Verduurzaming vóór 2030 geen harde voorwaarde meer voor financiële steun industriebedrijven

Rosa Uijtewaal

Industriebedrijven hoeven niet meer vóór 2030 extra te vergroenen als ze aanspraak willen maken op financiële steun. Dat blijkt uit een recente, ambtelijke nota die NRC in bezit heeft. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) laat hiermee de facto een belangrijk doel van het kabinet om de industrie voor 2030 versneld te verduurzamen los. Geplande vergroeningsafspraken met de industrie worden daarmee in één klap minder ambitieus dan ze oorspronkelijk bedoeld waren.

Het idee was dat als twintig industriebedrijven met de meeste CO2 tegen 2030 meer zouden verduurzamen dan wettelijk verplicht, zij financiële steun konden krijgen van de overheid. Zo zou het Nederlandse klimaatdoel voor 2030 in zicht komen. Grote stappen, snel thuis, was de gedachte.

Bedrijven stellen „investeringsbeslissingen” uit, valt te lezen uit de ambtelijke nota

Maar zulk optimisme klinkt niet meer bij deze zogeheten ‘maatwerkafspraken’. Veranderende omstandigheden „vragen om realisme” en het „verlengen van de horizon”, staat in de nota van de interne stuurgroep Nationaal Programma Verduurzaming Industrie, die de aanpak coördineert. In deze stuurgroep zitten onder andere minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD), staatssecrateris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV), vertegenwoordigers van de industrie en netbeheerders.

Bedrijven stellen „investeringsbeslissingen” uit, valt te lezen. Het investeringsklimaat is verslechterd en randvoorwaarden ontbreken, zoals de mogelijkheid voor CO2-opslag of een oplossing voor hoge nettarieven. De doelstelling van „16.5 megaton minder CO2” in 2030 raakt „verder uit zicht”, staat in de nota.

Of het zin heeft voor de overheid om door te praten voor mogelijke maatwerkafspraken, wil het ministerie laten afhangen van de aard van de verduurzamingsplannen van bedrijven. Niet 2030 lijkt het belangrijkste uitgangspunt, maar veel nadrukkelijker de periode erna. Een van de criteria luidt: „Het bedrijf doet niet minder, maar later in de tijd. ‘Additionaliteit’ blijft vereist.” En als blijkt dat projecten door „externe factoren niet realiseerbaar zijn voor 2030”, moeten daar apart „afspraken” over gemaakt worden.

Twijfelgevallen

De maatwerkafspraken verlopen al jaren stroef. Het experiment tussen overheid en bedrijfsleven vraagt veel overleg, en bedrijven zien hun businesscase niet altijd rondkomen. Sommige dreigen uit de afspraken te stappen. De houding van het ministerie van KGG lijkt een nieuwe poging om bedrijven aan tafel te houden.

Minister Hermans kondigde onlangs in de Tweede Kamer aan alleen te willen doorpraten met bedrijven die adequate verduurzamingsplannen op tafel leggen. Nu blijkt dat met olieconcern ExxonMobil en chemiebedrijven Sabic en Air products vermoedelijk geen maatwerkafspraken komen.

De stuurgroep wil door met gesprekken met bedrijven als Tata Steel en Nobian, maar constateert in de nota dat „7 bedrijven” in de maatwerkaanpak „twijfelgevallen zijn”. Van bedrijven wordt gevraagd om uiterlijk in 2025 toe te werken naar een conceptovereenkomst. Steeds vaker komen ook andere bedrijven, buiten de groep grootste uitstoters, in aanmerking voor een maatwerkafspraak. Het ministerie kon op de late vrijdagmiddag nog niet inhoudelijk reageren.

Met medewerking van Milo van Bokkum en Chris Hensen.


Lees ook

Terwijl twee ministeries ruziën, raken de klimaatdoelen steeds verder uit zicht

Kunstmestfabriek van Yara in Zeeuws-Vlaanderen. Het chemische bedrijf is een grootverbruiker van energie.