Van Barbie tot Boeing: deze sectoren voelen de ‘Trump-dip’ nu al

‘Weet je, misschien hebben kinderen straks maar twee poppen in plaats van dertig. Die kosten dan misschien een paar dollar meer dan ze nu doen. Maar iemand heeft ook geen 250 potloden nodig, aan vijf heb je er genoeg.”

Donald Trump was zich er vorige week van bewust dat zijn importheffingen zelfs kinderen gaan raken. De man die zelf achttien golfbanen bezit probeerde de gevolgen te bagatelliseren door de grootte van hun speelgoedvoorraad in twijfel te trekken. Deze week bleek dat Mattel inderdaad de prijzen van zijn Barbie-poppen gaat verhogen met een nog onbekend percentage. Ongeveer 20 procent van het speelgoed van het bedrijf dat bestemd is voor de Amerikaanse markt, komt uit China.

Het voorbeeld is tekenend voor de strijd om de beeldvorming die inmiddels is losgebarsten. Trump ziet ook dat het leven duurder wordt in de VS, maar poogt het belang van sommige gevolgen te relativeren. Toch is de stroom aan slecht nieuws vanuit Amerikaanse bedrijven nauwelijks nog te missen.

De afgelopen weken bleek bij de presentatie van de kwartaalcijfers van grote Amerikaanse en Europese bedrijven dat resultaten fors onder druk staan. Met name Amerikaanse ondernemingen trokken eerder geuite winstverwachtingen terug, schortten aandeleninkoopprogramma’s op of weigerden vooruitzichten te verhogen na goede resultaten. Ze verwezen bijna unaniem naar de handelspolitiek van Trump als boosdoener.


Lees ook

De eerste effecten van Trumps handelsoorlog zijn al zichtbaar

Een werknemer maakt pyjama’s in een Chinese kledingfabriek. De prijzen van Amerikaanse webwinkels voor producten uit China zijn fors toegenomen.

Neem Adidas. Een winstgroei van 155 procent in vergelijking met de eerste drie maanden van 2024. Een omzetgroei in de dubbele cijfers. Elk bedrijf zou met zo’n rapport de verwachtingen voor de rest van 2025 verhogen. Maar Adidas niet. Topman Bjørn Gulden: „In een normale wereld hadden we onze verwachtingen voor zowel de inkomsten als winst voor de rest van het jaar zeker verhoogd.”

Maar normale wetmatigheden gaan momenteel niet op voor de markt. Kijk maar naar de Amerikaanse volatiliteitsindex VIX. Die meet de beweeglijkheid van Amerikaanse aandelen in de komende dertig dagen. In de eerste week van april schoot die naar 52, een peil dat al sinds de eerste coronalockdown niet meer was bereikt. Inmiddels is de graadmeter ietwat gedaald, maar nog altijd schiet de VIX bij elk groot heffingsnieuws naar bovengemiddelde niveaus.

De vrees voor een Amerikaanse recessie waart rond. Zo bleek begin mei dat de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal met 0,3 procent gekrompen was, waar het voorafgaande kwartaal nog een groei van 2,6 procent kende. Het consumentenvertrouwen bevond zich in april op het laagste niveau in dertien jaar tijd.

Dataverzamelaar FactSet turfde dat in april bij cijferpresentaties van bedrijven uit de index van de grootste Europese bedrijven, de Stoxx Europe 600, importheffingen 223 keer onderwerp van gesprek waren. In maart was dat 115 keer.

De onrust die je al langer proefde op de markt, zie je nu ook terug in de echte cijfers

Niels Koerts
Stockwatch.nl

„De onrust die je al langer proefde op de markt, zie je nu ook terug in de echte cijfers”, zegt beleggingsanalist Niels Koerts van Stockwatch.nl. „Wat gebeurt er als iedereen roept dat er een recessie komt? Dan zijn mensen voorzichtiger met uitgeven. Vooral bedrijven die direct leveren aan consumenten hebben daar nu al last van.”


Lees ook

Hoe Trumps economische onzekerheid bedrijven en beleggers in haar greep houdt

Donald Trump in het John F. Kennedy Center in Washington DC.

Nu het kwartaalcijferseizoen op zijn eind loopt kan ook de balans worden opgemaakt. Welke bedrijven hebben al het meest te lijden onder de door Trump gestarte handelsoorlog?

1. Auto-industrie

De wereldwijde auto-industrie werd in april wel omschreven als de kanarie in de kolenmijn van Trumps handelspolitiek. Heffingen van 25 procent op alle geïmporteerde auto’s gingen al aan het begin van die maand in. Dat was weken voordat algemene heffingen zouden gaan gelden op allerlei producten. Andere sectoren kregen zo een indruk van wat hun te wachten stond.

