Als betaal-goeroes zoals de voormalige baas van Mollie (Gaston Aussems), een directeur van Adyen (Robert Kraal) en een oud-voorzitter van MasterCard (Javier Perez) het zien zitten met je, dan doe je ‘blijkbaar’ (pun intended) iets goed. De Amsterdamse fintech Klearly maakte vanochtend bekend een investering van 6 miljoen euro te hebben binnengehaald, als groeikapitaal. En laten nou de drie genoemde investeerders onderdeel zijn van die impuls, net als Global PayTech Ventures, Antler Elevate en Shapers. De Nederlandse betaaldienst gaat de investering gebruiken om verder uit te breiden in Europa.
Klearly „vervangt verouderde en eenvoudige pinapparaten van banken door innovatieve, datagedreven technologie”, aldus het bedrijf zelf. Het heeft vooral veel horeca-ondernemingen als klant. Heel groot is het allemaal nog niet, aan de Amsterdamse Wibautstraat waar het bedrijfje is gevestigd: sinds de lancering in 2023 heeft Klearly vierduizend gebruikers aangemeld, waaronder dus veel horecaondernemers. Het aantal verwerkte betalingen schiet wel omhoog, het afgelopen jaar met vijfhonderd procent.
De kapitaalinjectie in Klearly past in een bredere trend, schrijft het FD vandaag. Nederlandse start-ups hebben vorig jaar ongeveer 2,3 miljard euro aan investeringskapitaal gekregen, bijna een kwart meer dan het jaar ervoor, aldus het Quarterly Startup Report. Het aantal deals liep wel terug vorig jaar. Er waren 342 investeringsrondes, tegen 417 in 2023. Ook liep het aantal investeringen in techstarters terug, met 18 procent. In die zin doet Klearly het knap.
De oprichters van Klearly zullen verlekkerd kijken naar hun investering. En nu maar afwachten of zij met de kennis en de centen van de betaal-goeroes eenzelfde succesverhaal weten neer te zetten als Adyen en Millie destijds.
Als betaal-goeroes zoals de voormalige baas van Mollie (Gaston Aussems), een directeur van Adyen (Robert Kraal) en een oud-voorzitter van MasterCard (Javier Perez) het zien zitten met je, dan doe je ‘blijkbaar’ (pun intended) iets goed. De Amsterdamse fintech Klearly maakte vanochtend bekend een investering van 6 miljoen euro te hebben binnengehaald, als groeikapitaal. En laten nou de drie genoemde investeerders onderdeel zijn van die impuls, net als Global PayTech Ventures, Antler Elevate en Shapers. De Nederlandse betaaldienst gaat de investering gebruiken om verder uit te breiden in Europa.
Klearly „vervangt verouderde en eenvoudige pinapparaten van banken door innovatieve, datagedreven technologie”, aldus het bedrijf zelf. Het heeft vooral veel horeca-ondernemingen als klant. Heel groot is het allemaal nog niet, aan de Amsterdamse Wibautstraat waar het bedrijfje is gevestigd: sinds de lancering in 2023 heeft Klearly vierduizend gebruikers aangemeld, waaronder dus veel horecaondernemers. Het aantal verwerkte betalingen schiet wel omhoog, het afgelopen jaar met vijfhonderd procent.
De kapitaalinjectie in Klearly past in een bredere trend, schrijft het FD vandaag. Nederlandse start-ups hebben vorig jaar ongeveer 2,3 miljard euro aan investeringskapitaal gekregen, bijna een kwart meer dan het jaar ervoor, aldus het Quarterly Startup Report. Het aantal deals liep wel terug vorig jaar. Er waren 342 investeringsrondes, tegen 417 in 2023. Ook liep het aantal investeringen in techstarters terug, met 18 procent. In die zin doet Klearly het knap.
De oprichters van Klearly zullen verlekkerd kijken naar hun investering. En nu maar afwachten of zij met de kennis en de centen van de betaal-goeroes eenzelfde succesverhaal weten neer te zetten als Adyen en Millie destijds.
Het was een krachtige waarschuwing aan de Europese Unie, die Meta-topman Mark Zuckerberg vorige week liet horen. En de waarschuwing is aangekomen.
Niet alleen kondigde Zuckerberg aan dat Meta in de Verenigde Staten de factcheckingoperatie voor sociale media zal ontmantelen. Hij zei ook dat Meta „samen met president Trump” de strijd zal aanbinden met de regels die de Europese Unie afgelopen jaren heeft opgesteld voor de grote techbedrijven.
Wie zich afvroeg of de EU is opgewassen tegen een gezamenlijke aanval op haar regels door de Amerikaanse president en Big Tech, kreeg deze dinsdag een eerste aanwijzing dat dit nog flink lastig kan worden – en dat Brussel dat beseft. De Europese Commissie, meldde de Financial Times, gaat nog eens goed kijken naar de onderzoeken die ze het afgelopen jaar heeft ingesteld naar het gedrag van de techreuzen Meta, Apple en Google – en naar de vraag of die bedrijven niet in strijd met de wet handelen. De heroverweging door de Europese Commissie kan leiden tot terugschroeven of aanpassing van de onderzoeken, aldus de Britse zakenkrant.
