Veel meer werk maar niet meer geld: huisartsen zijn het zat

Roelien Vossers is huisarts in Haarlem-Noord, haar praktijk is gevestigd in een houten noodgebouw. Al vijf jaar. Intensieve gesprekken met de gemeente leveren niks op: een betaalbaar pand in het gebied is niet te vinden. Geen wonder dat steeds minder huisartsen een praktijk willen runnen, concludeert actiegroep De Bevlogen Huisartsen waarvan Vossers één van de oprichters is. Die functie is de laatste jaren zo onaantrekkelijk geworden, aldus de stichting, dat jonge dokters liever in loondienst gaan, of zich als zzp’er laten inhuren.

De actiegroep spande dit jaar een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De eis: „reële vergoedingen voor de huisartsenzorg”. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) sloten zich bij de zaak aan. Donderdag doet het College van Beroep uitspraak. Naar schatting leggen honderden huisartsen in de ochtend tussen tien en elf uur hun werk neer om de zitting online te kunnen volgen. Hun praktijken zijn alleen open voor spoedgevallen. Vier vragen over deze actie.

1. Waarom deze zaak?

De Nederlandse Zorgautoriteit stelt de tarieven vast voor de huisartsenzorg. De organisatie berekent op basis van kostenonderzoek (personeel, huisvesting) de hoogte van de vergoedingen die huisartsen ontvangen voor een patiëntenconsult.

De tarieven voor dit jaar en komend jaar zijn gebaseerd op onderzoek dat acht jaar geleden plaatsvond, in 2015. Ze zijn sindsdien alleen geïndexeerd. Daar komt de actiegroep tegen in verweer.

De huisartsenpraktijk is namelijk zodanig veranderd, stelt de groep, en de huisvestingskosten zijn zo sterk gestegen, dat de tarieven niet meer toereikend zijn. Op dit moment voert de NZa een nieuw kostenonderzoek uit, vanaf januari 2025 zijn er nieuwe tarieven. De partijen willen daar niet op wachten. Zij eisen dat vergoedingen tussentijds omhoog gaan. Daar is geen uitgebreid kostenonderzoek voor nodig, vinden zij, openbare bronnen zouden volstaan.

2. Wat is er veranderd in de huisartsenzorg?

Huisartsen hebben er de afgelopen jaren veel taken bij gekregen. Vaak taken die voorheen in het ziekenhuis werden gedaan. Denk aan de zorg voor chronisch zieken, diabetespatiënten, mensen met hart- en vaatziekten.

Ook het feit dat de zorg elders vastloopt, levert de huisarts meer werk op. Dat speelt bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg. Patiënten met (complexe) psychische problemen blijven bij de huisarts terugkeren, zolang elders in de zorg geen plek is.

Huisartsen hebben meer personeel in dienst genomen voor al die extra taken. Maar de huisvesting is niet meegegroeid. Vossers vertelt dat er collega’s zijn die hun boterhammen eten in de ruimte waar de urinemonsters zijn opgeslagen. „Omdat er geen plek is voor een lunchruimte.”

Al die factoren – extra personeel, administratie, extra huisvestingskosten, maar ook vergrijzing, inflatie, complexere (langduriger) patiëntenconsulten – vragen om een hogere vergoeding, aldus de huisartsen.

3. Wat is het gevolg?

Er is een groeiend tekort aan huisartsen die een praktijk willen runnen. Volgens de actiegroep speelt de bekostiging hierin een rol. De club berekende dat Nederland „in 2027 een kantelpunt bereikt”, aldus advocaat Piet Sippens die de actiegroep bijstaat. Dan functioneert de huisartsenzorg zoals we die kennen niet meer, zeggen de eisers, omdat er naar verhouding te weinig praktijkhouders zijn ten opzichte van het aantal huisartsen dat wil waarnemen. Huisarts Vossers: „Nederland heeft een uniek systeem, waarbij huisartsen een vaste groep patiënten zien. Door die continuïteit is de zorg beter en zijn de kosten lager. Dat dreigt in elkaar te storten als praktijkhouders hun werk niet goed kunnen doen.”

4. Wat zegt de NZa?

De NZa zegt dat de organisatie tarieven goed moet kunnen onderbouwen. Dat kan alleen op basis van een „volledig kostenonderzoek”. Omdat het „als gevolg van de invloed van Covid-19 op de huisartsenzorg” niet mogelijk was een representatief onderzoek uit te voeren over 2020 en 2021, is 2022 als onderzoeksjaar gekozen. In 2025 zijn er dan nieuwe tarieven.

Een versneld kostenonderzoek was eerder niet nodig, vindt de NZa. Uit cijfers van het CBS zou blijken dat de winst van praktijkhoudende huisartsen „(fors) is toegenomen” tussen 2015 en 2020. Dat zou een indicatie zijn, stelt de NZa, dat de tarieven gemiddeld genomen dekkend zijn.


Lees ook
Tien keer bellen om een huisarts te vinden en dan nog nul op rekest

Tien keer bellen om een huisarts te vinden – en dan nog steeds nul op het rekest krijgen


Leeslijst