N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Adani Group Een vernietigend rapport van het Amerikaanse beleggingsfonds Hindenburg kost de omstreden Indiase zakenman Gautam Adani al tientallen miljarden. De ruzie loopt inmiddels hoog op.
Gautam Adani staat te boek als een van de rijkste mensen in Azië. Hij is een goede vriend van de Indiase premier Modi.
Foto Indranil Mukherjee/AFP
De waarde van de Adani Group, het imperium van Gautam Adani, de belangrijkste zakenman van India, is maandag opnieuw gekelderd op de beurs van Mumbai. Dit gebeurde na de publicatie van een eigen rapport dat de integriteit van het concern moest onderstrepen, maar door beleggers nauwelijks serieus werd genomen. Die publicatie was een antwoord op een aanval op Adani die vorige week werd gedaan door Hindenburg, een Amerikaans beleggingsfonds dat speculeert op koersdalingen en bedrijven onder vuur neemt die naar zijn mening overgewaardeerd zijn. Hindenburg is overigens de naam van de beruchte met waterstof gevulde Duitse zeppelin die in 1937 in New Jersey bij het afmeren na een transatlantische vlucht in vlammen opging.
De Adani Group is in een paar jaar tijd uitgegroeid tot een van de meest toonaagevende en in het oog springende bedrijven van India. Het doet in energie, logistiek, cement en tal van andere activiteiten. Gautam Adani staat te boek als een van de rijkste mensen in Azië, en een goede vriend en politieke bondgenoot van de Indiase premier Modi.
Nadat Hindenburg vorige week een vernietigend rapport over Adani uitbracht, ging er in een halve week tijd omgerekend 50 miljard dollar (46 miljard euro) van de waarde van aan Adani gelieerde beursgenoteerde bedrijven af. Het beleggingsfonds beschuldigt Adani van te hoge schulden, schimmige belastingconstructies en een beleid waarmee de beurskoersen kunstmatig zijn opgeblazen. „Brutale koersmanipulatie en boekhoudfraude” zijn twee van de termen die de Amerikanen daarbij bezigen. Adani Enterprises, het belangrijkste bedrijf, was begin 2020 nog zo’n 2 miljard dollar waard, maar eind vorig jaar al 55 miljard.
De ruzie met Hindenburg loopt hoog op en wordt in snel tempo ook politiek. Adani Group reageerde in het afgelopen weekeinde met een tegenrapport, waarin gepoogd wordt veel van de beschuldigen te weerleggen. Het concern stelt ook dat het Hindenburg-rapport een „gecalculeerde aanval is op India, haar onafhankelijkheid, de integriteit en onafhankelijkheid van haar instituties en de groei en ambitie” van het land.
Hinderburg reageerde daarop door Adani ervan te beschuldigen de „bliksemsnelle stijging van het bedrijf en van de rijkdom van zijn topman gelijk te stellen aan het succes van India zelf”. En: „Adani heeft zichzelf in de Indiase vlag gewikkeld terwijl hij het land plunderde.”
Maandag ging er nog eens 17 miljard dollar van de waarde van Adani-bedrijven af, die ieder een aparte beursnotering hebben. Sommige bereikten de maximale koersdaling van 20 procent waarna de handel wordt opgeschort. Een van de weinige stijgers was Adani Enterprises, veruit het grootste bedrijf. Dat komt dinsdag met een aandelenemissie ter waarde van 2,4 miljard dollar. De beurskoers van maandag lag nog wel onder de minimumprijs die geldt bij de aandelenemissie. Maandag kwam het nieuws dat een fonds uit Abu Dhabi 400 miljoen dollar van de emissie voor zijn rekening wil nemen.
De Adani Group zinspeelt erop om Hindenburg voor de rechter te slepen. De belegger reageerde daar strijdvaardig op, met de aantekening dat dit dan wel in de Verenigde Staten zou moeten gebeuren. Dan zouden bij een proces alle relevante stukken naar boven komen waar Hindenburg nog naar op zoek is.
In de tweede aflevering van deze driedelige zomerserie over technologie laat redacteur Juurd Eijsvoogel zien hoe technologische ontwikkelingen oorlogen doen veranderen. In een permanente wisselwerking tussen het slagveld en laboratoria worden nieuwe toepassingen razendsnel ingezet, uitgetest en aangepast. Hoe verschillen huidige drones van de drones die de VS gebruikte tijdens de War on Terror? Wat is de rol van AI in moderne oorlogsvoering? Welke nieuwe morele dilemma’s ontstaan hierbij? En zijn autonome wapensystemen eigenlijk nog te stoppen?
NRC Vandaag is met vakantie, maar we zijn niet helemaal weg. Deze week hoor je de zomerselectie: vijf van onze beste afleveringen van afgelopen jaar. Deze aflevering kwam eerder uit op 28 maart.
De genderpoli van Amsterdam UMC trekt meer patiënten dan ooit en moet zich tegelijkertijd verdedigen tegen steeds fellere kritiek. Een kleine groep patiënten is onderwerp geworden van een politieke strijd. Redacteur Kim Bos liep anderhalf jaar mee op de poli en zag de dilemma’s van artsen: wanneer kan iemand in transitie?
