Vakmensen uit allerlei sectoren waarschuwen na kabinetsval: ‘Niet wéér een jaar verliezen door stilstand’

Demissionair kabinet Na een lange formatie hield Rutte IV er ook nog voortijdig mee op. Vakmensen vrezen het stranden van beleid. „We verliezen weer een jaar.”

Op deze plek in Apeldoorn is woningbouw gepland. Maar het stikstofdossier houdt veel van zulke projecten op.
Op deze plek in Apeldoorn is woningbouw gepland. Maar het stikstofdossier houdt veel van zulke projecten op. Foto Eric Brinkhorst

De kabinetsval vrijdag heeft tot een ongekend snelle verbroedering geleid. Een bont gezelschap van onder meer VNO-NCW, Greenpeace en Gasunie riep zondag de Tweede Kamer al op het klimaatbeleid niet te laten stranden. Alle provincies, gemeenten en waterschappen verzochten ook zoveel mogelijk door te regeren, zeker op gebieden als woningbouw en natuur.

„Ik kan me niet herinneren dat er na een kabinetsval zoveel maatschappelijke druk is geweest om een impasse te vermijden”, zegt Bert van den Braak, hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit Maastricht. „We hebben een hele lange formatie van Rutte IV achter de rug, dus veel mensen willen niet weer meer dan een jaar in een demissionaire toestand zitten.”

Het duurt nog even voordat duidelijk is in hoeverre het ‘het Haagse beleid’ stil komt te liggen. De Tweede Kamer beslist in september welke onderwerpen controversieel worden verklaard. Wetgeving kan dan – ook op gevoelige dossiers als klimaat, wonen en migratie – tot er een nieuwe coalitie is blijven liggen.

Lees ook: Wat betekent de val van Rutte IV voor het beleid?

Als het aan premier Rutte ligt, gaat de steun aan Oekraïne door. Ook rond de afhandeling van de Toeslagenaffaire en de Groningse gasproblemen wil hij vertraging voorkomen.

„Op zich hoeft een kabinetscrisis niet te leiden tot bestuurlijke stilstand. Kijk naar de val van Rutte I in 2012, nadat gedoogpartner PVV zijn steun introk”, roept Van den Braak in herinnering. „Drie oppositiepartijen, de zogeheten Kunduz-coalitie, namen snel na de breuk samen met het kabinet gevoelige besluiten. Onder meer over bezuinigingen en een hogere pensioenleeftijd.”

Dat geen enkele partij de coalitie heeft verlaten, maakt volgens de Maastrichtse hoogleraar een groot verschil. De vier fracties vormen al een meerderheid om het kabinetsbeleid voort te zetten. „Met de steun van één of twee andere partijen hoeft dan geen vertraging op te treden. Daar komt bij dat controversieel verklaren de laatste tijd minder snel gebeurt. Vroeger kon een deel van de oppositie de behandeling van wetgeving blokkeren, maar sinds de kabinetten-Balkenende is dat niet meer zo.”

Oponthoud

Ook de Eerste Kamer maakt na het zomerreces een lijst met controversiële onderwerpen. „Omdat de coalitie daar geen meerderheid heeft, verwacht ik eerder problemen in de Eerste Kamer. Daar worden immers vergelijkbare politieke afwegingen gemaakt.”

Maar als de coalitie erin slaagt een deel van de oppositie te binden, voorziet Van den Braak niet zoveel oponthoud. Hij is ook niet bang voor een Prinsjesdag zonder politieke inhoud. „Natuurlijk gaat het in de Rijksbegroting al snel om politiek gevoelige kwesties als inkomensbeleid of belastingen. Maar dat staat allemaal los van het migratiebeleid dat tot de val van het kabinet leidde. En controversieel verklaren heeft betrekking op de parlementaire behandeling, niet op het maken van wetsvoorstellen zoals begrotingen.”

Woningbouw

‘Huizen bouwen wordt moeilijk’

De woningbouwdoelen die demissionair minister De Jonge (Volkshuisvesting, CDA) afsprak met provincies, gemeenten en woningbouwers raken nog verder uit beeld. „We maken ons grote zorgen. Nu ligt alles weer stil tot er een nieuw kabinet zit”, aldus Remco van de Wetering, manager vastgoed voor de regio Amersfoort bij woningcorporatie De Alliantie. Met „alles” doelt hij op wetgeving waarmee de minister de regie kon nemen om het tempo van de woningbouw op te schroeven. Belangrijke delen van die wetgeving zijn nog niet aangenomen, en worden naar verwachting controversieel verklaard omdat ze politiek gevoelig liggen. Het gevolg: verdere vertraging in plaats van versnelling.

