Te weinig boeren zijn bereid hun bedrijf te laten opkopen door de overheid. Daardoor dreigt de piekbelastersaanpak, een uitkoopregeling voor de meest vervuilende boerenbedrijven, uit te lopen op een mislukking. Dit blijkt uit onderzoek van NRC. De kans dat de overheid dwang moet toepassen, neemt hierdoor toe. NRC benaderde de honderd veehouders die de Nederlandse natuur het zwaarst belasten (‘superbelasters’) en sprak 45 van hen. Als zij niet meedoen aan de regeling moet de overheid tientallen tot honderden bedrijven meer uitkopen.
De overgrote meerderheid van deze veehouders gaat door; slechts vier hebben zich voor de uitkoop opgegeven. Eén van hen twijfelt of hij zijn bedrijf echt gaat verkopen. Veehouder Gerrit van Middendorp uit Kootwijkerbroek weigert te stoppen. „Mijn bloed, zweet en tranen zitten in dit familiebedrijf. Ik ga alleen tussen zes planken weg, niet voor geld.”
Volgens het Rijk voldoen 3.000 boerenbedrijven aan de criteria voor de regeling. Door een deel van deze bedrijven op te kopen moet stikstofruimte vrijkomen voor stilgelegde bouwprojecten én natuurherstel. De overheid vergoedt 120 procent van de bedrijfswaarde. Volgens het ministerie komt er nooit een betere prijs. Demissionair minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal (VVD) noemde het bod „woest aantrekkelijk”. Boeren vinden het juist te laag. Voor de uitkoop van een bedrijf van een kalverboer in Ermelo bood het Rijk 5,2 miljoen euro. Daar blijft uiteindelijk weinig van over, beweert de veehouder die anoniem wil blijven. Zijn zoon gaat het bedrijf overnemen.
Gebrek aan animo onder superbelasters heeft grote gevolgen voor de stikstofaanpak. Deze groep levert een grote bijdrage aan het stikstofprobleem. Het zijn grote bedrijven die sowieso veel uitstoten óf pal naast natuur liggen en zo in het model voor een grote stikstofbelasting zorgen.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan nog niks zeggen over de opbrengst van de bedrijven die zich laten uitkopen. Volgens het ministerie is de interesse in de regelingen groot en hebben inmiddels bijna 600 piekbelasters zich gemeld. Daar zou ook „een aantal” grote bedrijven tussen zitten. Om snel veel stikstofreductie te realiseren is ook van belang wélke bedrijven zich laten uitkopen. Precies daarom adviseerde Johan Remkes de gedwongen opkoop van de 600 grootste belasters. Nu is deelname vrijwillig.
Als in plaats van de grootste zich 600 willekeurige piekbelasters aanmelden, berekende het RIVM, zou de stikstofbelasting met 40 mol per hectare natuurgebied dalen. Eén mol staat gelijk aan 28 gram stikstof. Dat is veel minder dan het doel van het ministerie, dat een daling van 100 mol stikstof per hectare natuurgebied wil. Dat doel zou alleen nog enigszins binnen bereik komen als veel superbelasters meedoen. De verschillen tussen de piekbelasters zijn namelijk enorm: de grootste belaster heeft een vergunning waardoor hij 85 keer meer stikstof op de natuur mag laten landen dan de kleinste piekbelaster, berekende NRC. „Pas als duidelijk is welke ondernemers daadwerkelijk overgaan tot de vrijwillige beëindiging van hun bedrijf, kunnen we in kaart brengen hoeveel stikstof daardoor wordt gereduceerd”, zegt een woordvoerder.
NRC rekende zelf uit wie de superbelasters zijn, met hulp van Aerius (het rekenmodel van de overheid) en natuurvergunningen van bedrijven in Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Dit zijn de grootste landbouwprovincies die natuurvergunningen online publiceren. De superbelasters concentreren zich in en rond natuurgebied de Veluwe in Gelderland, rond plaatsen als Barneveld, Stroe, Ermelo, Harskamp en Kootwijkerbroek.
Levensstijl
„Als boer heb je een vrij leven”, zegt de 35-jarige kalverhouder Teus Zwart uit Lunteren. Aan stoppen denkt hij niet. „Ik voer en controleer de dieren tweemaal per dag. ’s Avonds loop ik mijn laatste rondes. Overdag zit ik nergens aan vast.”
Sommige boeren kunnen zich geen ander leven voorstellen – boer zijn is voor hen meer levensstijl dan beroepskeuze. Johan Hooijer, met een gemengd bedrijf in Otterlo, is „al 35 jaar zelfstandige. Ik ben niet gewend voor een baas te werken.”
Andere boeren gaan niet op het aanbod in omdat zij worstelen met het beroepsverbod: een uitgekochte piekbelaster mag niet elders (in de hele Europese Unie) een nieuwe veehouderij starten. Dat is geen optie voor Melvin Haasleger (26), die pas twee jaar geleden een pluimveehouderij overnam. „Ik heb nu nog een leuke kring jonge boeren om mij heen, maar het dunt wel uit.”