In de oceaan voor de kust van het oostelijke Russische schiereiland Kamtsjatka vond woensdagnacht om even voor half twee Nederlandse tijd een zeer krachtige aardbeving plaats met een magnitude van 8,8. Onmiddellijk gaven de autoriteiten een tsunamiwaarschuwing af. Het epicentrum van de beving lag 130 kilometer uit de kust, in een gebied waar seismische activiteit overigens aan de orde van de dag is. Maar deze beving was wel uitzonderlijk krachtig, en komt op plaats zes van de krachtigste aardbevingen die ooit zijn gemeten.
„Dit is wel een opmerkelijk krachtige aardbeving ja”, zegt aardwetenschapper Rob Govers van de Universiteit Utrecht. „Bevingen van 8,5 of groter komen wereldwijd niet vaker voor dan een of twee keer per decennium. In de periode van 1964 tot 2004 was er zelfs geen enkele aardbeving die nabij een magnitude van 9 kwam.”
Berichten over dat de schade van deze beving lijkt mee te vallen, komen op Govers over als ongeloofwaardig. „Het epicentrum van de hoofdschok lag op niet meer dan 130 tot 150 kilometer van de dichtstbijzijnde stad, Petropavlovsk, met 200.000 inwoners. Het kan niet anders dan dat daar ook gebouwen zijn beschadigd en slachtoffers zijn gevallen. Daar komt bij dat het epicentrum eigenlijk niet één punt is. Het gaat om een zwerm van grotere en kleinere aardschokken die zich uitstrekt over een gebied van in totaal 400 bij 150 kilometer. Dan is die afstand tot bewoond gebied minimaal.”
Het gebied waar de aardbeving plaatsvond is een bekende subductiezone, een gebied waar de Pacifische aardplaat onder de Noord-Amerikaanse plaat schuift. Daar is op de zeebodem een diepe trog waar schuifspanningen tussen de over elkaar glijdende aardplaten optreden, en daarachter een ring van vulkanen waar magma omhoogkomt. „Geologen verwachten hier wel grote aardbevingen, zeker omdat de tektonische beweging hier behoorlijk snel gaat, met een verschuiving van wel acht centimeter per jaar. De spanning tussen de platen loopt snel op tot het losschiet met een aardbeving tot gevolg. Er zijn voortdurend kleinere bevingen, met soms een krachtige uitschieter, zoals nu. In 1952 was er ook bij Kamtsjatka een aardbeving met een magnitude 9. Op 20 juli was er in het gebied al een beving die we nu zien als voorschok, met een kracht van 7,5.”
Subductiegebieden zijn berucht omdat een aardschok daar in potentie tot een grote tsunami kan leiden. Plotselinge bewegingen van de diepe zeebodem brengen veel energie over op de waterkolom erboven, waardoor een golf wordt opgewekt. De tsunami verplaatst zich in het diepe water van de oceaan vrijwel ongeremd, wat verklaart dat er nu tot in Chili en Nieuw-Guinea tsunamiwaarschuwingen zijn afgegeven.
In diep water gaat de golf met duizend kilometer per uur, „net zo snel als een verkeersvliegtuig”, zegt Govers. Maar aangekomen bij een kust aan de overkant wordt het water ondieper en ontstaat een stuwing, „net als auto’s die in een file komen”. Waar de tsunami op de open oceaan nog een golfje was van enkele tientallen centimeters, kan hij aan de kust aanzwellen tot een metershoge golf. „De enige kant die het water daar op kan is omhoog”, zegt Govers. Vaak trekt de zee zich aan de kust eerst terug, om daarna in een grote vloedgolf of serie van golven terug te keren.
De enorme watermassa kan grote verwoesting aanrichten, ook nog aan de overkant van de oceaan. „Dat zagen we in 2004 ook bij de grote beving bij Sumatra, waarbij een tsunami ook nog heel veel slachtoffers maakte in het Afrikaanse land Somalië, aan de overkant van de Indische Oceaan.”
Overigens constateert Govers dat de informatievoorziening vanuit de Amerikaanse overheid veel kariger is dan normaal – het effect van bezuinigingen door de Amerikaanse regering-Trump, denkt hij. „Normaal krijgen we zo’n twee uur na zo’n krachtige aardbeving wel een gedetailleerde analyse over hoe het precies is verlopen. Heel belangrijk voor het inschatten van de ernst van een mogelijke tsunami is bijvoorbeeld of de breuk na de initiële schok op grote diepte zich heeft verplaatst naar dichter onder het oppervlak. Die informatie ontbreekt nu, waardoor het lastig inschatten is hoe het nu verder zal verlopen.”
De verplaatsing van de tsunami wordt nu nog wel in kaart gebracht door een beperkt aantal meetstations in de oceaan die de drukverandering op de zeebodem meten en zo de tsunamigolf van circa vijftig centimeter voorbij zien komen. Govers verwacht overigens dat grote rampen voorkomen kunnen worden doordat mensen langs de oceaankust nog op tijd gewaarschuwd kunnen worden om naar hoger gelegen gebieden te vluchten.