N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Aanslagen De verdachten van de aanslag op Brussels Airport en metrostation Maalbeek, in 2016, maken weinig kans om vrij te komen. Hun rest slechts te pleiten voor verbetering van de detentieomstandigheden. Dat doen ze met succes.
Om even na half tien op dinsdagochtend neemt Ibrahim Farisi (34) ineens het woord in de streng beveiligde rechtszaal in Haren, een buitenwijk van Brussel, waar al sinds begin december vorig jaar het megaproces tegen de verdachten van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek van incident naar incident laveert. Ibrahim Farisi, die het proces net als zijn oudere broer Smail (38) in vrijheid mag volgen, begint in zijn microfoon te roepen.
„De wereld is groot”, zegt hij. „Als ik dit grondgebied had willen verlaten, had ik naar Cuba gekund, of naar Brazilië.” Hij wil duidelijk maken dat hij onschuldig is, en daarom niet vluchtte. Na nog wat onsamenhangende teksten wordt Farisi door de politie naar buiten geleid. Hij roept nog: „Spreek mij vrij!”
Het is niet de eerste keer dat de Farisi’s voor ophef zorgen. Half januari moest Smail Farisi uit de rechtszaal worden gezet nadat hij had gezegd dat hij onmogelijk een terrorist kon zijn, omdat hij naar eigen zeggen „homoseksueel” is. „Ik ga hier doodvallen”, zei hij ook. Eerder had hij onder invloed van alcohol verklaard dat hij ’s ochtends „twee pintjes” nodig heeft om in de rechtszaal te verschijnen.
Ook Ibrahim Farisi maakte geregeld een beschonken indruk. Het lijkt erop dat de broers de 36 juryleden ervan willen overtuigen dat ze geen vrome moslims zijn, en daarmee ook geen terroristen. Ibrahim en Smail Farisi riskeren respectievelijk vijf tot tien jaar en een levenslange gevangenisstraf voor ‘deelname aan de activiteiten van een terroristische groep’ en ‘moord en poging tot moord in een terroristische context’.
Levenslang
Voor hen staat er veel op het spel; ze hebben hun vrijheid te winnen of te verliezen. Dat geldt niet of nauwelijks voor de zeven mannen achter glas. Drie van hen kregen in Parijs al levenslang. Van hen komt Salah Abdeslam met zekerheid nooit meer vrij. Het enige wat hun nog rest, is te proberen de omstandigheden van hun detentie te verbeteren. En daartoe lieten ze de afgelopen weken geen mogelijkheid onbenut.
Dit begon in september al, toen het grootste proces uit de Belgische geschiedenis weken werd uitgesteld omdat de verdachten met succes hadden aangevochten dat ze „als beesten” gescheiden van elkaar in glazen boxen moesten plaatsnemen. Ze zouden op die manier nauwelijks, en zeker niet discreet, met elkaar en met hun advocaten kunnen communiceren. Zo werd hun het recht op een eerlijk proces ontnomen. Het duurde weken en kostte tienduizenden euro’s om de rechtszaal van een nieuwe, grote box te voorzien.
Slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen, waarbij 33 mensen omkwamen en nog eens honderden gewond raakten, werden zo opnieuw danig op de proef gesteld. Velen van hen snakten naar het begin van het proces. Naar loutering, en antwoorden.
Toen het proces eindelijk begon, op 5 december, viel in de eerste dagen het ene jurylid na het andere af: vier wegens ziekte – er waarde een virus rond in het Justitia-gebouw – en eentje vanwege onvoldoende beheersing van het Frans, de voertaal van het proces. Daar was bij de selectie vooraf onvoldoende op gelet.
De dagen daarna werden besteed aan het oplezen van de namen van burgerlijke partijen – ruim duizend inmiddels – en het kostte nog eens drie dagen om de akte van beschuldiging voor te lezen, van bijna vijfhonderd pagina’s lang. Bij een assisenzaak gaat alles mondeling: een overblijfsel uit de tijd dat niet alle juryleden konden lezen en schrijven.
Fouilleringen tot in de anus
Vrijwel meteen werd duidelijk wat de drie hoofdverdachten Osama Krayem, Mohamed Abrini en Salah Abdeslam wilden bereiken. Zij klaagden vanaf het begin over „vernederende naaktfouilleringen” die ze naar eigen zeggen dagelijks voor de rit van hun cel naar de rechtbank hadden moeten ondergaan. Die fouilleringen gaan ver; er wordt tot in de anus gekeken of daar voorwerpen in verborgen zijn. Volgens het OCAD, het Belgische orgaan dat dreigingsanalyses maakt bij gedetineerden, zijn die nodig vanwege het grote vluchtgevaar. En dat is niet voor niets. Uit afgeluisterde gesprekken zou de politie begin december hebben opgemaakt dat Abrini in het Arabisch tegen een medeverdachte zei dat hij „onrust wilde stoken met een mes” en dat Abdeslam „tumult wilde creëren” tijdens de zitting.
In een kort geding, aangespannen door advocaten van de verdachten, oordeelde een rechter vlak voor de jaarwisseling dat de naaktfouilleringen alleen „in uitzonderlijke gevallen en niet systematisch” meer mochten plaatsvinden, op straffe van een dwangsom van maximaal 50.000 euro voor de Belgische staat. Maar omdat de fouilleringen in januari nog altijd door schijnen te gaan, keren zes van de zeven vastzittende verdachten uit protest aan het begin van bijna elke procesdag direct terug naar hun cel. Abdeslam zou bovendien recentelijk door een agent geslagen zijn. Hij liet vorige week weten in zijn cel te blijven tot en met de uitspraak, die pas over een half jaar wordt verwacht.
Hiermee is het kleine beetje hoop op werkelijke waarheidsvinding dat sommige slachtoffers nog koesterden ook vervlogen. Voor hen kan het nog erger worden: de advocaat van Abdeslam zegt vanwege de aanhoudende fouilleringen mogelijk gronden te zien voor cassatie. Als die gegrond worden verklaard, zou het proces in z’n geheel over moeten.
Verminkte lichamen
Voorlopig gaat het proces door en is men eindelijk aangekomen bij de inhoudelijke behandeling. Agenten en hulpverleners deden de afgelopen weken, soms in tranen, tot in het indringendste detail verslag van wat ze aantroffen op die 22ste maart 2016, in het puin van luchthaven Zaventem en metrostation Maalbeek. Er passeerden foto’s van verminkte lichamen, opnames van gillende mensen, beelden van materialen waar dodelijke bommen mee werden gefabriceerd. Zo komt er inmiddels vrijwel dagelijks nieuwe informatie over de aanslagen naar buiten.
Sindsdien is er geen jurylid meer afgevallen. De twaalf effectieve en negentien reserveleden worden met elke procesdag dieper het dossier in gesleept. Het is bekend dat een hof van assisen een steeds grotere betrokkenheid toont naarmate een zaak vordert. Dat zag je vorige week ook aan de vragen die zij stelden aan de getuigen: iedere steen wordt in dit onderzoek omgedraaid.
De komende weken wordt de rol van alle verdachten verder inhoudelijk toegelicht, door de onderzoeksrechters, getuigen en advocaten.