In Amerikaanse havens stapelden zich volgens de Financial Times auto’s op

Sommige autofabrikanten zonder productielocaties in de Verenigde Staten staakten al begin april hun export naar de VS, zoals Audi en Jaguar Land Rover. Stellantis (waaronder Fiat, Chrysler, Opel) legde direct een aantal (onderdelen)fabrieken stil in de VS, Canada en Mexico. In Amerikaanse havens stapelden zich volgens de Financial Times auto’s op: deze zijn al wel aangekomen in het land, maar autofabrikanten sturen ze expres nog niet langs de douane. Ze hopen dat later te doen, als de heffingen eventueel weer van tafel zijn.

De afgelopen weken bleek uit de kwartaalcijfers meer over de impact. Porsche meldde dat het in april en mei verwacht 100 miljoen euro aan kosten te maken die samenhangen met heffingen: het bedrijf heeft de prijzen nog niet verhoogd en neemt de heffingen dus tot nu toe voor eigen rekening. Het Duitse luxemerk heeft geen Amerikaanse fabrieken, en is ook niet van plan die te bouwen – Porsche is made in Germany. Het bedrijf uit Stuttgart verlaagde voor de tweede keer in twee maanden de verwachtingen voor 2025.


Lees ook

De Amerikaanse maakindustrie ging ten onder aan haar eigen zelfvoldaanheid

Werknemers van Janesville-fabriek van het Amerikaanse autoconcern General Motors verzamelen zich rond de laatste auto die door de fabriek is gemaakt. Foto Bill Olmsted

Dat kwam sterk overeen met berichten van andere grote merken als General Motors, Mercedes en Volvo. Zij schrapten stuk voor stuk hun vooruitzichten voor 2025: de situatie is te onduidelijk om enige voorspelling te kunnen doen. Bij Volvo daalde de winst ruim 60 procent. Eerder maakte het automerk al bekend dat het van plan is de productie bij een bestaande fabriek in de Verenigde Staten uit te breiden. Dinsdag meldde Ford dat het verwacht dat de winst over 2025 1,5 miljard dollar lager zal zijn als gevolg van Trumps heffingen.

Wat de situatie voor autobouwers spannend maakt, is dat juist de VS lange tijd golden als relatief stabiele markt. Porsche had fors ingezet op de Amerikaanse markt omdat het marktaandeel in China onder druk staat.

Vorige week was er wel één goed bericht voor de sector. Een van de onzekerheden waar de auto-industrie mee worstelt, zijn mogelijk aanvullende heffingen op auto-onderdelen. Deze stelde Trump afgelopen week plotseling uit, na een uitgebreide lobby van de industrie.

2. Consumentenproducten

„Ik herinner me nog de tijd dat politici traag waren en bedrijven snel”, verzuchtte Jesper Brodin onlangs in gesprek met krant FT. De topman van IKEA-moederbedrijf Ingka stelde dat zijn grootste uitdaging momenteel bestaat uit het reageren op marktomstandigheden die elk moment kunnen veranderen. „Het is niet te doen voor een bedrijf met de omvang van IKEA om de strategie binnen deze tijdspanne aan te passen.”

IKEA is niet het enige bedrijf waar ze zien hoe de markt aan het veranderen is. Zo zag McDonald’s al in de eerste maanden van het jaar dat klanten minder uitgeven aan hamburgers en friet. De fastfoodketen beleefde met een verkoopdaling van 3,6 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2024 het slechtste kwartaal sinds de eerste covid-maanden. „Geopolitieke spanningen hebben bijgedragen aan de economische onzekerheid en het consumentenvertrouwen sterker gedrukt dan we hadden verwacht”, zei topman Chris Kempczinski.

Trump wil met zijn politiek bedrijven verleiden terug te keren of te herinvesteren in de VS. Kledingketen Primark is daar best toe bereid, zei topman George Weston van moederbedrijf Associated British Food onlangs. „Maar we zullen pas activiteiten daarheen verplaatsen als we zekerheid hebben over de positie van verschillende toeleveranciers ten opzichte van de VS.” Met andere woorden: als toeleveranciers uit landen komen die te maken hebben met hoge heffingen, is het voor Primark minder aantrekkelijk productie te verhuizen naar de VS.

Zulke voorbehouden zie je overal. Het op een na grootste bedrijf ter wereld, Apple, stelt dat het als gevolg van de importheffingen voor 900 miljoen dollar (792 miljoen euro) aan extra kosten maakt. Dat staat gelijk aan de verkoop van 1,1 miljoen exemplaren van de iPhone 16. „Maar dan gaan we er wel van uit dat de omstandigheden gelijk blijven (lees: niet nog slechter worden)”, zei topman Tim Cook.

Het Zuid-Koreaanse elektronicamerk Samsung boekte 20 procent meer winst in het afgelopen kwartaal maar durft geen voorspelling te doen voor het huidige kwartaal. Voedsel- en levensmiddelenbedrijven als Kraft Heinz en Procter & Gamble worstelden afgelopen jaar al met een consumentenvoorkeur richting goedkopere merken door de inflatie. Verdere onzekerheid leidt tot waarschuwingen voor een mindere periode.

