Eén van de vier mannen die zijn opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de dodelijke explosie aan de Haagse Tarwekamp, is de ex-partner van de eigenaar van de bruidszaak. Dat meldt het AD woensdagochtend. De krant noemt de 33-jarige Rotterdammer „mogelijk de opdrachtgever” van de ontploffing en schrijft dat politiebronnen er rekening mee houden dat hij de aanslag uit wraakzucht instigeerde.
Dinsdagavond meldde de Volkskrantdat de 33-jarige verdachte vier weken voor de aanslag heeft geprobeerd dezelfde witte Range Rover te verkopen als de eigenaar van de bruidszaak. Toen was nog niet bekend hoe de verdachte en de eigenaar zich tot elkaar verhouden.
Het AD schrijft dat de Rotterdammer de drie andere verdachten „al dan niet direct” zou hebben benaderd „om de klus te klaren”. Twee van hen wonen in Roosendaal, waar de van oorsprong Afghaanse ex-partner van de eigenaar ook is opgegroeid. De vierde verdachte komt uit Oosterhout, niet ver bij Roosendaal vandaan. Volgens „bekenden” die het AD opvoert zijn de verdachten uit Roosendaal neven van elkaar.
Uit de hand gelopen
Inmiddels heeft het er alle schijn van dat het nooit de bedoeling is geweest om zoveel schade aan te richten aan de Tarwekamp. Negentien huishoudens kunnen sinds vorige week zaterdag niet meer thuis verblijven. Een achtjarig jongetje verloor in één klap zijn ouders en zus. Het is nog onduidelijk hoe de vermeende wraakactie zo uit de hand kon lopen. De kans bestaat dat het de aanslagplegers aan kennis en kunde ontbrak, hoewel ze alle drie wel voor uiteenlopende misdrijven zijn veroordeeld, aldus het AD.
Wat verder opvalt is dat de politie de twee verdachten uit Roosendaal bijna een week voor de aanslag ’s nachts op een parkeerterrein in Oosterhout heeft aangehouden in een busje met jerrycans, fakkels en cobra’s. De politie vermoedde toen al dat ze bezig waren met de voorbereidingen voor een misdrijf. Ze zijn verhoord en weer vrijgelaten. Tussen het puin aan de Tarwekamp is in ieder geval één jerrycan gevonden.
Aandacht voor bruidszaak
Over de toedracht van de explosie, die aan zes mensen het leven heeft gekost, bestaat nog altijd veel onduidelijkheid. Hobbyisten en verschillende nieuwsmedia besteedden in een zoektocht naar antwoorden uitgebreid aandacht aan de bruidszaak die het epicentrum was van de ontploffing. Omroep West sprak van een „schimmige historie”, omdat de bruidsmodezaken meermaals in- en uitgeschreven is bij de Kamer van Koophandel en verschillende eigenaren heeft gehad. Ook De Telegraaf ging uitgebreid in op ‘verdachte’ elementen van de winkel, waarna de familie de media opriep de eigenaar met rust te laten.
De politie uitte vorige week dinsdag al het vermoeden dat de bruidszaak het doelwit van de explosie. De eigenaar woont volgens het ADinmiddels op een beschermde locatie, en ook de wijk van haar familie zou „verscherpt veiligheidsgebied” zijn.
Op de kerstmarkt van Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn zijn zelfstandig ondernemers dit jaar niet meer welkom. Op het teamuitje evenmin. Ook een kerstpakket krijgen ze niet. „Een aantal jaar geleden was dat nog wel zo”, zegt hr-manager Astrid van den Eikhof. „Maar door de regels van de Belastingdienst doen we dat nu niet meer. Als je ondernemer wil zijn, weet je dat je die extra’s niet krijgt.”