Meerdere agrarische ondernemers zijn niet te spreken over de vergoeding voor hun bedrijf. Hoe ouder de stal, hoe minder deze oplevert – zelf als deze recentelijk is gerenoveerd. Het gevolg: „De ouwe zooi blijft staan, met asbest en al”, zegt Eddie van den Hardenberg (67), een kalverhouder uit Elspeet. „Is dat wat de overheid wil?”
Boeren willen verschillende scenario’s naast elkaar kunnen leggen, zeggen ze. Zo kunnen ze afwegen of het voordeliger is om met rijkssubsidie een milieuvriendelijkere stal neer te zetten of het hele bedrijf te verhuizen. Die alternatieve regelingen zijn nog niet beschikbaar. Ze komen eraan, aldus het ministerie.
Dat is volgens het ministerie ook de reden dat de uitkoopregeling verlengd is tot het einde van dit jaar; eigenlijk zou de regeling volgende week vrijdag aflopen. Ook wordt anderhalf miljard euro extra voor de uitkoopregelingen vrijgemaakt.
Het is een complex vraagstuk, zegt een woordvoerder van het ministerie, omdat sommige innovaties niet zoveel reductie van stikstofuitstoot opleveren als werd geclaimd. „Als we innovaties subsidiëren die niet doen wat ze beloven, zijn ondernemers daar ook niet mee geholpen.” Brussel buigt zich momenteel over de regeling voor bedrijfsverplaatsing.
Als de doelen van het kabinet niet worden gehaald, dreigt het ministerie met beprijzing van de stikstofuitstoot. Over de uitwerking daarvan moet het nieuwe kabinet beslissen, stelt de woordvoerder van het ministerie. Ondertussen is van wezenlijke daling van de stikstofbelasting nauwelijks sprake: op bijna driekwart van de natuurgebieden landt in 2025 nog te veel stikstof. Eén op de tien hectare is zwaar overbelast: daar komt twee keer meer stikstof dan de natuur aan kan.
pluimveehouder Cor van de Steeg‘Het lijkt een mooi bedrag, maar daarna krijg je een blauwe envelop’
Cor van de Steeg (62), een pluimveehouder uit Voorthuizen, wil helemaal niet stoppen
„Het is altijd de moeite om te kijken wat de overheid met je voorheeft, dus ik heb uitgezocht of ik piekbelaster was. Op het eerste gezicht lijkt het geldbedrag mooi, maar later krijg je vast en zeker een blauwe brief van de Belastingdienst. Dan mag je 30 procent – of meer – inleveren.
„De regeling rammelt aan alle kanten. Als ze het stikstofprobleem willen oplossen, moeten ze de nieuwe stallen houden en juist de oude stallen uitkopen. Nu krijg je meer betaald naarmate je stal nieuwer is.
„Hier op de West-Veluwe is feitelijk iedereen piekbelaster, op een aantal kleine bedrijven na. Daar zit een verborgen agenda. Ze willen gewoon de hele Veluwe leegmaaien. Ik heb collega’s in de Achterhoek die wel willen meedoen aan de regeling, maar door hun locatie dan weer geen piekbelaster zijn.
„Met hun zwabberende beleid zijn ze heel ondernemend Nederland aan het ruïneren. Ik boer al 48 jaar en laat me niet gek maken. Ik wil helemaal niet stoppen. Het doel is duidelijk: weg met die boeren. Iedereen is bang dat het alleen erger wordt.”
Voormalig Kalverhouder Jan van de Brink‘Je kunt wel klagen maar ik beur een goede zak met geld’
Kalverhouder Jan van de Brink (41) begint een christelijke boekhandel
„Je kunt wel klagen, maar ik beur een goede zak met geld – ik zeg niet hoeveel. Met dat geld hebben mijn vrouw in Voorthuizen een winkel gekocht, De Appelboom, een christelijke boekhandel en cadeauwinkel. Ik heb altijd van lezen gehouden en mijn vrouw houdt van cadeaus. We lopen al een maand mee in de winkel om het vak te leren en beginnen maandag echt.
„Het was een moeilijk besluit, want ik ben ineens geen boer meer. De ene ochtend zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: we stoppen ermee. De volgende ochtend zeiden we: we gaan door. In oktober vorig jaar hebben we de knoop doorgehakt. Wat de doorslag gaf? Financiën. De rente schoot van 2,5 naar 6,5 procent, waardoor het heel duur zou worden om te investeren in renovatie. Tegelijkertijd daalden de inkomsten. Dat ging gewoon niet meer.
„De kalveren gaan in mei weg. De grond krijgt een woonbestemming, zodat het vakantiehuisje naast ons huis een woning wordt. De schuren worden gesloopt en in plaats daarvan kan ik een gewone schuur neerzetten.
„Ik ben niet de enige die ermee ophoudt. Als ik uit het raam kijk, zie ik zes boeren die ook stoppen.”