Wat doen jonge vaders en moeders met hun financiën als ze een kind hebben gekregen? Gaan ze minder of meer uitgeven, gaan ze sparen of trekken ze spaarpotten open? En vooral, vertonen vrouwen en mannen ander gedrag?
De IJslandse Arna Olafsson, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Kopenhagen, doet al jaren onderzoek naar verschil in gedrag tussen vrouwen en mannen bij persoonlijke financiële beslissingen. Ze was ontevreden over resultaten uit enquêtes, omdat ze die als onbetrouwbaar beschouwde. . Al in 2012 begon ze als pionier met onderzoek op basis van transactiegegevens. Bij banken kon ze nog niet terecht voor deze data. Die zagen het toen nog niet zitten om gegevens te delen over betalingen van klanten zoals PIN-betalingen, digitale overboekingen en opnames van contant geld.
Daarom zocht ze haar toevlucht bij jonge fintechbedrijven die veel betaaldata verzamelden en in de samenwerking met de wetenschapper een mogelijkheid zagen hun naamsbekendheid te vergroten. „Met de resultaten van dat onderzoek kon ik banken overtuigen dat deze onderzoeksmethode echt werkt”, zegt ze.
Mannen blijven sparen
Het verschil in de manier waarop mannen en vrouwen financiële beslissingen nemen tussen vrouwen en mannen is vrij groot, zo blijkt uit haar lopende onderzoek waarvoor ze de data kreeg van een van de drie grootste IJslandse banken. Zo doen vrouwen na de geboorte van hun kind meer een beroep op hun spaargeld, terwijl mannen blijven sparen. Ook hebben vrouwen tot de geboorte vaak lagere consumentenkredieten dan mannen, maar verhogen ze die nadat er een kind is gekomen. Mannen doen dat niet.
Onderzoek naar financieel consumentengedrag was altijd lastig, vertelt Olafsson. „Enquêtes zijn niet betrouwbaar, omdat de herinneringen van mensen heel anders kunnen zijn dan wat ze in werkelijkheid hebben gedaan. En ze kunnen vooral de wenselijke antwoorden geven. Door de [geanonimiseerde] data van banktransacties krijgen we eindelijk informatie over het feitelijke consumptiegedrag, dat anders zo moeilijk te meten is.”
Bij het CBS of andere statistiekbureaus duurt het een paar maanden of zelfs een jaar voor zij met de data over consumentengedrag komen
Coronapandemie
De coronapandemie heeft voor een doorbraak gezorgd in het gebruik van data van banktransacties voor economisch onderzoek. Consumenten gingen zich door de pandemie op een radicaal andere manier gedragen. Het gedrag paste op geen enkele manier in de bestaande economische modellen.
Economen op de onderzoeksafdelingen van banken gingen aan ‘nowcasting’ doen, voorspellingen zo dicht mogelijk op de snel veranderende actualiteit. „Bij het CBS of andere statistiekbureaus duurt het een paar maanden of zelfs een jaar voor zij met de data over consumentengedrag komen. De data van miljoenen rekeninghouders heb je direct de volgende dag”, zegt hoofdeconoom Sandra Phlippen van ABN Amro.
Bankeconomen ontdekten zo op welke rijke bron van gegevens ze eigenlijk zaten. „Er is veel meer economisch onderzoek op basis van de data uit betalingstransacties mogelijk dan de snelle ramingen uit de Covidtijd. We kunnen de effecten van beleidsmaatregelen directer meten”, zegt ze. Ze noemt als voorbeeld een onderzoek naar hoe snel de energietoeslagen tijdens de energiecrisis in de weken na ontvangst door consumenten werden uitgegeven. Of een onderzoek dat bekijkt of mensen die werkloos worden hun uitgaven al voor hun ontslag aanpassen, omdat ze het voelen aankomen.
Phlippen weekte binnen ABN Amro de investeringen los om een goede data-infrastructuur op te bouwen. Ze keek naar voorbeelden van banken in het buitenland zoals de grote Spaanse bank BBVA, het Franse BNP Paribas en het J.P. Morgan Institute, het onderzoeksinstituut van de grootste Amerikaanse bank. Ze zocht samenwerking met wetenschappers van onder meer het Tinbergen Instituut, de Universiteit Groningen en Rotterdam School of Management.
We kunnen met deze data veel sneller de effectiviteit van beleid evalueren, zeker als dat invloed heeft op inkomens en consumptie
Vorige week organiseerde ze een symposium in Amsterdam, waar onderzoekers uit Europa en de VS hun ervaringen en resultaten deelden over onderzoek op basis van banktransacties. Olafsson was een van hen. De Spaanse hoogleraar José Garcia-Montalvo van de Universitat Pompeu Fabra in Barcelona heeft samen met de Catalaanse Caixabank een reeks onderzoeken gedaan om de impact van nieuw beleid op inkomens en werkgelegenheid te onderzoeken. „We kunnen met deze data veel sneller de effectiviteit van beleid evalueren, zeker als dat invloed heeft op inkomens en consumptie.”
Pionier
Onder de Europese banken geldt BBVA als pionier. . „Wij begonnen er twee jaar voor corona serieus mee”, zegt Alvaro Ortiz. Hij toonde op het symposium hoe BBVA samen met universitaire wetenschappers onderzoekt hoe snel bedrijven en consumenten reageren op monetaire maatregelen zoals aanpassingen van de rente. Daaruit blijkt onder andere dat consumenten veel sneller op dergelijke ‘monetaire schokken’ reageren dan vaak wordt aangenomen in de economische theorie.
„We kunnen met deze data veel fijnmaziger onderzoek doen”, zegt Ortiz. „We kunnen veel meer conclusies trekken dan alleen maar over gemiddelde huishoudens en meer zeggen over verschillende type huishoudens. Zo kan beleid slimmer en efficiënter gemaakt worden..”
Ortiz, Olafsson en Montalvo denken dat het economisch onderzoek op basis van transactiedata zich steeds verder zal uitstrekken. „Het groeit nu exponentieel”, zegt Ortiz.
Privacy
Kan de bankenklant zich wel veilig achten? Spelen er geen privacy-issues bij het delen van deze gegevens? Er is een hoge mate van bescherming van de gegevens, stellen de onderzoekers. Je moet wel vijftig of zestig pagina’s ondertekenen, geven universitaire wetenschappers Olafsson en Montalvo aan. „Alles is geanonimiseerd. Wij mogen ook zelf de data niet bewerken en kunnen nergens individuele gegevens uit halen.”
Phlippen vertelt dat ze veel met de juridische afdeling van ABN Amro heeft overlegd over afscherming van gegevens en anonimisering. Ze benadrukt dat er geen commerciële doeleinden aan het onderzoek verbonden zijn. „En we denken wel drie keer na of we iets kunnen doen. Als we ook maar twijfelen of we achteraf het schaamrood op de kaken kunnen krijgen, doen we een onderzoek niet.”
Lees ook
Pinbetalingen zijn een goudmijn voor economen