Veel verschil in doorverwijzen baby’s naar kinderarts

Geboortezorg Elk ziekenhuis heeft zijn eigen protocol om te bepalen of een pasgeboren baby gezien moet worden door een kinderarts, blijkt uit promotieonderzoek.


Foto Tom Grill/Blend Images

Moet een pasgeboren baby gezien worden door een kinderarts? De protocollen waarop artsen die beslissing baseren, verschillen in Nederland van ziekenhuis tot ziekenhuis. In sommige ziekenhuizen worden baby’s bijvoorbeeld pas doorverwezen als ze minder wegen dan 2.000 gram. In andere ziekenhuizen geldt 2.500 gram als ondergrens.


Lees ook het interview met Bahareh Goodarzi: ‘De geboortezorg is een fabriek geworden’

Dat concludeert verloskundige Bahareh Goodarzi in haar proefschrift. Goodarzi promoveert op 10 februari bij het Amsterdam UMC op risicoselectie in de geboortezorg. „Afhankelijk van waar je woont, wordt je pasfgeboren kind dus wel of niet naar een kinderarts verwezen”, zegt Goodarzi. „Dat is van de zotte: je verwacht overal de beste zorg, op basis van wetenschappelijk bewijs.”

Verschillende indicaties

Uit eerdere onderzoeken was al bekend dat er grote verschillen zijn in aantallen verwijzingen naar kinderartsen. In sommige ziekenhuizen wordt maar 5 procent van de baby’s doorverwezen naar een kinderarts, in andere wel 62 procent. In de ziekenhuizen die vaker doorverwijzen zijn de uitkomsten niet beter: er sterven niet minder baby’s en de baby’s worden ook niet minder ziek. Dat suggereert dat baby’s in sommige ziekenhuizen te veel zorg krijgen, en in andere te weinig, schrijft Goodarzi.

Goodarzi en haar collega’s vroegen Nederlandse ziekenhuizen om protocollen te delen voor verschillende indicaties: baby’s met een zeer hoog of laag geboortegewicht, baby’s die gepoept hebben in het vruchtwater, en baby’s die geboren zijn met een tangverlossing, vacuümverlossing, of keizersnede. Meer dan de helft van de aangeschreven ziekenhuizen deed mee: 88 afdelingen verloskunde en kindergeneeskunde stuurden samen 420 protocollen in.

In de ziekenhuizen die vaker doorverwijzen zijn de uitkomsten niet beter

In het oosten van Nederland ligt de lat om een baby door te verwijzen doorgaans hoger. Zelfs binnen één ziekenhuis waren soms verschillende protocollen in omloop. In één ziekenhuis schreef het keizersnedeprotocol van gynaecologen voor dat alleen kinderen met een niet-optimale gezondheid moeten worden doorverwezen. Het protocol dat kinderartsen gebruikten, schreef juist voor dat álle kinderen na een keizersnede door hen gezien moesten worden.

Waar komen die verschillen vandaan? Goodarzi: „Dat heb ik niet uitgezocht, maar het kan echt aan allerlei dingen liggen. Het ontbreken van wetenschappelijk onderzoek, historische verschillen in visie, afspraken die mensen in het verleden hebben gemaakt.”

Goodarzi: „Mijn belangrijkste aanbeveling is om afspraken te maken op basis van bewijs, en niet op consensus. En als er wetenschappelijk echt niets bekend is over wat het beste is, moet je consensus landelijk organiseren, niet regionaal.”

Interview Bahareh Goodarzi 12-13