Het gaat om de regels voor schijnzelfstandigheid. Die bestaan eigenlijk al negen jaar, maar werden niet gehandhaafd omdat dat te ingewikkeld bleek. Nu de Belastingdienst vanaf 1 januari wel gaat handhaven, zijn werkgevers druk bezig hun samenwerking met zzp’ers tegen het licht te houden. Werkgevers die medewerkers ten onrechte als zelfstandige laten werken waar de wet loondienst voorschrijft, lopen dan risico op naheffingen en boetes. Ook schijnzelfstandigen lopen risico: belastingvoordelen die ze hebben gekregen als zelfstandige zouden ze moeten terugbetalen.
De Belastingdienst maakte woensdag bekend het komende jaar nog geen boetes uit te delen. Eerder zou de Belastingdienst alleen werkgevers ontzien die kunnen aantonen dat ze proberen het aantal schijnzelfstandigen te verminderen. Nu heeft de fiscus besloten geen enkele werkgever te beboeten. Wel zal de Belastingdienst naheffingen vorderen.
De afgelopen jaren nam het aantal zelfstandig ondernemers in Nederland flink toe, registreerde de Kamer van Koophandel: van 875.000 in 2014 naar ruim 1,6 miljoen dit jaar. ABN Amro schatte in recent onderzoek dat zo’n 250.000 zzp’ers als schijnzelfstandige werken. Door iemand ten onrechte als zzp’er te laten werken, betalen werkgevers veel minder premies en belastingen. De medewerker kan veel makkelijker zijn of haar werk verliezen, en is vaak niet verzekerd bij ziekte. Vaak genoemde redenen om voor het zelfstandig ondernemerschap te kiezen zijn meer flexibiliteit en een hoger maandbedrag op de bankrekening, hoewel het verschil doorgaans niet zo groot is als daar belastingen, pensioen en verzekeringen af zijn getrokken.
De Belastingdienst baseert zich bij de aanpak van schijnzelfstandigheid onder meer op jurisprudentie zoals het Deliveroo-arrest. Vorig jaar oordeelde de Hoge Raad dat bezorgers van bezorgplatform Deliveroo ten onrechte als zzp’er werkten. Als je onder ‘gezag’ van een werkgever werkt, dan ben je werknemer en geen zelfstandig ondernemer, oordeelde de hoogste rechter.
Hoe bereiden werkgevers in uiteenlopende sectoren zich voor op de nieuwe situatie? NRC maakte een rondgang langs werkgevers en brancheorganisaties in de zorg, de bouw, kinderopvang, onderwijs en media; bedrijfstakken waar schijnzelfstandigheid vaak voorkomt.
Zorgsector
„We hebben bij onze inventarisatie gezien dat het volgens de regels van de Belastingdienst niet meer mogelijk is zorgpersoneel in te huren als zzp’er”, zegt Astrid van den Eikhof, die de personeelszaken van Gelre Ziekenhuizen behartigt. De onder zelfstandigen populaire functie van verpleegkundige is volledig ingebed in haar organisatie. Verpleegkundigen draaien mee in roosters en maken gebruik van de middelen van de werkgever, zoals werkkleding. In zulke gevallen is volgens de Belastingdienst sprake van werknemerschap.
Sinds de zomer heeft Gelre het aantal zelfstandigen teruggebracht van zestig naar dertig, tegenover ruim drieduizend werknemers in loondienst. Het ziekenhuis gaat vanaf januari zorgverleners die niet in dienst willen komen via detacheringsbureaus inhuren. „Dat is een manier voor de mensen die graag flexibel willen zijn, om toch voor ons te kunnen werken”, zegt de hr-manager.
Daarnaast probeert het ziekenhuis zzp’ers te verleiden in dienst te komen. Tot dusver willen de meesten dat nog niet. Ze denken dat het ziekenhuis vanwege een tekort aan personeel toch wel freelancers zal willen inhuren. Van den Eikhof: „We zullen misschien voor de keuze komen te staan toch een zzp’er in te huren als we het rooster niet rond krijgen. Alleen als het echt nodig is, zullen we dat risico nemen. Het belangrijkste is voor ons dat we continuïteit van zorg kunnen leveren.”
