Van het restant kookvocht maakte ik een winterse grog

Ik had kweeperen al vaker zien liggen bij de Turkse groenteboer, maar wist nooit goed wat je er mee kon doen. Op snoeicursus leerde ik dat kweeperen helemaal geen peren zijn, maar appels. Toen kwam het recept van Janneke. Na aanschaf lagen de kweeën nog een poosje in de keukenvensterbank te wachten op bereiding. Die was simpeler dan gedacht en leverde een heerlijk dessert op voor twee achtereenvolgende dagen. Opmerkelijk was dat net als met soep het dessert op de tweede dag smakelijker was dan op de eerste. Van het restant kookvocht maakte ik geen spritz, maar een winterse grog die nog het meeste deed denken aan glühwein. Een kwart siroop op driekwart kokend water. Ik dronk de grog in de ochtend rond elf uur in plaats van koffie. Vergeten zijnde dat ik die middag nog moest werken, troostte ik mij met de gedachte dat de meeste alcohol door het inkoken inmiddels verdampt zou zijn. Mijn man dronk deze drank het liefste koud als aanmaaklimonade.