N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Van moraal naar moreel is taalkundig een kleine stap, slechts een klinkerverandering. In de werkelijkheid is het anders. Er ligt een wereld van verschil tussen een losse moraal en het moreel van de troepen hooghouden. Moreel en moraal komen beide van het Franse moral, dat ethiek en zedenles betekent. Daarom hebben we naast elkaar moraaltheologie en de moraal van een verhaal. Tot in de 18de eeuw konden beide vormen in het Nederlands door elkaar gebruikt worden. Dus in plaats van naar een moraal kon er net zo goed naar een moreel in de fabels van La Fontaine gezocht worden.
Moreel en moraal zijn niet de enige woorden uit het Frans die op elkaar lijken. We kennen bijvoorbeeld instrumenteel naast instrumentaal, materieel naast materiaal. Maar telkens met betekenisverschil: instrumenteel heeft met werktuigen te maken, instrumentaal met muziek, materiaal slaat op dingen die nodig zijn om iets te maken, materieel rolt, bij de spoorwegen, brandweer of in het leger.
Corporale student
Zo zijn moreel en moraal ook uit elkaar gegroeid. En toch hebben beide woorden nog iets van hun alleroorspronkelijkste achtergrond behouden. Ze gaan namelijk terug op het Latijnse moralis, ‘betrekking hebbend op de zedenleer’, een bijvoeglijk naamwoord, afkomstig van het welbekende mos dat ‘gewoonte’ betekent. Het meervoud van mos is mores en daarom zit er een r in afgeleide vormen. Mores is een kreet die de corporale student nog steeds in de mond bestorven ligt als hij wangedrag wil vergoelijken, zonder dat hij beseft dat hij hiermee feitelijk een beroep doet op hoogstaand zedelijk gedrag. Want dat is hoe de klassieken van mores, hun traditie, op moralis, ethisch gedrag, fatsoen, kwamen.
Iemand zonder moraal, heeft geen besef van goed en kwaad
De Fransen namen met het woord ook de betekenis over. Moral werd de leer van de goede zeden, dus de ethiek, vandaar de plicht om je meer dan betamelijk, liever zelfs voorbeeldig te gedragen, dus in tijden van gevaar moedig. Moral kwam uiteindelijk zo goed als overeen met wat men eertijds deugden noemde en bepaalde dus het onderscheid tussen goed en slecht gedrag. Het Nederlandse moraal kent deze betekenis eveneens: iemand zonder moraal, heeft geen besef van goed en kwaad.
In Vlaanderen komt nog een moreel voor dat op het eerste gezicht niet lijkt te stroken met het verhaal tot nu toe: een moreel verslag. In feite is dit een leenvertaling uit het Frans waar een bestuur geacht jaarlijks een rapport moral aflevert, een jaarverslag. Een goed functionerend bestuur wordt geacht zich behoorlijk te gedragen en daarvan jaarlijks rapport op te maken. Dus overeenkomstig goede bestuurlijke gewoonten.
Bij het uiteengaan van het Nederlandse moreel en moraal ging moreel in de richting van moed en beperkte moraal zich voornamelijk tot de zedelijke kant, tot er zich via de wielertaal een nieuw moraal het Nederlands binnendrong. Het jargon van het wielrennen was tot voor kort Frans en zodoende kon wereldkampioen Gerrie Knetemann indertijd meldden dat hij de dag van zijn overwinning vol moraal zat. Sport rukt op en daarom is het niet vreemd meer te horen dat het Oekraïense leger over zoveel moraal beschikt.