Veel bedrijven zien nu pas echt hoe vervuilend ze zijn

Door nieuwe regels leren veel bedrijven nu pas echt welke CO2-uitstoot ze veroorzaken. Intussen kan iedereen over de vervuiling van bedrijven lezen, maar dat begrijpen is zo makkelijk nog niet.


Animatie Mart Veldhuis

Wie het nieuwste jaarverslag van Heineken openslaat, ziet dat het bedrijf vorig jaar 242,6 miljoen hectoliter bier verkocht en 2,3 miljard euro winst maakte. Maar óók dat het bedrijf verantwoordelijk was voor 15,3 miljoen ton uitstoot aan broeikasgassen. En dat de biergigant 86 miljoen kubieke meter water gebruikte.

Verantwoording moeten afleggen over uitstoot en vervuiling náást winst en omzet: lang was het een droom van milieubewegingen, maar nu staan de cijfers bij veel grote bedrijven ook echt naast elkaar in het jaarverslag.

Cijfers over vervuiling verschenen dit jaar in veel jaarverslagen in aanloop naar nieuwe accountingregels uit Europa die vanaf volgend jaar gaan gelden voor grote, beursgenoteerde bedrijven. Kort samengevat moeten bedrijven daardoor uitgebreid gaan rapporteren over klimaat, milieuschade en thema’s als fatsoenlijke beloning voor arbeiders in ontwikkelingslanden. Veel bedrijven oefenen vast met de nieuwe regels, zo is te zien in de jaarverslagen van grote bedrijven die afgelopen maanden zijn verschenen.

Het is vooral één cijfer dat de aandacht trekt. En bedrijven hebben flink gezwoegd op de berekening ervan. Het is de zogeheten scope 3-CO2-uitstoot. Al jaren melden bedrijven (trots) dalingen van hun scope 1- en 2-uitstoot. Dat gaat over de onderneming zelf, denk aan het energiecontract van het hoofdkantoor. Door de nieuwe wetgeving moeten ze ook nadrukkelijk hun indirecte uitstoot (scope 3) berekenen. Sommige bedrijven rapporteerden er al over, alleen vaak waren dat schattingen.

Deze laatste categorie gaat over de voorkant (toeleveringsketen) en achterkant (de klanten) van een bedrijf. Denk aan de landbouw die nodig is voor vlees, het verven van textiel, het verschepen van spullen uit fabrieken in China, of elektriciteitsverbruik van een wasmachine eenmaal in huis. Elk bedrijf dat zich aan dit cijfer waagt, ziet hetzelfde. Namelijk: het echte probleem zit in deze categorie.

Bij Heineken is de uitstoot in deze categorie twaalf keer zo groot als de directe uitstoot van het bedrijf. Bij bouwbedrijf BAM bleek de uitstoot in deze categorie 37 keer zo groot. En alleen al de scope 3-uitstoot van Shell aan broeikasgassen is vele malen groter dan de voetafdruk van heel Nederland.

Nog niet elk groot bedrijf meldt al de uitstoot uit de laatste categorie. Grootbank ING doet dit bijvoorbeeld nog niet.

Toch zien (en controleren) accountants het cijfer steeds vaker. „Positief aan deze ronde jaarverslagen is dat meer bedrijven zich nu aan scope 3 wagen”, zegt Vera Moll, directeur duurzaamheidsverslaggeving bij KPMG. „Veel bedrijven zien daardoor nu heel concreet dat de meeste klimaatimpact in hun toeleveringsketen zit, en bijna nooit in eigen operaties. Vaak gaat het om meer dan 90 procent.”

Bedrijven moeten door de nieuwe regels hun uitstoot uitsplitsen voor de lezers. Hoe komt het cijfer zo hoog? Bij Heineken is het glas en aluminium om het bier in te verpakken verantwoordelijk voor de meeste uitstoot, gevolgd door de landbouw voor gewassen als gerst. Het bedrijf schrijft via grondstoffenleveranciers met boeren in gesprek te zijn over duurzamere landbouw.