Het gaat hierbij om mogelijke overtredingen van de Digitale Marktenwet (DMA), die moet voorkomen dat techbedrijven misbruik maken van hun economische machtspositie. Maar met het afschalen van factchecking en moderatie kan Meta ook in botsing komen met de Digitale Dienstenwet (DSA), waarmee de EU sociale media verplicht gebruikers te beschermen tegen desinformatie, haatzaaien en misbruik van persoonlijke gegevens.
Voor het geval iemand mocht denken dat de EU nu op het punt staat om bij voorbaat al in te binden door de woorden van Zuckerberg, verzekerde een woordvoerder dinsdag dat de Europese Commissie naleving van de DMA en de DSA heus zal blijven afdwingen. Maar een gezamenlijk front van Silicon Valley en het Witte Huis zal het afdwingen van die naleving hoe dan ook een stuk moeilijker maken.
De Europese Unie opereert graag in een wereld van wetten en regels. Maar een grootmacht als Amerika heeft daar niet altijd een boodschap aan, en grijpt nu eenmaal eerder naar naakte machtspolitiek. Ook president Biden was daar niet vies van – en kon bijvoorbeeld dicteren dat ASML zijn export van geavanceerde chipmachines naar China staakte.
Het Europese streven naar privacy, veiligheid op sociale media en eerlijke concurrentie op digitale markten kan nu op gespannen voet komen te staan met goede relaties met de Verenigde Staten – en uiteindelijk ook met de militaire veiligheidsgaranties die daar sinds driekwart eeuw bij horen.
Dertig miljard aan boetes
Van een krachtmeting tussen de Europese Unie en de grote technologiebedrijven was de afgelopen jaren al sprake. De EU legde Big Tech soms hoge boetes op (volgens Zuckerberg in de afgelopen twintig jaar meer dan 30 miljard dollar). Met de regulering van Big Tech liep Europa niet alleen voorop, het leek de grote techbedrijven ook werkelijk tot aanpassing van hun gedrag te kunnen bewegen.
„Omdat Europa de grootste en rijkste consumentenmarkt ter wereld is, kunnen internationale techbedrijven het zich niet veroorloven om te zeggen: jullie regels bevallen ons niet, we vertrekken”, zei Anu Bradford, auteur van het boek Digital Empires, vorig jaar nog in NRC. „Ze hebben de Europese markt nodig, dus leven ze de Europese regels na. Zo moet Apple nu de opladers van zijn apparaten aanpassen aan de Europese eis van een universele kabel” [met standaard usb-C-stekker]. Bradford meende dat ook in de VS de publieke opinie verschoof, richting meer regulering.
Grote techbedrijven hebben de Europese markt nodig
Maar toen won Trump de verkiezingen. De publieke opinie in de VS bleek wel verschoven te zijn, maar de andere kant op: in de richting van mínder regulering. „Een cultureel keerpunt”, volgens Mark Zuckerberg.
Verdomhoekje
Big Tech mag de afgelopen jaren indrukwekkende winsten hebben gemaakt, de mannen aan de top hadden niettemin het gevoel dat ze in het verdomhoekje zaten. Niet alleen door de regels in Europa, maar ook omdat de regering-Biden via het mededingingsrecht de enorme machtsconcentratie bij de bedrijven probeerde tegen te gaan.
„Het is alsof de laars op de nek van de techindustrie weg is”, zo omschreef Marc Andreessen, groot tech-investeerder en lid van de raad van commissarissen van Meta, zijn opluchting na de nederlaag van Biden. Regulering, mededingingsregels en toezicht op wat op sociale media gezegd kan worden („censuur” volgens Zuckerberg) zien ze als louter obstakels voor innovatie.
Andreessen en de topmannen van de techbedrijven zijn afgelopen weken allemaal op bezoek geweest bij Donald Trump. Met royale bijdragen aan zijn inauguratiefeest hebben ze de banden aangehaald. Trump op zijn beurt heeft aangekondigd op cruciale posities in zijn regering voorvechters van meer vrijheid voor Big Tech te zullen benoemen.
Als bedrijven, hoe groot ook, konden de techreuzen weinig uitrichten tegen eenmaal aangenomen wetgeving in Europa (of in landen als Brazilië, India, Verenigd Koninkrijk en Australië – die ook proberen de techbedrijven regels op te leggen). Maar met de Amerikaanse president aan hun zijde veranderen de machtsverhoudingen.
Een voorproefje daarvan gaf JD Vance tijdens de verkiezingscampagne. Vance – binnenkort vicepresident – reageerde op een scherpe waarschuwing van toenmalig Eurocommissaris Thierry Breton aan Elon Musk, om de Europese regels voor sociale media te respecteren. Musk reageerde met karakteristieke directheid („Fuck your own face”). Vance had iets meer woorden nodig. Hij dreigde dat de VS niets meer in de NAVO te zoeken zouden hebben „als de alliantie niet meer pro vrije meningsuiting is”. Ofwel: blijf met je poten van onze techbedrijven af.