Onderwijs
Grofweg de helft van de zzp’ers met wie de Amsterdamse scholenkoepel AMOS werkt, wil wel in dienst komen, zegt bestuurder Arie van Loon. Maar net als in de zorg hebben de scholen concurrentie van uitzendbureaus en detacheerders die zzp’ers beloven dat ze hun werk met dezelfde vrijheid en flexibiliteit kunnen blijven doen. Die wens leeft met name bij jongere leerkrachten.
„Maar er is een tussenvorm”, zegt Dave Ensberg-Kleijkers, bestuurder bij onderwijskoepel Zonova. „Daarbij zijn de leerkrachten formeel in dienst van schoolbesturen, maar hebben ze de flexibiliteit van iemand die invaller is”, zegt hij. Leerkrachten werken dan vanuit een gezamenlijke invalpoule van de scholen. „We willen voorkomen dat belastinggeld naar bureaus met een winstoogmerk gaat, terwijl dat eigenlijk gewoon voor het onderwijs bedoeld is.”
Het gaat ons helpen meer mensen in loondienst te krijgen, en dat is goed voor het teamgevoel op scholen
Ensberg-Kleijkers en Van Loon zijn positief over de aanpak van schijnzelfstandigheid. „Het gaat ons helpen meer mensen in loondienst te krijgen, en dat is goed voor het teamgevoel op scholen”, zegt Van Loon. „Je kan meerjarig bouwen. Vergelijk het met een voetbalteam dat langer samenspeelt, dan ga je automatismen inslijpen. Dat is in het onderwijs net zo.”
Kinderopvang
Kinderopvangorganisatie Kinderrijk, met veertig locaties in Amstelveen en Amsterdam, voerde afgelopen jaar campagne om zzp’ers over te halen in dienst te komen. „We hebben hen onder andere persoonlijk benaderd met een filmpje met vrolijke pedagogisch medewerkers”, zegt bestuurder Margreet Hellemons.
Kinderrijk heeft nu zo’n veertig tot vijftig zelfstandigen aan het werk, naast zeshonderd werknemers in loondienst. De oogst van de campagne is tot dusverre mager: vijf zelfstandigen kwamen in dienst; de rest is terughoudend. Hellemons: „Ze zeggen liever zzp’er te blijven omdat ze dan maandelijks een hoger bedrag op hun rekening ontvangen. Maar als je daar belastingen, pensioenen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering van aftrekt, verschilt dat bedrag helemaal niet zo.”
Sommige zzp’ers wachten januari af, zegt de bestuurder. Ze zien het probleem nog niet, want ze worden in december nog wel ingeroosterd. „Daardoor voelt het misschien nog niet urgent.” Toch stopt Kinderrijk in januari met zelfstandige pedagogisch medewerkers inhuren. „Hopelijk komen zzp’ers toch bij ons in dienst als ze merken dat we ze echt niet meer inhuren.”
Bouw
In de bouw communiceren ondernemers „heel stellig” dat ze vanaf 1 januari niet meer met zelfstandigen samenwerken die volgens de kaders van de Belastingdienst in vaste dienst zouden moeten zijn. Dat adviseert althans Riek Siertsema, voorzitter van de Aannemersfederatie Nederland, aan haar achterban.
Het aantal zzp’ers in de bouw is de afgelopen tien jaar verdubbeld, naar meer dan 230.000. Siertsema vindt dat de verhouding tussen vast en flexibel werk is scheefgegroeid en heeft daarom ‘operatie waterpas’ opgetuigd om de boel weer in balans te brengen. „Ik denk dat we met z’n allen een beetje wakker zijn geworden”, zegt Siertsema, die de afgelopen maanden uitgebreid overleg voerde met werkgevers, werknemers, de Belastingdienst en andere betrokkenen.