In de regio Amersfoort zijn tot en met 2030 zeker 27.000 nieuwe woningen afgesproken. Die zijn hard nodig. De stad kampt met een flink tekort aan huizen voor statushouders en starters. Van de Wetering schetst de gevolgen voor Bovenduist, een beoogde woonwijk aan de rand van Amersfoort waar 3.000 woningen moeten komen. De val van het kabinet maakt de bouw er niet makkelijker op. „Kunnen daar straks wel wegen worden aangelegd? Hoe komen we aan de benodigde stikstofruimte? Wat voor warmtenet moeten we daar aanleggen als er geen Warmtewet is? En ook niet onbelangrijk: kunnen de huidige omwonenden straks jarenlang tot aan de Raad van State procederen om de bouwplannen tegen te houden? We kunnen niet gaan bouwen zolang er nog een beroep loopt.”

De gedupeerden zijn volgens Van de Wetering de woningzoekenden in Amersfoort. „Statushouders, maar óók mensen die al acht jaar op de wachtlijst staan en nog bij hun ouders op een zolderkamer wonen. Voor hen is dit shocking.” Corporatie De Alliantie zegt zoveel mogelijk vast te willen houden aan de woningbouwafspraken, maar de vraag hoe haalbaar die nog zijn stemt Van de Wetering somber: „Wij willen voor iedereen huizen bouwen, maar door de val van het kabinet wordt het voor ons erg moeilijk om deze doelen ook te halen.”

Zorg

‘Ik dacht: daar gáát mijn afspraak met de minister’

Huisarts Arno Krijgsman was verrast toen het kabinet vrijdagavond viel. En hij dacht daarna meteen: daar gáát mijn afspraak met Conny Helder, minister voor Langdurige Zorg. Krijgsman heeft de afgelopen maanden samen met zijn collega’s twee brieven aan de minister gestuurd, en is een petitie begonnen om zijn onvrede te uiten over de huisartsenzorg. Na weken van stilte had de woordvoerder van de minister deze maand eindelijk een afspraak toegezegd.

Krijgsman maakt onderdeel uit van huisartsengroep Milbergen in de Gelderse Ooijpolder met ruim veertig medewerkers: huisartsen, praktijkondersteuners, assistenten. Het maakt hen tot een gezonde praktijk, zegt Krijgsman, waar ze bijvoorbeeld veel collega’s opleiden. Maar juist vanwege die omvang, komen ze nu in de problemen.

Volgens de vorig jaar ingevoerde Wet toetreding zorgaanbieders moeten praktijken met meer dan vijfentwintig medewerkers aan allerlei extra regels voldoen. Dat brengt administratieve lasten en extra taken met zich mee, aldus Krijgsman. „We moeten bijvoorbeeld veel meer vergaderen.” En omdat de werkdruk al zo hoog is, kunnen ze die taken er niet bij hebben, zegt hij. Dit jaar viert de groep het dertigjarig jubileum, maar door de nieuwe wetgeving gaan er stemmen op om op te splitsen.

„Ik vind het pijnlijk, die nadruk op toezicht en controle”, zegt Krijgsman. „De wet gaat uit van wantrouwen.” En dat terwijl er veel belangrijker zaken in de huisartsenzorg spelen, aldus Krijgsman. Zo willen huisartsen meer tijd voor hun patiënten en betaalbare huisvesting.

Vorig jaar voerden de huisartsen actie in Den Haag. Minister Kuipers zegde op het laatste moment af. En nu hing zijn eigen afspraak aan een zijden draadje. „Ik heb de woordvoerder van de minister vrijdag meteen een appje gestuurd. Ik kreeg gelukkig antwoord dat de nog afspraak staat.”

Kinderopvang

‘Uitstel vreselijk voor bepaalde groepen kinderen’

De plannen voor de kinderopvang zijn nagenoeg af: kinderopvang moet vanaf 2027 bijna gratis worden, waardoor ouders niet meer afhankelijk zijn van een complex toeslagenstelsel als ze een deel van de opvangkosten vergoed willen krijgen. Demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) wilde voor de zomer van 2024 een wet naar de Kamer sturen.

Verdere vertraging van die plannen zou „vreselijk” zijn, zegt Zoë Kwint, bestuurder bij kinderopvang 2Samen in Den Haag. Vooral voor de groep kinderen die daardoor niet naar de kinderopvang zal gaan, en zich minder zal ontwikkelen. „Die groep haalt die periode nooit meer in.”