Met een laatste krachtinspanning legt de regering-Biden nieuwe beperkingen op aan de export van snelle AI-chips, die het rekenwerk voor kunstmatige intelligentie uitvoeren. Het ‘AI diffusion framework’ is een vergaande en complexe regulering, die maandag werd gepubliceerd, nog net voordat Donald Trump zijn intrek neemt in het Witte Huis.
De Verenigde Staten beschouwen AI-modellen zoals ChatGPT als een doorslaggevende factor om strategisch overwicht te houden in de strijd met de rivaliserende supermacht China. Dat land kan met AI zijn militaire capaciteit vergroten.
De rekenkracht voor AI-modellen komt nu hoofdzakelijk van snelle chips van de Amerikaanse marktleider Nvidia. Andere chipontwerpers zijn AMD en Intel – ook uit de VS.
De gespecialiseerde AI-chips mogen al niet naar landen als Rusland en China. Maar voortaan kunnen Amerikaanse bedrijven ze ook niet meer onbeperkt, zonder vergunning, exporteren naar 120 andere landen. Zo hopen de VS de smokkel van AI-chips naar China via tussenhandelaren te voorkomen.
Volgens de nieuwe exportregels kunnen alleen achttien Amerikaanse bondgenoten, zoals Nederland, Duitsland en Frankrijk, onbeperkt geavanceerde AI-processors kopen – zonder een stempel uit Washington. Maar 120 andere landen, waaronder ook Israël, Zwitserland of Singapore, kunnen slechts een beperkt aantal chips aanschaffen voor hun datacenters. Omgerekend gaat het per land om zo’n vijftigduizend van de snelste Nvidia-chips. Ter vergelijking: grote techbedrijven als Google of Microsoft bestellen honderdduizenden van zulke chips voor hun datacenters.
Sluipwegen afsluiten
China kan zelf beperkt AI-chips maken, omdat het land geen beschikking heeft over de EUV-chipmachines van ASML. Die exportrestrictie geldt al sinds 2020. Chinese techbedrijven proberen wel AI-chips uit het buitenland in te kopen via tussenhandelaren, of ze huren rekenkracht bij Amerikaanse datacenters. Die sluipwegen worden met de nieuwe exportregels beter afgesloten.
De meeste AI-chips worden gefabriceerd door de Taiwanese chipgigant TSMC. Dat bedrijf mag als gevolg van Amerikaanse exportbeperkingen geen AI-chips meer leveren aan Chinese klanten. De Chinese techreus Huawei probeert de sanctiemaatregelen te omzeilen via schaduwbedrijven, bijvoorbeeld in Singapore.
Ook de export van geavanceerde AI-modellen, zoals ChatGPT of Google Gemini, wordt door de nieuwe wetgeving aan banden gelegd. De ontwikkeling van AI gaat na de spectaculaire introductie van ChatGPT, twee jaar geleden, wat minder snel. Maar met de juiste hoeveelheid data en rekenkracht verwacht OpenAI opnieuw een sprong te kunnen maken. Afgelopen maand maakte het bedrijf de eerste testresultaten bekend van een nieuwe versie, O3 genaamd, die meer als een mens kan redeneren en zelfstandig nieuwe oplossingen zou kunnen verzinnen. De voorsprong van een mogelijke AI-doorbraak wil Amerika voor zichzelf behouden, en voor een aantal bondgenoten.
EU is bezorgd
De bondgenoten die Amerika onbeperkt toegang geeft tot snelle AI-chips zijn de volgende landen: Australië, België, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Japan, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Spanje, Taiwan, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zuid-Korea.
Het merendeel van de 27 EU-lidstaten staat op de lijst van landen die niet onbeperkt AI-chips kunnen kopen. De Eurocommissaris van handel en economische veiligheid, Maros Sefcovic, is teleurgesteld dat de VS EU-landen als Griekenland, Polen en Roemenië buitensluit: „Het is in het belang van de VS dat de hele EU ongelimiteerde toegang heeft tot geavanceerde AI-chips. We zijn geen veiligheidsrisico voor Amerika, maar een economische partner”, schrijft hij in een reactie.
Lees ook
De AI-datacenters van Musk, Microsoft en Meta verbruiken twee keer zoveel stroom
De VS willen de rekenkracht zoveel mogelijk op Amerikaanse bodem houden. Daarom kunnen techreuzen als Microsoft, Amazon en Google in andere landen wel AI-datacenters blijven bouwen, maar mogen ze alleen onbeperkt chips aanschaffen als de helft van hun datacenters in de VS blijft staan.
Een van de redenen dat de techreuzen hun toevlucht zoeken tot onder meer het Midden-Oosten, is dat AI-datacenters veel energie verbruiken. In Amerika is die lang niet altijd voorhanden, door capaciteitsgebrek van het netwerk en te stroperige wetgeving. Daarom zetten techbedrijven ook in op kernenergie.