De volgende stap is ook met intermediairs in gesprek te gaan over de voorwaarden waaronder iemand als zelfstandige werkt. Want net als in andere sectoren zeggen deze bemiddelaars in de bouw een uitkomst te bieden voor zelfstandigen die niet in dienst willen.
Payrollers, uitzenders en detacheerders willen zzp’ers wel op dezelfde manier laten werken als nu. „Dat is eigenlijk geen oplossing”, stelt Siertsema. „Want je bent als inlener verantwoordelijk voor wat er op je eigen bouwplaats rondloopt. Dus je moet toch controleren wat voor contract is afgesloten met diegene die voor jou werkt.”
Media
Niet overal haastten werkgevers zich om zzp’ers in vaste dienst te nemen. Paul Passchier, secretaris sociale zaken van de Mediafederatie, spreekt van een „paniekreactie” in andere sectoren. Volgens de vertegenwoordiger van uitgeverijbedrijven als DPG en Mediahuis is het voor werkgevers in de sector niet nodig massaal afscheid te nemen van zelfstandigen. Hun opdracht beter formuleren kan al helpen, zegt hij: „Als iemand twee dagen per week als freelance redacteur voor je werkt, moet je misschien zeggen: jij werkt mee aan tien uitgaves per jaar.”
Voor uitgeverijen en mediabedrijven zullen onder andere de uurtarieven van zzp’ers de komende tijd onderwerp van gesprek worden, verwacht Passchier. Als een werkgever met zzp’ers doorgaat, betekent dit dat hij wellicht hogere uurtarieven moet betalen. Het zou daarom goed kunnen, denkt Passchier, dat voor uitgeverijen de kosten in het nieuwe jaar oplopen.
Zelf laat de Belastingdienst de verantwoordelijkheid om het aantal schijnzelfstandigen in te perken nog even liggen. In september maakte – de inmiddels opgestapte – staatssecretaris Folkert Idsinga (Financiën, NSC) bekend volgend jaar met zzp’ers te blijven werken. De overheid zegt de afhandeling van het Toeslagenschandaal niet in gevaar te willen brengen. In theorie zou de Belastingdienst zichzelf dus een waarschuwing kunnen geven voor het overtreden van de wet.
Bouwvoorvrouw Siertsema verwacht coulance van de fiscus: „De Belastingdienst snapt ook wel dat niet alles op 1 januari strak geregeld kan zijn. Maar je moet wel laten zien dat je ermee aan de slag bent – en dat zijn we.”
Opnieuw heeft zich een grote stoet mensen verzameld in de rechtbank. De locatie dit keer: Utrecht. Advocaat Pim Fischer staat daar deze woensdag voor de derde keer in twee weken een groep ongedocumenteerden bij. Honderdvijf om precies te zijn. De reden: minister Marjolein Faber (PVV) stopt per 1 januari de subsidie voor de noodopvang voor ongedocumenteerde daklozen, de bed-bad-broodregeling, formeel de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV). Rechter Van Weel buigt zich deze zitting over de vraag of de minister de LVV in Utrecht mag sluiten.
Nee, vindt advocaat Fischer. De deelnemers van de LVV zouden geen motivering hebben gekregen van minister Faber toen zij hoorden dat zij per 1 januari op straat komen te staan. Ook zou zij überhaupt geen motivering hebben gegeven voor het besluit met de opvang te stoppen. Dat mag volgens hem niet. Belangrijker: volgens Europees recht is er een zorgplicht. De Nederlandse overheid is verplicht om basale opvang te bieden, ook aan mensen zonder verblijfspapieren. De bed-bad-broodregeling is daarom volgens hem geen goeddoenerij, maar noodzakelijk.
Zorgplicht
„Bent u het eens met het bestaan van een zorgplicht voor ongedocumenteerden?”, vraagt de rechter aan de ambtenaren van de gemeente Utrecht, die de minister vertegenwoordigen. Dat zijn ze, maar ook zonder bed-bad-broodregeling wordt volgens hen aan die plicht voldaan. Er is namelijk een vrijheidsbeperkende locatie (vbl) voor mensen die willen meewerken aan terugkeer naar hun land van herkomst.