Volgens Kwint is er ook geen reden om de plannen controversieel te verklaren. „Er ligt een goed plan, waar weliswaar nog het een en ander op aangepast moet worden. Maar iedereen ziet de noodzaak om de kinderopvang toegankelijker te maken, zeker na de Toeslagenaffaire.”

Kwint erkent de kritiek dat de plannen mogelijk zullen leiden tot een hogere werkdruk, omdat meer ouders hun kind naar de opvang zullen sturen als deze bijna gratis is. Maar, zegt ze, „het personeelstekort is bij meer uitstel echt niet verdwenen.” De kabinetsplannen geven volgens haar juist ook ruimte voor andere oplossingen voor werkdruk. „Dit controversieel verklaren? Dat kun je je niet veroorloven”.

Ouderenzorg

’Als er niks gebeurt worden we crisismanagers’

Nietsdoen is geen optie. Dat schoot vrijdag door het hoofd van dementieverpleegkundige Gerben Jansen. Vorige week verscheen een alarmerend rapport over de ouderenzorg, met precies die titel. Ambtenaren schetsen een somber beeld: de ouderenzorg dreigt onbetaalbaar te worden en de personeelsproblemen te groot. De politiek zal ingrijpende keuzes moeten maken. Maar nu het kabinet gevallen is, vreest Jansen stilstand. „Precies dat kunnen we ons in de ouderenzorg niet permitteren.”

Jansen werkt als casemanager voor TWB Thuiszorg West-Brabant, hij begeleidt patiënten met dementie zolang zij nog thuiswonen. Samen met collega’s probeert hij dementieverschijnselen zo vroeg mogelijk te signaleren. „Als mensen vergeetachtig worden, of als de kinderen zeggen: mijn vader gedraagt zich anders.” In zo’n geval gaat Jansen langs en maakt een zorgplan.

Maar de druk op zijn team neemt toe. Toen hij achttien jaar geleden begon, was hij de enige dementieverpleegkundige in de regio. Nu heeft hij tientallen collega’s en zorgen zij voor bijna 1.600 patiënten. Dankzij de vergrijzing. „En we herkennen dementie beter en eerder.”

Als er niets verandert, vreest Jansen, is er straks geen ruimte meer om mensen in een vroeg stadium te helpen. „Dan kunnen we ons alleen nog richten op de schrijnende gevallen. Dan worden we crisismanagers.” Jansen is voorzitter van zijn specialisme binnen de beroepsvereniging. Aan overlegtafels hoort hij vergelijkbare verhalen. „We kunnen niet nog een jaar besluiteloos afwachten.”

Hij pleit ervoor de zorg anders te organiseren: met minder controles en minder administratie. Een voorbeeld: „Stel ik kom bij een patiënt met vasculaire dementie, na overleg besluiten te starten met dagbesteding.” Dan is de regel, legt hij uit, dat er eerst een ambtenaar van de gemeente langskomt. „Maar dat kan wel zestien weken duren.” Hij geeft leiding aan een team van elf collega’s en rekende uit dat ze 40 procent van hun tijd kwijt zijn aan administratie. „Stel nu dat je dat naar 20 terugbrengt?” Hij denkt dat het vak er aantrekkelijker van wordt. „Ik hoop dat mijn dochter straks ook verpleegkundige wordt. We hebben die generatie hard nodig.”

Onderwijs

‘Hopen dat versoepeling van bindend studieadvies blijft’

We verliezen weer een jaar, zegt Ron Bormans. De bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam (39.000 studenten) baalt ervan. Hij en zijn collega’s hádden al haast met vernieuwing van het onderwijs vóórdat Rutte IV aantrad en nu ligt het beleid weer stil. „Ik hoop dat de versoepeling van het bindend studieadvies niet controversieel wordt verklaard, maar ik vrees van wel want de meningen zijn verdeeld.”

Tot nu toe moet elke student die te weinig studiepunten in het eerste jaar haalt, worden weggestuurd van de opleiding. Het bindend studieadvies (bsa) is echt bindend. Dat legt druk op de student in het eerste jaar waarin hij of zij net de wijde wereld intrekt. Omdat uit steeds meer onderzoeken bleek dat scholieren en studenten lijden onder prestatiedruk, wilde minister Dijkgraaf (Onderwijs) het bsa versoepelen – studenten zouden voortaan twee jaar over de 60 studiepunten van het eerste jaar mogen doen. Iedereen die minimaal 30 punten haalt, in het eerste jaar, zou door mogen naar het tweede jaar en die overige eerstejaarspunten alsnog mogen inhalen. De wet zou daartoe worden aangepast.

