
Afvalverbrandingscentrales weten niet wat het kabinet nou van ze wil. Aan de ene kant is er Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (VVD), die maatwerkafspraken wil maken met de sector. De centrales zouden hun CO2 gaan afvangen en transporteren naar de Noordzee. Aan de andere kant dreigt het kabinet ruim een half miljard euro bij ze op te halen met belastingmaatregelen, waardoor er juist weinig geld overblijft om te investeren in CO2 afvangen.
Maandag begon de FNV met stakingsacties omdat de sector vreest voor een forse afbouw van de Nederlandse recycling- en verwerkingscapaciteit van afval. Doordat afval verbranden door de belastingmaatregelen volgens de sector twee keer zo duur wordt als in buurlanden, is de vrees dat een steeds groter deel van het Nederlands afval de komende jaren in vrachtwagens de grens over gaat naar buitenlandse sorteercentra. Daardoor wordt investeren in verduurzaming veel moeilijker. Volgens de FNV staan daarmee ook duizenden banen op het spel.
Het gaat allemaal om wat eerder de plastictaks heette, een belastingmaatregel die zou worden opgelegd om plastic meer circulair te maken. Eerder was het de bedoeling deze belasting bijvoorbeeld bij fabrikanten van plastic spullen te leggen, maar uit de Voorjaarsnota bleek dat het kabinet dit geld aan de achterkant – bij afvalverbranders en stortplaatsen – wil ophalen.
De branche hoorde vorig jaar al dat het kabinet met een extra CO2-belasting een bedrag van (oplopend naar in 2030) jaarlijks 275 miljoen euro wil gaan ophalen bij afvalverbranders. Nu dreigt daar nog ongeveer 290 miljoen aan extra heffingen bij te komen.
Vanwege de staking blijven maandag tot en met woensdag bij dertien sorteercentra en afvalverbranders de deuren dicht voor afval. Personeel staakt niet als signaal aan werkgevers, maar aan de politiek. „We hebben het met een lobby geprobeerd en een petitie”, zegt Hanan Yagoubi, bestuurder van FNV. „Er wordt niet naar ons geluisterd. Als het verwerken van afval zo duur wordt dat het verhuist naar het buitenland, betekent dat: hier geen werk meer.”
Maandag verschenen er al berichten uit Nijmegen van hopen vuilniszakken die op straat bleven staan. Als er na woensdag geen politieke beweging komt, kijkt de FNV naar langdurigere acties.
Een verbrandingsinstallatie is duur en als wij minder afval verwerken, blijven onze kosten gelijk
Grote uitstoters
Er staan twaalf afvalverbranders in Nederland. Ze verbranden huishoudelijk restafval, bedrijfsafval en wat overblijft uit andere sorteerprocessen (zoals plastic dat lastig te recyclen is).
Alle installaties gebruiken het verwerken van afval om energie op te wekken in de vorm van elektriciteit, stoom en warmte. Bijvoorbeeld voor de industrie, stadsverwarming of het verwarmen van kassen.
In januari maakte het kabinet bekend maatwerkafspraken te willen maken met afvalverbrandingsinstallaties. „Afvalverbranders hebben een belangrijke rol in het afvalbeheer maar zijn ook grote uitstoters van CO2 en andere milieuvervuilende stoffen zoals stikstof”, schreef Klimaatminister Hermans in een Kamerbrief.
EEW, een afvalverbrander in Delfzijl, opent toevallig deze week een proefinstallatie om CO2 af te vangen, vertelt directeur Wilfred de Jager. Maar door de stapeling van heffingen twijfelt hij er sterk aan of er ook een grootschalige CO2-installatie komt. „Als afval verwerken zoveel duurder wordt gemaakt, gaat afval gewoon de grens over”, zegt De Jager. „Een verbrandingsinstallatie is duur, en onze kosten worden niet minder als wij minder afval verwerken. Eind dit jaar zou er worden besloten om grootschalig CO2 af te vangen, maar die plannen komen waarschijnlijk in de ijskast, of worden mogelijk zelfs afgeblazen.”
Ook op andere manieren komt de extra belasting de planeet niet ten goede, vreest De Jager. „Wij zitten aan het industriegebied in Delfzijl. Al onze warmte en stoom leveren wij aan de fabrieken hier. Die kunnen daardoor minder gas gebruiken. Maar als afval uit deze regio naar het buitenland gaat, hebben deze fabrieken weer meer gas nodig.”
Ook AEB in Amsterdam vreest dat de industrie niet verduurzaamt, maar vertrekt. „Ik vrees dat zomaar de helft van de vuilniswagens met huisvuil en bedrijfsafval naar het buitenland verdwijnt”, zegt directeur Wim van Lieshout. „Ik denk dat beleidsmakers inschatten dat het zo’n vaart niet zal lopen. Maar ik loop al lange tijd in deze sector rond, en weet hoe snel vrachtwagens met afval uitwijken naar het buitenland. In 2005 ging door gunstige regelgeving in Duitsland één op de tien vrachtwagens de grens over.”
Ook AEB had grote plannen om een CO2-afvanginstallatie te bouwen. „Ik heb nog niet op de pauzeknop gedrukt”, zegt Van Lieshout, „maar ik maak me grote zorgen. Het kabinet trekt een hele infrastructuur overhoop. Die krijg je niet zomaar weer terug.”
CO2 dat wordt afgevangen bij afvalverbranders zou via pijpleidingen naar lege gasvelden in de Noordzee worden getransporteerd. Het zogenaamde Aramis-project moet Europa’s grootste infrastrcutuur worden voor CO2-opslag. Afvalverbranders zouden een belangrijk deel van het klantenbestand van Aramis moeten uitmaken. „Maar ze twijfelen of ze nog wel kunnen investeren in verduurzaming”, zegt Bart van Leemput, voorzitter van de Vereniging Afvalbedrijven. „Wie de afvalstromen niet heeft, kan geen CO2 afvangen. Ik hoor genoeg geluiden om mij heen om me ook zorgen te maken over een project als Aramis.”
Ook recyclingbedrijven zijn niet blij met de extra heffingen. Bij recycling blijven altijd resten over die naar verbrandingsinstallaties gaan. Recyclers moeten daar in de toekomst meer voor gaan betalen. Dat gaat dan niet alleen om plasticrecyclers: ook de branchevereniging van papier- en metaalrecyclers uiten al hun zorgen.