3. Toerisme

Reisbureaus signaleren het al even, maar ook uit de cijfers bleek vorige maand: het aantal vakantietrips naar de VS vanuit West-Europa neemt af. In maart daalde het aantal reigers naar de VS vanuit dat gebied met 17 procent. Luchtvaartmaatschappijen voorzien een grote klap.

Het Amerikaanse Delta Airlines zag zich genoodzaakt de verwachtingen voor de rest van het jaar in te trekken. De groei in de vraag naar reizen naar de VS, met name zakelijke reizen, is „grotendeels gestagneerd”, liet het bedrijf weten. Eerder liet de luchtvaartmaatschappij nog weten een recordjaar te verwachten. American Airlines en Southwest Airlines gaven soortgelijke waarschuwingen af.

Budgetmaatschappij Ryanair dreigde vorige week af te zien van een bestelling van honderden toestellen bij vliegtuigbouwer Boeing als die door de heffingen duurder worden. Ryanair zei in het Chinese Comac een potentieel alternatief te hebben gevonden. Met de bestelling is 30 miljard dollar gemoeid. De Europese concurrent Airbus liet aan afnemers weten dat zij zullen opdraaien voor extra kosten die gemaakt moeten worden voor het importeren van onderdelen naar de Amerikaanse fabriek in Alabama.

Als er minder toeristen voor de VS kiezen, heeft dat ook gevolgen verderop in de keten. Hotelbedrijf Hilton moest de vooruitzichten bijstellen en hoopt nu quitte te draaien, waar eerder nog een omzetgroei tot 3 procent verwacht werd. Verhuurplatform Airbnb merkt dat klanten wachten met boeken tot vlak voor hun reis, en waarschuwde alvast voor beperkte groei in het tweede kwartaal.

4. Nederlandse bedrijven

Elk gesprek tussen bestuurders van AEX-bedrijven en journalisten begint er de laatste weken mee. Wat merkt de onderneming al van de Amerikaanse importheffingen? Maar waar veel Europese en Amerikaanse bedrijven vrij uitgesproken zijn, lijkt het in de Nederlandse bestuurskamers nog rustig te zijn.


Lees ook

Philips gaat impact handelsoorlog voelen

Philips was deze week nog een van de meest uitgesproken bedrijven, met een te verwachten schadepost van 250 tot 300 miljoen euro dit jaar. Het zorgconcern produceert weliswaar lokaal in de Verenigde Staten, maar onderdelen komen deels van buiten. Het bedrijf verschuift een groter deel van de productie naar de VS, maakte topman Roy Jakobs bekend.


Lees ook

Kwartaalcijfers: Fugro voelt de impact van Trumps beleid

Kwartaalcijfers: Fugro voelt de impact van Trumps beleid

Ook in de energiesector kampt een Nederlands bedrijf met de gevolgen van Trumps beleid. Dat de president geen fan is van windparken op zee, is geen verrassing. Zijn motto op het gebied van energie: drill, baby, drill. Veel bedrijven die aanvankelijk inzetten op duurzame energiebronnen, staan daardoor in de wachtstand. De Nederlandse beursgenoteerde bodemonderzoeker Fugro heeft daaronder te lijden. Het bedrijf onderzoekt wereldwijd voor klanten bijvoorbeeld de zeebodem, om advies te geven over funderingen en constructies. De omzet in het eerste kwartaal nam al met 11 procent af naar 450 miljoen euro en er is inmiddels ook een winstwaarschuwing gegeven.

Andere bedrijven kwamen niet met schattingen van schade, en kijken de economische ontwikkelingen liever nog even aan. Wel zei Heineken-topman Dolf van den Brink bijvoorbeeld al dat hij niet zo snel productie naar de VS zal verplaatsen. „Een brouwerij zet je niet zomaar even op een andere plek.”

Bovendien waarschuwde de bierbrouwer, net als onder meer Porsche en softwarebedrijf SAP, voor het effect van een sterker wordende euro ten opzichte van de dollar. Bepaalde producten en diensten worden zo duurder voor Amerikaanse consumenten en dat maakt ze minder aantrekkelijk om te kopen. Dat effect komt boven op de heffingen en kan Heineken dit jaar 180 miljoen aan nettowinst kosten, liet het bedrijf weten.

Financieel bestuurder van SAP Dominik Asam voegde daar later aan toe dat elke dollarcent die extra betaald moet worden voor een euro, het softwarebedrijf 30 miljoen aan omzet op jaarbasis kost. „Dit zijn allemaal effecten van de Amerikaanse handelspolitiek”, zegt beleggingsanalist Koerts. „De economische dip die dit veroorzaakt kun je met recht wel de Trump-dip noemen.”