Veroordeling van Bosnisch-Servische leider Dodik leidt tot spanningen in Bosnië en Herzegovina

Het parlement van de autonome Servische regio van Bosnië en Herzegovina, Republika Srpska, heeft vrijdag voor een wet gestemd die Bosnische politie en de rechterlijke macht de toegang tot de Servische regio ontzegt. Dat meldt persbureau Reuters. Bosnische autoriteiten omschrijven de stemming als „een staatsgreep”.

De stemming van het parlement van de Republika Srpska is een reactie op de veroordeling van Bosnisch-Servische leider Milorad Dodik. Een rechtbank in de Bosnische hoofdstad Sarajevo legde hem woensdag een jaar gevangenisstraf op en verbood hem de komende zes jaar politieke functies te bekleden. Dodik zou de afspraken en autoriteiten rondom de Dayton-vredesakkoorden tegenwerken, die een einde maakten aan de bloedige Bosnische Burgeroorlog (1992-1995). Dat is strafbaar, oordeelde de rechter. 


Lees ook

Bosnisch-Servische leider krijgt celstraf en verbod op politiek functies

President van de Republika Srpska Milorad Dodik was niet aanwezig in de rechtbank maar sprak zijn aanhangers toe tijdens een protestbijeenkomst in Banja Luka.

Met de ondertekening van het Dayton-vredesakkoord in 1995 werd het land onderverdeeld in de Federatie van Bosnië en Herzegovina (nu zo’n 2,4 miljoen inwoners) en het noordelijke deel Republika Srpska (1,3 miljoen inwoners). In 2023 nam Dodik twee wetten aan waarmee hij de vredesakkoorden onwettig verklaarde en de macht van het Constitutioneel Hof van Bosnië en Herzegovina niet erkende.

Er werd gevreesd dat de veroordeling van Dodik zou leiden tot spanningen tussen de Servische en de Bosnische regio’s. Dodik, die zich nauwe banden heeft met de Russische president Vladimir Poetin, heeft in het verleden regelmatig het Servisch nationalisme geprobeerd aan te wakkeren in het land en met afscheiding gedreigd.

Rusland reageerde woensdag door te zeggen dat de uitspraak van de rechtbank politiek gemotiveerd was en de Balkan zou destabiliseren. Ook de Servische president Aleksandar Vucic en de Hongaarse premier Viktor Orban hebben woensdag hun afkeer uitgesproken over de veroordeling van Dodik.