Kritisch kijken

Jaarverslagen zijn openbaar, dus iedereen (denk aan aandeelhouders, activisten en journalisten) kan de cijfers lezen. Dat maakt dat bedrijven die hun scope 3 melden, geneigd zijn om meteen doelen te stellen om het cijfer omlaag te krijgen.

Maar stijgingen en dalingen van uitstoot zijn niet makkelijk te doorgronden voor buitenstaanders. Zo kan de scope 3-uitstoot bijvoorbeeld stijgen terwijl wat een bedrijf doet toch goed is voor de planeet, denk aan een windmolenbouwer die meer windmolens bouwt. Bij bouwbedrijf BAM stijgt de scope 3-uitstoot als het bedrijf oude bedrijfspanden verduurzaamt, omdat het toekomstige elektricteitsverbruik van die panden daarna moet worden meegeteld.

Veel bedrijven melden ook relatieve doelen. Bijvoorbeeld CO2-uitstoot per euro omzet. Maar ook dat is een verraderlijk cijfer, het gaat bijvoorbeeld als vanzelf omlaag door inflatie. En als een supermarkt z’n spullen duurder maakt, daalt de CO2-uitstoot per euro zonder dat er enige milieuwinst is.

Wat ook kan: uitstootcijfers per kilometer. Bedrijven als KLM doen dat graag, want met elk nieuw, zuiniger vliegtuig daalt dat cijfer. „Wat die relatieve cijfers eigenlijk laten zien”, zegt Moll van KPMG, „is een efficiëntieverbetering. Als een bedrijf per euro omzet minder emissies de atmosfeer in stuurt, maar de omzet van dat bedrijf groeit, komen er vaak alsnog meer emissies in de atmosfeer. En dat is geen goede zaak. Dus cijfers over absolute uitstoot zijn uiteindelijk wat telt voor de planeet.”


Lees ook: Weten hoe groen een bank is? Dat vergt nog even geduld

Ook verraderlijk: veranderende meetmethodes. Bedrijven deden in het verleden vaker schattingen over hun uitstoot, en werken nu nauwer samen met hun toeleveranciers om met hardere data berekeningen te doen. Zo meldt Heineken in het laatste jaarverslag dat z’n scope 3-uitstoot afgelopen jaren met 20 procent daalde, maar meldt het (een heel eind verderop in het verslag) dat dit grotendeels door minder verkoop en een veranderende meetmethode komt. „Veranderende meetmethoden zullen we nog wel een tijdje blijven zien”, zegt Wim Bartels, partner bij Deloitte. „Dat fouten worden ontdekt in eerdere metingen, nieuwe categorieën worden toegevoegd om te meten, andere methodes worden gebruikt. Het is extra belangrijk de toelichting te lezen.”

Kortom, lees cijfers over uitstoot altijd met een kritische blik. Bartels: „Je kunt wel kijken naar een cijfer en zeggen: O, de uitstoot is gedaald met 10 procent. Maar waar je naar moet kijken is: wat zit erachter? Zijn ze overgestapt op een nieuwe techniek, is er iets veranderd in de keten? Wat is er echt anders?”

Scope 3 verschijnt in steeds meer jaarverslagen, maar sommige andere vereisten uit de nieuwe accountingregels nog niet. Grote ondernemingen moeten vanaf volgend jaar opschrijven of ze een klimaattransitieplan hebben om klimaatneutraal te worden, en hoeveel die investeringen hun gaan kosten. Die bedragen kunnen enorm zijn en het valt op dat bedrijven zich nog maar zelden over zulke bedragen uitlaten. „Dat vinden ze een spannend cijfer”, zegt Bartels.

De accountant valt ook iets anders op. Er verschijnen minder vage groene claims in jaarverslagen. „Vroeger was het vaak: we zetten een target voor net zero in 2050 en hoe we er komen, dat zien we later wel”, zegt Bartels. „Terwijl, een doelstelling vraagt echt iets. Doorrekeningen, investeringen, evaluaties.”

Oftewel: doordat bedrijven nu in de harde data zien hoe vervuilend ze zijn, zijn ze minder geneigd om te wensdenken dat die vergroening vanzelf komt.