Kán iedereen wel terug, vraagt de rechter. Zeker, zeggen de Utrechtse ambtenaren namens de minister. „Als je terug wil keren, kun je gewoon terug”, klinkt het. Fischer valt hen boos in de rede: „Het is overduidelijk dat dit niet kan. Deze mensen zijn geen speelbal.” Om terug te keren is medewerking van het land van herkomst noodzakelijk. Ook moet de identiteit van de ‘terugkeerder’ officieel vastgesteld zijn. Dat is voor lang niet iedereen in de LVV het geval.
De rechter twijfelt ook of alle ongedocumenteerden die op straat komen in de vbl terecht kunnen. In de voorwaarden las ze dat die alleen toegankelijk is voor mensen die terug willen én kunnen naar het land van herkomst. Ze vraagt: „Is er geen zorgplicht voor de rest?”
De ambtenaren weten het niet precies. „Heel lastig voor ons om namens de minister te redeneren.”
In allerlei steden stappen ongedocumenteerden, bijgestaan door advocaat Fischer, naar de voorzieningenrechter. Het moet snel: immers, de opvang sluit per 1 januari. Twee weken geleden stond een groep van 25 in Rotterdam voor de rechter. Eindhoven was maandag aan de beurt, Utrecht op woensdag en Amsterdam volgt volgende week, op kerstavond. De uitspraak in Rotterdam wordt donderdag verwacht. De eis is overal hetzelfde: de minister mag de opvang voor ongedocumenteerden niet sluiten.
Mailwisseling
Naast het argument dat lang niet iedereen aan de voorwaarden van de vbl voldoet, zit die opvang vol, zo betoogt Fischer. Hij heeft een mailwisseling van de gemeente Utrecht met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in bezit. Daarin zegt het COA duidelijk: er is geen plek in de vbl. Die mailwisseling heeft Fischer doorgestuurd naar de rechter. De ambtenaren zeggen dat de minister daar anders over denkt. Er zijn wel degelijk genoeg plekken, en als die er niet zijn, regelt zij die wel. De rechter gaat over het geheel „heel hard nadenken”. De uitkomst daarvan volgt uiterlijk 27 december.
„Geen speld tussen te krijgen”, zegt Jelle Goezinnen, juridisch medewerker van de stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht (SNDVU) na afloop van de zitting. „En geen motivering, én geen plek in de vbl. Dit komt goed.” Hij begeleidt een lange stoet van zo’n honderd ongedocumenteerden naar de uitgang van de rechtbank.
Lees ook
De bed-bad-broodregeling stopt, ongedocumenteerden in Rotterdam dagen de gemeente: ‘Je kan niet opeens eenzijdig afspraken opzeggen’, zegt hun advocaa
Timmerman Laurent (56) was een beetje vergeten wat er gebeurd was in Mazan. „Toen het in 2020 uitkwam, hoorde ik wel eens iets over een vrouw hier vlakbij die gedrogeerd en verkracht was door haar man, maar niet veel meer dan dat.” Zodra de rechtszaak begin september begon, kreeg Laurent wel iets mee via de radio. „Maar ik had er niet bijzonder veel interesse in. Zoals dat gaat met nieuws – je luistert tijdens de lunch met een half oor.”
Toen hij zich voor dit interview ging inlezen, drong de ernst door. „De hoeveelheid verdachten vind ik choquerend: meer dan vijftig mannen. En natuurlijk het hoe: er moet iets goed mis met je zijn als je je eigen vrouw op internet aanbiedt. Toen dacht ik: wow, er zitten een hoop vreemde types hier in de buurt. En die man die dit heeft opgezet is space, helemaal gestoord.”