Bormans zag dat helemaal zitten. „Wij volgden dit heel specifiek tijdens de pandemie, toen we het bindend studieadvies tijdelijk loslieten. En wat bleek? Veel studenten die tussen de 30 en 48 punten (van de 60) haalden in het eerste jaar, zaten alsnog goed in de wedstrijd in het tweede jaar.”

Het is verstandiger, aldus Bormans, om studenten niet weg te sturen na één jaar. „We willen studenten die ónder de 30 punten hebben, dwingen zich op eerstejaars vakken te concentreren in het tweede jaar. En de rest zowel tweedejaarsvakken als eerstejaarsvakken laten doen in de tweede. Het bsa volgt dan na twee jaar. Zo haal je de stress uit het eerste jaar én zet je aan tot studeren. ”

Ook de financiering van het hoger onderwijs zou waarschijnlijk op de schop gaan, verwachtte Bormans. Er wordt al maanden gewerkt aan een ‘Verkenning Toekomst Hogeronderwijs’ die voor het reces zou verschijnen. „Universiteiten en hogescholen worden betaald per student. Dat heeft jarenlang de druk verhoogd om zo veel mogelijk studenten aan te trekken en bijgedragen aan de groeiende opwaartse druk in het (hoger) onderwijs. (Universiteiten trokken aan hbo’ers, red.) We hopen op een hoger vast bedrag per instelling – en daar gingen in Den Haag zeker stemmen voor op. Dan kun je ontspannener naar de student kijken en ben je minder afhankelijk van de aantallen.”

Het bed, zegt Bormans, werd door Rutte IV opgeschud over de hele linie van het onderwijs. „Heel jammer dat veel beslissingen nu mogelijk controversieel worden verklaard en veel langer op zich laten wachten.”

Netbeheer

Bedrijven willen zekerheid voor ze gaan investeren’

„Wat mijn grootste zorg is? Dat de versnelling van de uitbreiding van het stroomnetwerk stil gaat vallen.” Bestuursvoorzitter Maarten Otto van Alliander vreest dat de crisis in Den Haag niet ongemerkt aan netbeheerders voorbijgaat. „We kunnen ons echt geen vertraging veroorloven.”

Anders, zegt hij, hebben bedrijven en consumenten nog langer te maken met een vol stroomnet waar nu al druk over wordt geklaagd. „We stonden aan de vooravond van de parlementaire behandeling van een aantal grote wetsvoorstellen die we nodig hebben om het elektriciteitsnetwerk effectiever te benutten”, zegt Otto. „Ook lag een wet in het verschiet die regelt hoe gemeenten op een zorgvuldige manier wijken gasvrij kunnen maken.”

De agenda van Liander, dochterbedrijf van Alliander, is tot 2030 flink gevuld. De regionale netbeheerder, die de verbindingen vanaf het hoogspanningsnetwerk tot aan de meterkast exploiteert, wil de komende zeven jaar zo’n 25.000 transformatorhuisjes plaatsen, 40.000 kilometer kabel aanleggen en 50 grotere elektriciteitsstations bouwen.

Allemaal nodig om de huidige filevorming op het elektriciteitsnetwerk op te lossen en huishoudens en bedrijven te laten verduurzamen. Onduidelijk nu is of het Klimaatfonds – goed voor 35 miljard euro aan investeringsgeld – er snel komt, en hetzelfde geldt voor de nieuwe Energiewet die een wet uit 1998 moet vervangen toen niemand nog van een warmtepomp had gehoord.

„Ik heb geen idee hoe het nu verder gaat”, zegt Otto. „Wij werken zelf onverminderd door, maar bedrijven willen zekerheid voordat zij gaan investeren, en als die er niet is kunnen wij onvoldoende onze uitbreidingen plannen.”

Het gaat niet alleen om wetgeving, maar ook om afspraken met de overheid om de huidige filevorming op het netwerk zoveel mogelijk tegen te gaan. „Energieminister Jetten heeft onlangs honderd maatregelen voorgesteld om de congestie aan te pakken, maar worden die ook uitgevoerd als het kabinet demissionair is? Ik maak me daar veel zorgen over. Worden nu ook de inspanningen gestaakt voor het verkorten van de vergunningsprocedures voor bijvoorbeeld nieuwe transformatorhuisjes?”