worden bekrachtigd. Niet alle benoemingen zijn al bekendgemaakt.

Daarnaast staat er een wijziging van de grondwet op het programma, plus de aanname van een hele serie andere wetten. Een grondwetswijziging is niet uniek: dat gebeurde ook al in 2018. Het is de verwachting dat de CPC de Chinese staatsorganen nog meer onder curatele van de CPC gaat stellen. Ook wordt er een herstructurering van de financiële sector verwacht.