Laurent draagt een petje van een rugbyvereniging, heeft verfvlekken op zijn kleding en wil zijn achternaam en woonplaats, net als andere bronnen, niet in de krant. Het onderwerp is te gevoelig. Hij heeft het over de 51 mannen die momenteel terechtstaan in de rechtszaak die ‘de verkrachtingen van Mazan’ is gaan heten en het land al maanden in zijn greep houdt. Donderdagochtend komt de uitspraak.
92 keer verkracht
De zaak draait om de 72-jarige Gisèle Pelicot uit het Zuid-Franse Mazan, een plaats vlakbij Avignon. Tussen 2011 en 2020 is Pelicot tientallen keren gedrogeerd door haar inmiddels ex-man Dominique Pelicot (72), die haar vervolgens verkrachtte een liet verkrachten door tientallen mannen die hij op een obscure datingsite ontmoette – meestal in hun eigen slaapkamer. Gisèle Pelicot had geen idee, tot de politie in 2020 bij toeval video’s ontdekte van de verkrachtingen. Haar bewusteloze lichaam bleek zeker 92 keer door onbekenden te zijn verkracht en nog veel vaker door haar eigen man. Dominique Pelicot, die alles heeft bekend, legde zijn daden zelf vast.
Met die beelden kon de politie een lijst van 83 mannen maken die contact hadden met Dominique Pelicot over het verkrachten van zijn vrouw of anderen. Vijftig van hen staan sinds september samen met Dominique Pelicot terecht in de rechtbank van Avignon. Het zijn mannen met allerlei achtergronden en beroepen. De jongste was 22 ten tijde van de feiten, de oudste 67. De meeste ontkennen schuldig te zijn aan verkrachting of zeggen dat ze door Dominique Pelicot onder druk gezet werden. Eind november eiste het Openbaar Ministerie celstraffen van vier tot twintig jaar – waarvan de zwaarste straf voor Dominique Pelicot.
Lees ook
Gisèle Pelicot veranderde van slachtoffer in feministisch icoon
Iedere man in de regio heeft over de ‘verkrachtingen van Mazan’ gehoord. De zaak wordt dan ook door alle Franse media tot in detail verslagen – wat mogelijk is doordat Gisèle Pelicot er niet voor koos de zaak achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. In Avignon is het proces zeer aanwezig in de publieke ruimte. Aan de middeleeuwse stadsmuur tegenover de rechtbank hangt een groot hart met Gisèle’s naam. Elders hangen handgeschreven brieven waarin Fransen steun aan haar uitspreken. Op gebouwen door de hele stad zijn papieren geplakt met citaten uit de rechtszaak, zoals: „Ik verkrachtte met tegenzin.”
„Sinds september zien we iedere ochtend politiebussen vol verdachten naar de rechtbank rijden”, zegt François Dupont (50) in de Avignonse tabac waar hij werkt – hij houdt een half oog gericht op de tv waarop een voetbalwedstrijd van Olympique Marseille wordt uitgezonden. „Dus natuurlijk is het een thema waarover we hier praten.”
De fors gebouwde studenten Nicolas (19, rechten) en Guillaume (19, accountancy) vertellen op een verder leeg terras in hartje Avignon dat hun vrouwelijke amies wel eens beginnen over de zaak. „Dan hebben we het erover dat het zo bizar is dat dit zo dichtbij is gebeurd”, zegt Guillaume. „Ik heb zelfs vrienden die in Mazan wonen.”
Maar veel verder dan uitspreken hoe verschrikkelijk de gebeurtenissen zijn en hoe absurd dichtbij deze plaatsvonden, komt het niet. Laurent – die laatst ontdekte dat hij een verdachte kent: hij werkt ook in de bouw en ze barbecueden eens samen – merkt dat zijn vrienden überhaupt niet over de zaak willen praten. „Op de bouwplaats praten we veel over het nieuws, maar deze zaak komt nooit ter sprake. Het lijkt taboe.” Hij heeft vrienden en collega’s gevraagd of zij ook over het thema geïnterviewd wilden worden. „Iedereen zei nee. Zo’n resolute nee waaruit je begrijpt dat je niet moet doorvragen.”
‘Masculiene dominantie’
Een groep van tweehonderd bekende Franse mannen nam een andere toon aan: zij ondertekenden een opiniestuk in de linkse krant Libération waarin staat dat de zaak-Pelicot laat zien dat er sprake is van „masculiene dominantie” in Frankrijk en dat „mannelijk geweld geen kwestie is van monsters, maar een kwestie (…) van alledaagse mannen”. Ze roepen alle mannen op hun eigen gedrag te onderzoeken, aan zichzelf te werken en beter naar vrouwen te luisteren. Dit omdat „alle mannen (…) profiteren van een systeem waarin vrouwen worden gedomineerd”.
Maar de zaak lijkt de gemiddelde Fransman nog niet tot dergelijke introspectie te leiden. „Deze zaak verandert helemaal niets”, zegt Dupont met zijn armen over elkaar. „Niet in de manier waarop wij leven, waarop wij praten, waarop wij ons gedragen.” Laurent zegt dat hij na #MeToo in 2017 een verandering merkte: „Ik zeg sindsdien wel honderd keer sorry als ik een vrouwelijke medewerker per ongeluk aanraak, en bepaalde racistische of seksistische grappen die in de jaren 90 oké waren, maak ik niet meer. Maar ik heb niet de indruk dat ik ook uit deze zaak conclusies moet trekken over mijn gedrag.”
Lees ook
‘Verkrachtingszaak Pelicot is buitengewoon én banaal en gaat daarom de geschiedenisboeken in’
Studenten Nicolas en Guillaume merken ook geen verandering in hun vriendengroep en zien naar eigen zeggen sowieso nooit problematisch gedrag. Guillaume: „Onze vrienden maken geen ordinaire grappen.” Alleen de gepensioneerde vakbondsman Hamid Benahmed (67) zegt tijdens een feministische demonstratie in Avignon dat hij zijn vrienden wel eens aanspreekt op seksistische grappen. Voor hem laat de zaak-Pelicot andermaal zien dat dat nodig is. „Ik vind het belangrijk om mensen aan te spreken die niet per se zelf dader zijn, maar wel op een bepaalde manier verantwoordelijkheid dragen”, zegt hij terwijl zijn mededemonstranten yellen: „We zijn feministisch en radicaal”.
‘Niets mee te maken’
Veel mannen vinden de zaak-Pelicot zo absurd dat ze denken dat deze niets over hén zegt. „Ik heb absoluut niet zulke neigingen”, zegt Laurent. Ook Guillaume en Nicolas zeggen meteen zich er niets bij te kunnen voorstellen. Duponts baas Lionel Pichon (58) – een brede man in Hawaii-shirt – voelt zich als homoseksuele man überhaupt niet aangesproken. „Natuurlijk hebben mensen verschillende seksuele voorkeuren, maar een slapende vrouw collectief verkrachten is iets vreselijks en we moeten niet doen alsof dat iets is wat normale mensen doen.”
Alle mannen die NRC spreekt, vinden het dan ook problematisch dat in het stuk in Libération en in tal van andere artikelen staat dat de verdachten in de zaak-Mazan ‘gewone mannen’ zijn – woorden die ook in NRCzijn gebruikt. „Deze mannen zijn monsters, je kunt op basis van deze zaak niet zeggen dat je alle mannen moet wantrouwen”, vindt Dupont. „Als je dit banaliseert, gaan sommige mensen misschien zelfs denken dat het normaal is om dit te doen”, vreest Guillaume.
Nicolas is bang dat dit discours kan leiden tot „een soort haat”. „Je creëert twee kampen: mannen en vrouwen. ” De student merkt deze tweedeling nu al in sommige gesprekken met vriendinnen. „Dan wordt gezegd: jij bent geen vrouw, jij kunt het toch niet begrijpen, jij hebt geen recht om te spreken. Het is niet gemeen bedoeld, maar onbewust sluit je je dan toch af en ga je een volgende keer dat gesprek niet aan.”
Seksuologe Sylvie Parenthoën ziet in haar Avignonse praktijk ook mannen die moeite hebben met het discours dat alle mannen een bepaalde verantwoordelijkheid dragen. „Bij sommige cliënten is de angst ontstaan dat ze zelf ook zulke vreselijke dingen kunnen doen”, zegt ze terwijl ze aan een muntthee nipt in een café. „Ik heb ook een cliënt die geen seks meer durft te hebben met vrouwen, omdat hij bij iedere aanraking bang is haar pijn te doen.”
Lees ook
Verkrachtingsslachtoffer Gisèle Pelicot (71) weigert zich te verbergen
„Ik zeg dan: u heeft zaken waar u aan kunt werken, maar u bent niet zoals deze mannen. Deze verdachten zien er fysiek misschien normaal uit, maar ze zijn niet normaal.” Het zijn mensen die pathologisch ziek zijn, ze lijden aan perversie of sociopathie, zegt Parenthoën. „Het viel me ook op dat geen van de verdachten in therapie is. Een ‘normale man’, of vrouw, kan problematische gedachten of impulsen hebben, maar daarna corrigeer je jezelf of ga je aan jezelf werken. Om die impulsen daadwerkelijk in praktijk te brengen, moet er meer mis zijn.”
Maatschappelijke veranderingen
Nu het proces op zijn einde loopt, vraagt Frankrijk zich af in hoeverre deze monsterzaak de maatschappij in bredere zin gaat beïnvloeden. Er zijn al meerdere concrete veranderingen: de regering heeft aangekondigd dat er een campagne over drogering komt, meer blijf-van-mijn-lijfhuizen en meer geld voor een hulplijn voor slachtoffers van geweld. De hoop is ook dat artsen in toekomstige gevallen beter onderzoek zullen doen bij klachten vergelijkbaar met die van Gisèle Pelicot. Zij bezocht al jaren artsen met klachten als geheugenverlies, moeheid en ontstekingen aan haar baarmoederhals, maar niemand legde de link met mogelijke drogeringen en verkrachtingen.
Seksuologe Parenthoën kon de zaak-Pelicot de afgelopen maanden meermaals inzetten als handvat. „Er was bijvoorbeeld een cliënt die zei: ik heb iemand verkracht maar ik deed het niet expres. Toen kon ik naar de zaak verwijzen en zeggen: dat zeggen sommige van deze mannen ook. Maar een verkrachting is altijd opzettelijk. Daarop heeft hij voor het eerst erkend dat hij iemand heeft verkracht. In het kader van zijn therapie was dat heel belangrijk.”
Ook wendt ze de zaak soms aan om slachtoffers van seksueel geweld te helpen. „Een cliënte wilde niet als slachtoffer gezien worden, omdat ze dacht dat ze dan zwak zou zijn. Toen zei ik: vind je madame Pelicot ook zwak? Zij is slachtoffer én heeft een enorme kracht.”
Dat de zaak-Pelicot iets in gang heeft gezet, is wel duidelijk. Maar of er sprake is van de historische omwenteling waar progressief Frankrijk om vraagt, valt nog te bezien. Timmerman Laurent trekt wel wat lessen uit de zaak, zegt hij terwijl hij een Ferrero Rocher uit de verpakking haalt. „Ik ben geschrokken van wat er op internet gebeurt en ik hoop dat de politie harder gaat optreden tegen websites waar dit soort voorstellen geplaatst kunnen worden. En ik heb geleerd dat je je naasten niet altijd zomaar kunt vertrouwen.”
Rechtenstudent Nicolas zegt aan het einde van het gesprek voorzichtig tegen zijn vriend Guillaume dat hij vindt „dat we hier vaker over zouden moeten praten, gewoon bij het eten of zo”. Guillaume steekt een sigaretje op en knikt.
Lees ook
Laat de schaamte nu maar eens echt van kant wisselen